- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 6
- Artikel
- Art. 24, tweede lid V.T.Sv. • Verjaring strafvordering • Schorsing • Art. 43quater, § 4 Sw. • Criminele organisatie
Volume 16 : 6
Het zwijgrecht als tweesnijdend zwaard: een fundamenteel recht van verdediging of een katalysator voor schuldigverklaring? De toepassing van het zwijgrecht in strafzaken empirisch onderzocht
Verruimde confiscatie • Wettelijke vermoedens • Motivering • Recht op eigendom • Art. 1 Eerste Protocol EVRM
Art. 6 EVRM • Art. 6, § 3, c) EVRM • Eerlijk proces • Toegang raadsman • Redelijke termijn
Afluistermaatregel • Politionele samenvatting van opgenomen communicatie • Recht van verdediging
Art. 24, tweede lid V.T.Sv. • Verjaring strafvordering • Schorsing • Art. 43quater, § 4 Sw. • Criminele organisatie
Onregelmatig bewijs • Art. 32 V.T.Sv. • Nietigheid • Wegverkeerswet • Overtreding vastgesteld door automatisch werkend toestel • Niet-vermelding bemande of onbemande vaststelling overtreding • Niet voorgeschreven op straffe van nietigheid • Onbetrouwbaarheid • Recht van verdediging
Onregelmatig bewijs • Art. 32 V.T.Sv. • Nietigheid • Onderscheid vrije bewijslevering en bewijslevering bijzonder bij wet geregeld • Wettelijk geregeld bewijs alcoholintoxicatie • Wegveerkerswet • Bloedproef • Niet voorgeschreven op straffe van nietigheid • Betrouwbaarheid van de analyse • Niet noodzakelijk miskenning recht op eerlijk proces
Uitspraak door rechters die debatten hebben bijgewoond • Verschillende geschilpunten
Art. 1 KB nr. 22 van 24 oktober 1934 • Beroepsverbod • Feitelijk bestuurderschap • Art. 496 Sw. • Oplichting • Art. 66 Sw. • Strafbare deelneming
Art. 371/1, § 1, 2° Sw. • Verspreiding beeld- of geluidsopname van een ontblote persoon of een persoon die een expliciete seksuele daad stelt, zonder diens toestemming • Draagwijdte
Bestraffing seksueel misdrijf • Vraag tot begeleiding • Invulling probatievoorwaarden
Het zwijgrecht als tweesnijdend zwaard: een fundamenteel recht van verdediging of een katalysator voor schuldigverklaring? De toepassing van het zwijgrecht in strafzaken empirisch onderzocht
Verruimde confiscatie • Wettelijke vermoedens • Motivering • Recht op eigendom • Art. 1 Eerste Protocol EVRM
Art. 6 EVRM • Art. 6, § 3, c) EVRM • Eerlijk proces • Toegang raadsman • Redelijke termijn
Afluistermaatregel • Politionele samenvatting van opgenomen communicatie • Recht van verdediging
Art. 24, tweede lid V.T.Sv. • Verjaring strafvordering • Schorsing • Art. 43quater, § 4 Sw. • Criminele organisatie
Onregelmatig bewijs • Art. 32 V.T.Sv. • Nietigheid • Wegverkeerswet • Overtreding vastgesteld door automatisch werkend toestel • Niet-vermelding bemande of onbemande vaststelling overtreding • Niet voorgeschreven op straffe van nietigheid • Onbetrouwbaarheid • Recht van verdediging
Onregelmatig bewijs • Art. 32 V.T.Sv. • Nietigheid • Onderscheid vrije bewijslevering en bewijslevering bijzonder bij wet geregeld • Wettelijk geregeld bewijs alcoholintoxicatie • Wegveerkerswet • Bloedproef • Niet voorgeschreven op straffe van nietigheid • Betrouwbaarheid van de analyse • Niet noodzakelijk miskenning recht op eerlijk proces
Uitspraak door rechters die debatten hebben bijgewoond • Verschillende geschilpunten
Art. 1 KB nr. 22 van 24 oktober 1934 • Beroepsverbod • Feitelijk bestuurderschap • Art. 496 Sw. • Oplichting • Art. 66 Sw. • Strafbare deelneming
Art. 371/1, § 1, 2° Sw. • Verspreiding beeld- of geluidsopname van een ontblote persoon of een persoon die een expliciete seksuele daad stelt, zonder diens toestemming • Draagwijdte
Bestraffing seksueel misdrijf • Vraag tot begeleiding • Invulling probatievoorwaarden
Jaar
2021
Volume
16
Nummer
6
Pagina
503
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 23/02/2021
Referentie
“Art. 24, tweede lid V.T.Sv. • Verjaring strafvordering • Schorsing • Art. 43quater, § 4 Sw. • Criminele organisatie”, NC 2021, nr. 6, 503-513
Samenvatting
Indien het vonnisgerecht, naast de in artikel 24, tweede lid V.T.Sv. bedoelde procedurele excepties opgeworpen door de erin vermelde partijen, zelf procedurele middelen opwerpt zoals de onontvankelijkheid van het hoger beroep van een partij of de nietigheid wegens schending van de Taalwet Gerechtszaken van een conclusie van een beklaagde waarin een procedurele exceptie wordt opgeworpen, en het vonnisgerecht die zelf opgeworpen middelen eerst moet onderzoeken en beoordelen alvorens de door de vermelde partijen aangevoerde procedurele excepties nuttig te kunnen onderzoeken en beoordelen, dan belet dit niet dat de verjaring van de strafvordering is geschorst bij toepassing van artikel 24, tweede lid, V.T.Sv. Er is volgens artikel 24, tweede lid, tweede zin V.T.Sv. geen schorsing van de verjaring indien de beslissing over de daarin bedoelde exceptie bij de zaak zelf wordt gevoegd en de verjaring van de strafvordering is niet geschorst indien het vonnisgerecht deze excepties beoordeelt met dezelfde beslissing als deze waarbij uitspraak wordt gedaan over de schuld van de beklaagden; de omstandigheid dat een zaak in zijn geheel wordt behandeld op een rechtszitting houdt niet in dat het vonnisgerecht de in artikel 24, tweede lid V.T.Sv. bedoelde procedurele excepties bij de zaak zelf heeft gevoegd. De omstandigheid dat de beslissing waarin de in artikel 24, tweede lid V.T.Sv. bedoelde procedurele excepties worden verworpen, tevens uitspraak doet over andere middelen dan procedurele excepties van onbevoegdheid, onontvankelijkheid of nietigheid, zoals de aanneming van verzachtende omstandigheden met betrekking tot een telastlegging, de vaststelling van de verjaring van de strafvordering met betrekking tot een bepaalde telastlegging of het bepalen van de incriminatieperiode van een telastlegging, maar geen uitspraak doet over de schuld van de beklaagde, belet niet dat de verjaring van de strafvordering is geschorst bij toepassing van artikel 24, tweede lid V.T.Sv. Artikel 43quater, § 4 Sw. bepaalt dat het vermogen dat ter beschikking staat van een criminele organisatie, moet worden verbeurd verklaard, onder voorbehoud van de rechten van derden te goeder trouw; uit de wetsgeschiedenis van deze bepaling volgt dat de wetgever er een bijzondere toepassing in zag van artikel 42, 1° Sw., dat de verplichte verbeurdverklaring voorschrijft van de misdrijfinstrumenten, en met dit artikel 43quater, § 4 Sw. dit begrip wilde verbijzonderen tot alle activa waarvan het duidelijk is dat zij bestemd zijn om te dienen voor de activiteiten van een criminele organisatie, zodat deze verbeurdverklaring betrekking heeft op elk goed dat ter beschikking staat van de criminele organisatie voor de uitoefening van haar activiteiten en deze verbeurdverklaring niet beperkt is tot vermogensvoordelen uit een misdrijf.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!