Voorz. Rb. Brussel (NI.) (10e k.) 10 oktober 2018

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 376
Artikel
Voorz. Rb. Brussel (NI.) (10e k.) 10 oktober 2018

Jaar 2018 Volume 2018 Nummer 376 Pagina 1 Taal Nederlands Rechtscollege Brussel, Burgerlijke Rechtbank - Tribunal Civil, 10/10/2018 Referentie “Voorz. Rb. Brussel (NI.) (10e k.) 10 oktober 2018”, DJK 2018, nr. 376, 1-2 Samenvatting Samenvatting 1 De rechter wijst op de beleidsvrijheid voor de overheid. Er wordt besloten tot schending van de Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa, aangezien de daarin opgenomen verplichtingen niet zijn nagekomen. De overheid wordt verplicht tot mededeling van enkele resultaten en tot opstelling van een luchtkwaliteitsplan. Het doen opnemen van specifieke maatregelen in dat plan of een verbod om eender welke maatregel te treffen waarvan statistisch kan worden verwacht dat die tot voortgaande of hernieuwde overschrijding van de grenswaarden zal leiden, is niet aan de orde. Samenvatting 2 De Milieustakingswet (ook wel de wet vorderingsrecht leefmilieu genoemd) betreft inbreuken op een of meer bepalingen van wetten, decreten, ordonnanties, verordeningen of besluiten betreffende de bescherming van het leefmilieu. Ook Europese richtlijnen worden beoogd nu zij bindend zijn voor de Belgische overheden zodra ze uitgevaardigd en in werking getreden zijn, ook al zijn ze omgezet in de interne wetgeving. De vraag of een richtlijn al dan niet directe werking heeft, is wat dat betreft niet relevant. Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (de Luchtkwaliteitsrichtlijn) betreft onbetwistbaar de bescherming van het leefmilieu. Samenvatting 3 De Milieustakingswet (ook wel de wet vorderingsrecht leefmilieu genoemd) vereist een kennelijke inbreuk of een ernstige bedreiging voor een inbreuk. De stakingsrechter moet aldus vaststellen dat er een overtreding is van een bepaling inzake leefmilieu die duidelijk identificeerbaar en toerekenbaar is en dat de gevolgen van die inbreuk schade meebrengen voor het leefmilieu met een graad van ernst die een rechterlijke interventie kunnen verantwoorden. De drempel van de vereisten die het woord 'kennelijk' meebrengt, mag niet te hoog worden gelegd gelet op artikel 9, derde lid verdrag 25 juni 1998 betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (het Verdrag van Aarhus). Samenvatting 4 De milieustakingsrechter kan het beleid van de wetgevende en de uitvoerende macht niet overnemen en moet zich bij het opleggen van beleidsmaatregelen aan de overheid terughoudend opstellen. De beleidsvrijheid van de regelgevende overheid moet worden geëerbiedigd, wat wil zeggen dat de rechter de overheid niet mag verplichten deze of gene maatregel al dat niet te nemen wanneer blijkt dat die maatregel niet de enige wijze is waarmee de overheid de wettelijkheid kan realiseren. Samenvatting 5 Een vordering die ertoe strekt voor recht te zeggen dat aan de verwerende partij een verbod wordt opgelegd om eender welke maatregel te treffen waarvan statistisch verwacht wordt dat zij tot overschrijding van de grenswaarden zou leiden, is onontvankelijk, omdat zij bij gebrek aan precisie niet omgezet kan worden in een afdwingbare rechterlijke beslissing. Bovendien wordt niet aannemelijk gemaakt dat het Vlaamse Gewest zinnens is om maatregelen te nemen waarvan de waarschijnlijkheid dat zij tot overschrijding van grenswaarden zal leiden voldoende is aangetoond. Samenvatting 6 De jaargrenswaarde voor NO? van richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (de Luchtkwaliteitsrichtlijn) is een milieunorm die deel uitmaakt van de Belgische rechtsorde. De schending ervan kan vastgesteld worden door de milieustakingsrechter en op die basis kunnen aan de Belgische overheden maatregelen worden opgelegd inzonderheid de plicht van artikel 23 van de Luchtkwaliteitsrichtlijn om een luchtkwaliteitsplan op te stellen. Samenvatting 7 Wat betreft de concrete invulling van luchtkwaliteitsplannen en de erin te nemen maatregelen beschikken de lidstaten over een beoordelingsmarge. Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (de Luchtkwaliteitsrichtlijn) vereist wel dat bij het opstellen van luchtkwaliteitsplannen een belangenafweging wordt gemaakt tussen enerzijds de doelstelling van het verkleinen van het risico van vervuiling en anderzijds andere openbare en particuliere belangen, waarbij technische moeilijkheden en sociaaleconomische en budgettaire beperkingen een rol kunnen spelen. Samenvatting 8 Wanneer in het kader van een luchtkwaliteitsbeoordeling volgens de in richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (de Luchtkwaliteitsrichtlijn) vastgelegde methode, aanvullende informatie verkregen wordt door indicatieve metingen en/of modelleringstechnieken die voldoen aan de standaard en criteria van de Luchtkwaliteitsrichtlijn, moet die informatie in de beoordeling worden betrokken, inclusief de vraag of de grenswaarden werden gerespecteerd. Die informatie moet meegedeeld worden aan de Europese Commissie. Er kan dan ook een schending van de Luchtkwaliteitsrichtlijn vastgesteld worden wanneer blijkt dat een lidstaat indicatieve metingen en modelleringstechnieken heeft toegepast, maar die informatie niet heeft doorgespeeld aan de Europese Commissie. Er kan ook een schending vastgesteld worden wanneer zou blijken dat de via die aanvullende technieken bekomen gegevens aantonen dat er grenswaarden niet werden gerespecteerd. Samenvatting 9 De inbreuk van het niet-meedelen aan de Europese Commissie van de informatie bekomen door modelleringstechnieken die beantwoorden aan richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (de Luchtkwaliteitsrichtlijn) noodzaakt ertoe dat een maatregel wordt opgelegd aan het Vlaamse Gewest, namelijk een bevel om die gegevens overeenkomstig artikel 27 Luchtkwaliteitsrichtlijn en het uitvoeringsbesluit ervan aan de Europese Commissie mee te delen, binnen een termijn van 3 maanden. Samenvatting 10 Uit de informatie die werd verkregen door de RIO-, IFDM- en OSPM-modellering (modellen die gebruikt worden om de luchtkwaliteit in te schatten) is gebleken dat er veelvuldige en blijvende jaargrenswaarde-overschrijdingen zijn voor NO?, verspreid over diverse plaatsen gelegen in alle zes zones en agglomeraties waarin het Vlaamse Gewest werd opgedeeld. Het staat vast dat de door richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (de Luchtkwaliteitsrichtlijn) opgelegde verplichting de jaargrenswaarde voor NO? te respecteren, werd geschonden in alle zones en agglomeraties waarin het Vlaamse Gewest voor het meten van de NO?-waarden is opgedeeld. Uit de voorgelegde stukken blijkt dat de door het Vlaamse Gewest genomen maatregelen of het gevoerde beleid niet volstaan om die overschrijdingen te vermijden, noch dat zij van aard zijn om de luchtverontreiniging terug te dringen beneden de jaargrenswaarde binnen een zo kort mogelijke periode. Bevel moet worden gegeven om een luchtkwaliteitsplan op te stellen, conform de vereisten van artikel 23 van de Luchtkwaliteitsrichtlijn, inzonderheid de plicht om de periode van overschrijdingen zo kort mogelijk te houden. Dat plan moet slaan op het gehele grondgebied van het Vlaamse Gewest. Het luchtkwaliteitsplan 2017, dat beperkt is tot de agglomeratie Antwerpen, volstaat niet en moet opnieuw beoordeeld worden en aangepast in het licht van de gegevens die via modellering werden bekomen. Een uitvoeringstermijn van één jaar is gepast. Deze verplichting moet worden gekoppeld aan een dwangsom. Samenvatting 11 De vordering met betrekking tot de inhoud van het gewenste luchtkwaliteitsplan is manifest ongegrond. Dat geldt evenzeer voor de vordering tot het nemen van die maatregelen, los van enig luchtkwaliteitsplan.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren