Volume 2021 : 3
Kunnen en mogen personen onder invloed van alcohol verhoord worden?
Cass. (2e ch.) RG P.19.1134.F, 27 novembre 2019 (D.D. P.)
Toegang tot het strafdossier bij een verzoek tot vrijstelling van de voorwaarden gekoppeld aan invrijheidstelling
Cass. (2e k.) AR P.19.1117.N, 18 februari 2020 (M. G., R. T., H. V., e.a.; ETHIAS nv / I. G., M. G., M. B. K.)
Cass. (2e k.) AR P.20.0226.F, 4 maart 2020 (O. M.)
Onmiddellijke aanhouding sui generis bij herroeping van het probatie-uitstel wegens niet-nakoming van de probatie
Cass. (2e k.) AR P.20.0351.N, 23 juni 2020 (BELGISCHE STAAT / J. V.)
Het schuldvermoeden in het douane- en accijnsstrafrecht
Cass. (2e k.) AR P.20.0580.N, 1 december 2020 (M G, H V, R G, e.a.; BELGISCHE STAAT; S P, K N / A A, L L)
Weerspannigheid in groep en deelneming door onthouding
Cass. (2e k.) AR P.20.1206.N, 5 januari 2021 (M. B.)
Cass. (2e k.) AR P.20.1126.N, 23 februari 2021 (M S)
Cass. (2e k.) AR P.21.0175.N, 2 maart 2021 (A. N.)
Cass. (2e k.) AR P.20.1166.N, 9 maart 2021 (M. M. M. / Valérie BECKERS, S. K., D. V.)
Cass. (2e k.) AR P.20.1328.N, 16 maart 2021 (R. E. H. D.)
Cass. (2e k.) AR P.20.1123.N, 16 maart 2021 (I. A. / M. I., C. H.)
Herstel in eer en rechten voor een levenslang rijverbod bij verbetering en goed gedrag
EHRM (3e afd) nr. 54339/09, 9 maart 2021 (Zinin / Rusland)
EHRM (5e afd.) nr. 65583/13, 70106/13, 18 februari 2021 (Azizov en Novruzlu / Azerbeidzjan)
Kunnen en mogen personen onder invloed van alcohol verhoord worden?
Cass. (2e ch.) RG P.19.1134.F, 27 novembre 2019 (D.D. P.)
Toegang tot het strafdossier bij een verzoek tot vrijstelling van de voorwaarden gekoppeld aan invrijheidstelling
Cass. (2e k.) AR P.19.1117.N, 18 februari 2020 (M. G., R. T., H. V., e.a.; ETHIAS nv / I. G., M. G., M. B. K.)
Cass. (2e k.) AR P.20.0226.F, 4 maart 2020 (O. M.)
Onmiddellijke aanhouding sui generis bij herroeping van het probatie-uitstel wegens niet-nakoming van de probatie
Cass. (2e k.) AR P.20.0351.N, 23 juni 2020 (BELGISCHE STAAT / J. V.)
Het schuldvermoeden in het douane- en accijnsstrafrecht
Cass. (2e k.) AR P.20.0580.N, 1 december 2020 (M G, H V, R G, e.a.; BELGISCHE STAAT; S P, K N / A A, L L)
Weerspannigheid in groep en deelneming door onthouding
Cass. (2e k.) AR P.20.1206.N, 5 januari 2021 (M. B.)
Cass. (2e k.) AR P.20.1126.N, 23 februari 2021 (M S)
Cass. (2e k.) AR P.21.0175.N, 2 maart 2021 (A. N.)
Cass. (2e k.) AR P.20.1166.N, 9 maart 2021 (M. M. M. / Valérie BECKERS, S. K., D. V.)
Cass. (2e k.) AR P.20.1328.N, 16 maart 2021 (R. E. H. D.)
Cass. (2e k.) AR P.20.1123.N, 16 maart 2021 (I. A. / M. I., C. H.)
Herstel in eer en rechten voor een levenslang rijverbod bij verbetering en goed gedrag
EHRM (3e afd) nr. 54339/09, 9 maart 2021 (Zinin / Rusland)
EHRM (5e afd.) nr. 65583/13, 70106/13, 18 februari 2021 (Azizov en Novruzlu / Azerbeidzjan)
Année
2021
Volume
2021
Numéro
3
Page
154
Langue
Néerlandais
Juridiction
09/03/2021
Référence
“EHRM (3e afd) nr. 54339/09, 9 maart 2021 (Zinin / Rusland)”, TSTRAFRECHT 2021, nr. 3, 154-157
Résumé
Samenvatting 1 Voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) klaagden verzoekers de schending van artikel 6, § 1 EVRM door het gebruik van een “agent-provocateur”. Het Hof besloot dat de regering er niet in geslaagd was om aan te tonen dat verzoeker niet het voorwerp was van politie-uitlokking wegens de omstandigheden en het gebrek aan informatie over de undercoveroperatie die licht zou dienen te werpen over het bestaan van voorgaande belastende informatie van verzoeker (materiële toets). Na het uitvoeren van de procedurele toets, stelde het Hof vast dat er geen aanwijzing was dat de verdediging had getracht om de bewering van verzoeker te weerleggen dat hij aangezet was tot het plegen van een strafbaar feit. Er werd niet geprobeerd om aan te tonen dat er geen politie-uitlokking was tijdens het onderzoek, evenmin werd de belangrijkste getuige verantwoordelijk voor de undercoveroperatie, ondervraagd over de omstandigheden waarin de operatie werd uitgevoerd. Zij stelden enkel in hun slotargument dat de beweringen van verzoeker niet onderbouwd waren, waardoor ze niet aan de vereiste bewijslast hebben voldaan. Bovendien heeft de vrederechter niet getracht om vast te stellen of een privépersoon of een politiemedewerker de politie had gewaarschuwd over de criminele activiteiten van verzoeker, waarom de politie had besloten om een undercoveroperatie op te starten, welk materiaal ze in hun bezit hadden en of indien de verantwoordelijke voor de undercoveroperatie druk had uitgeoefend op verzoeker tijdens hun interacties. Allemaal factoren die van cruciaal belang zijn voor het onderzoek van het verweer van uitlokking op een wijze die vergelijkbaar is met de letter en geest van artikel 6 EVRM. Zowel de vrederechter als de beroeps- en cassatierechtbank waren er niet in geslaagd om de verplichting te voldoen en het verweer van verzoeker te onderzoeken en voerden enkel een beperkt onderzoek inzake de beweringen van het aandringen van de politie tijdens de undercoveroperatie. Het Hof oordeelde dat de eerlijkheid van de procedure tegen verzoeker onomkeerbaar aangetast was waardoor artikel 6, § 1 van het Verdrag werd geschonden ingevolge de veroordeling van verzoeker naar aanleiding van politionele uitlokking.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!