Volume 2014 : 3
Het politieverhoor van minderjarige verdachten: op maat van het kind?
Grondwettelijk Hof nr. 20/2014, 29 januari 2014
De wetgever in zijn blootje gezet: Grondwettelijk Hof vernietigt systematische naaktfouilleringen
Cass. (2e k.) AR P.12.0709.F, 3 oktober 2012 (I. D.N.C.A. / D.T., C.F., e.a., II. H.Y.J.G., H.T.F.J.)
Cass. (1re ch.) RG C.12.0291.F, 15 novembre 2013 (M.M. / Etat belge)
[Bewijswaarde van beschouwingen van speurders in processen-verbaal]
Cass. (2e k.) AR P.13.1779.N, 19 november 2013 (P.E.)
[Subjectief recht van de veroordeelde op het verkrijgen van strafuitvoeringsmodaliteiten indien hij aan alle voorwaarden voldoet]
[Het juridische statuut van de warmtebeeldcamera]
Cass. (2e k.) AR P.13.1858.N, 3 december 2013 (B.W.)
[Motiveringsverplichting inzake de noodzakelijke voorafgaande vaststelling van het misdrijf voor de toepassing van de uitzonderingsprocedure van heterdaad]
Cass. (2e k.) AR P.13.1332.N, 14 januari 2014 (J.E.C.)
[Vertaling van stukken gesteld in een andere taal dan deze van de rechtspleging - Onvolledigheid of gebrekkigheid van de inventaris van het strafdossier]
KI Gent 18 februari 2014
[Tijdig ingrijpen bij onregelmatige machtiging inkijkoperatie vermijdt vaststelling nietigheid of verwijdering uti het dossier]
EHRM (1e afd.) nr. 66393/10, 13 februari 2014 (Tali / Estland)
EHRM (4e afd.) nr. 26827/08, 11 maart 2014 (Abdu / Bulgarije)
EHRM (1e afd.) nr. 58428/10, 27 maart 2014 (Matytsina / Rusland)
EHRM (1e afd.) nr. 6228/09, 19678/07, 52340/08, 7451/09, 19123/09, 24 april 2014 (Lagutin e.a. / Rusland)
Het politieverhoor van minderjarige verdachten: op maat van het kind?
Grondwettelijk Hof nr. 20/2014, 29 januari 2014
De wetgever in zijn blootje gezet: Grondwettelijk Hof vernietigt systematische naaktfouilleringen
Cass. (2e k.) AR P.12.0709.F, 3 oktober 2012 (I. D.N.C.A. / D.T., C.F., e.a., II. H.Y.J.G., H.T.F.J.)
Cass. (1re ch.) RG C.12.0291.F, 15 novembre 2013 (M.M. / Etat belge)
[Bewijswaarde van beschouwingen van speurders in processen-verbaal]
Cass. (2e k.) AR P.13.1779.N, 19 november 2013 (P.E.)
[Subjectief recht van de veroordeelde op het verkrijgen van strafuitvoeringsmodaliteiten indien hij aan alle voorwaarden voldoet]
[Het juridische statuut van de warmtebeeldcamera]
Cass. (2e k.) AR P.13.1858.N, 3 december 2013 (B.W.)
[Motiveringsverplichting inzake de noodzakelijke voorafgaande vaststelling van het misdrijf voor de toepassing van de uitzonderingsprocedure van heterdaad]
Cass. (2e k.) AR P.13.1332.N, 14 januari 2014 (J.E.C.)
[Vertaling van stukken gesteld in een andere taal dan deze van de rechtspleging - Onvolledigheid of gebrekkigheid van de inventaris van het strafdossier]
KI Gent 18 februari 2014
[Tijdig ingrijpen bij onregelmatige machtiging inkijkoperatie vermijdt vaststelling nietigheid of verwijdering uti het dossier]
EHRM (1e afd.) nr. 66393/10, 13 februari 2014 (Tali / Estland)
EHRM (4e afd.) nr. 26827/08, 11 maart 2014 (Abdu / Bulgarije)
EHRM (1e afd.) nr. 58428/10, 27 maart 2014 (Matytsina / Rusland)
EHRM (1e afd.) nr. 6228/09, 19678/07, 52340/08, 7451/09, 19123/09, 24 april 2014 (Lagutin e.a. / Rusland)
Année
2014
Volume
2014
Numéro
3
Page
186
Langue
Néerlandais
Juridiction
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 03/12/2013
Référence
B. MEGANCK, “Cass. (2e k.) AR P.13.1858.N, 3 december 2013 (B.W.)”, TSTRAFRECHT 2014, nr. 3, 186-188
Résumé
Samenvatting 1 De ontdekking op heterdaad, bepaald in artikel 59 Grondwet, is deze bedoeld in artikel 41, eerste lid, Wetboek van Strafvordering. De bijzondere regels die gelden in geval van ontdekking op heterdaad op grond van laatst vermeld artikel, zijn derhalve van toepassing in geval van parlementaire onschendbaarheid. Samenvatting 2 Uit de artikelen 40, eerste lid en 41, eerste lid, Wetboek van Strafvordering volgt dat, voorafgaand aan de toepassing van de bijzondere regels die gelden in geval van ontdekking op heterdaad, er precieze elementen moeten bestaan waaruit objectief kan worden afgeleid dat een misdrijf gepleegd wordt of net gepleegd is. Het is niet vereist dat het misdrijf door een getuige is waargenomen of door een agent van gerechtelijke politie onmiddellijk is vastgesteld, noch dat het zodanig vanzelfsprekend is en in al zijn aspecten is vastgesteld dat verder onderzoek niet vereist is. Samenvatting 3 Krachtens artikel 1, eerste lid, 4°, voorlopige hechteniswet kan in geval van een op heterdaad ontdekte misdaad of een op heterdaad ontdekt wanbedrijf, de officier van gerechtelijke politie tot arrestatie van de verdachte overgaan.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!