Volume 2014 : 5
La faillite de l'intermédiaire d'assurances
Jacht – Wet van 14 juli 1961 – Schade berokkend door grofwild aan gras- en bloemperken bestemd voor genot – Toepasselijkheid (ja)
Aansprakelijkheid voor zaken – Brand veroorzaakt door een oude vaatwasmachine – Huurovereenkomst – Overdracht van de bewaring van de zaak – Aansprakelijkheid van de huurder
Burenhinder – Windturbine – Geluidshinder – Buitensporige hinder (ja) – Vergoeding : verplaatsing van de windturbine op straffe van een dwangsom
Aansprakelijkheid van de publieke overheid – Wegenis – Zachte berm – Geen fout van de gemeente
Medische aansprakelijkheid – Anesthesist – Fout – (Geen) noodtoestand
Beroepsaansprakelijkheid – Organisator en reisbemiddelaar – Huwelijksreis – Ontevredenheid van de klanten – Afwezigheid van fout
Schade aan zaken – Verlies van een luxe-uurwerk – Beoordeling van de vervangingsvergoeding op basis van een getuigschrift van de fabrikant van het uurwerk – Toepassing van een vetusteitscoëfficiënt
Schade aan personen – Overlijden van een zoon van 19 jaar – Morele schade van de ouders – Vergoedingsmethode
Schade aan personen – Verwondingen – Man van 30 jaar op de datum van het ongeval – Blijvende ongeschiktheid van 35% – Subrogatievordering van de mutualiteit
Verzekering B.A. Motorrijtuig – Belgisch bureau van de Automobielverzekeraars – Gelijkstelling met een verzekeraar – Omvang
La faillite de l'intermédiaire d'assurances
Jacht – Wet van 14 juli 1961 – Schade berokkend door grofwild aan gras- en bloemperken bestemd voor genot – Toepasselijkheid (ja)
Aansprakelijkheid voor zaken – Brand veroorzaakt door een oude vaatwasmachine – Huurovereenkomst – Overdracht van de bewaring van de zaak – Aansprakelijkheid van de huurder
Burenhinder – Windturbine – Geluidshinder – Buitensporige hinder (ja) – Vergoeding : verplaatsing van de windturbine op straffe van een dwangsom
Aansprakelijkheid van de publieke overheid – Wegenis – Zachte berm – Geen fout van de gemeente
Medische aansprakelijkheid – Anesthesist – Fout – (Geen) noodtoestand
Beroepsaansprakelijkheid – Organisator en reisbemiddelaar – Huwelijksreis – Ontevredenheid van de klanten – Afwezigheid van fout
Schade aan zaken – Verlies van een luxe-uurwerk – Beoordeling van de vervangingsvergoeding op basis van een getuigschrift van de fabrikant van het uurwerk – Toepassing van een vetusteitscoëfficiënt
Schade aan personen – Overlijden van een zoon van 19 jaar – Morele schade van de ouders – Vergoedingsmethode
Schade aan personen – Verwondingen – Man van 30 jaar op de datum van het ongeval – Blijvende ongeschiktheid van 35% – Subrogatievordering van de mutualiteit
Verzekering B.A. Motorrijtuig – Belgisch bureau van de Automobielverzekeraars – Gelijkstelling met een verzekeraar – Omvang
Année
2014
Volume
2014
Numéro
5
Page
15086
Langue
Français
Juridiction
Bergen, Hof van Beroep - Cour d'Appel, 26/11/2013
Référence
“Medische aansprakelijkheid – Anesthesist – Fout – (Geen) noodtoestand”, RGAR 2014, nr. 5, 15086-15091
Résumé
Si le chirurgien assume à l'égard du patient la responsabilité de l'intervention chirurgicale et coordonne l'ensemble des actes ayant pour but le traitement chirurgical du patient, ayant ainsi un devoir général de surveillance dans les phases pré, per et postopératoires, il n'en demeure pas moins que l'anesthésiste ne se trouve pas en état de subordination par rapport au chirurgien avec lequel il doit coordonner ses prestations et qu'il dispose d'une totale indépendance vis-à-vis de ce dernier, dans sa sphère de compétence, compte tenu de sa responsabilité propre.
Il en découle que l'anesthésiste ne peut se laisser dicter sa conduite par le chirurgien et reste libre de refuser d'anesthésier un patient s'il estime que son état ne le permet pas ou, en cas d'urgence, que le risque encouru par l'induction de l'anesthésie est supérieur au risque pouvant résulter de l'absence d'opération ou de son report.
L'état de nécessité ne peut être admis comme cause de justification que s'il réunit plusieurs conditions, à savoir que la valeur du bien sacrifié soit inférieure ou à tout le moins équivalente à celle du bien que l'on prétend sauvegarder, que le droit ou l'intérêt à sauvegarder soit en péril imminent et grave, qu'il soit impossible d'éviter le mal autrement que par l'infraction et que l'agent n'ait pas créé par son fait la situation qui le met en état de nécessité.
L'état de nécessité ne peut résulter d'une négligence ou d'un manque de précaution du débiteur de l'obligation.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!