- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 300
- Artikel
- Grondwettelijk Hof nr. 114/2013, 31 juli 2013
Volume 2014 : 300
Dataportabiliteit en digitale (mensen-)handel. Een nieuwe kijk op gegevensbescherming
Euthanasie voor kinderen
Octrooien
Registratie en hypothecaire openbaarmaking
HvJ (3e k.) nr. C-212/11, 25 april 2013 (Jyske Bank Gibraltar Ltd / Administración del Estado)
Grensoverschrijdende samenwerking tussen financiële inlichtingeneenheden en privésector
Grondwettelijk Hof nr. 114/2013, 31 juli 2013
Wetgevende validaties naar Straatsburgse normen?
Grondwettelijk Hof nr. 143/2013, 30 oktober 2013
Antwerpen 29 april 2013
Naaktfouillering
Sms begin van bewijs door geschrift (art. 1347 BW )?
Gent 26 november 2012
Misleidende reclame
Gent 27 mei 2013
Naam vennootschap
Rb. Gent 26 maart 2013
Recht van voorkoop: ook voor een pachter die onverdeelde mede-eigenaar is van het verpachte goed?
Dataportabiliteit en digitale (mensen-)handel. Een nieuwe kijk op gegevensbescherming
Euthanasie voor kinderen
Octrooien
Registratie en hypothecaire openbaarmaking
HvJ (3e k.) nr. C-212/11, 25 april 2013 (Jyske Bank Gibraltar Ltd / Administración del Estado)
Grensoverschrijdende samenwerking tussen financiële inlichtingeneenheden en privésector
Grondwettelijk Hof nr. 114/2013, 31 juli 2013
Wetgevende validaties naar Straatsburgse normen?
Grondwettelijk Hof nr. 143/2013, 30 oktober 2013
Antwerpen 29 april 2013
Naaktfouillering
Sms begin van bewijs door geschrift (art. 1347 BW )?
Gent 26 november 2012
Misleidende reclame
Gent 27 mei 2013
Naam vennootschap
Rb. Gent 26 maart 2013
Recht van voorkoop: ook voor een pachter die onverdeelde mede-eigenaar is van het verpachte goed?
Jaar
2014
Volume
2014
Nummer
300
Pagina
311
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 31/07/2013
Referentie
“Grondwettelijk Hof nr. 114/2013, 31 juli 2013”, NJW 2014, nr. 300, 311-313
Samenvatting
Samenvatting 1 Het Hof vernietigt art. 7.4.1/2 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, ingevoegd bij artikel 35 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 11 mei 2012 houdende wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en wijziging van de regelgeving wat de opheffing van het agentschap Ruimtelijke Ordening betreft. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de bestreden bepaling werd aangenomen om de rechtsonzekerheid die het gevolg zou zijn van een arrest van de Raad van State weg te nemen en om het tijdverlies en de hoge kosten die het opnieuw goedkeuren van de ruimtelijke uitvoeringsplannen met zich zou meebrengen, te vermijden. Die dwingende motieven van algemeen belang kunnen te dezen niet verantwoorden dat op discriminerende wijze afbreuk wordt gedaan aan de rechten van de betrokken belanghebbenden. Weliswaar kan de decreetgever ruimtelijke uitvoeringsplannen onvatbaar maken voor de onwettigheid waardoor zij zijn aangetast, hetzij door die plannen geldig te verklaren, hetzij door te machtigen die plannen ongewijzigd opnieuw vast te stellen wanneer zij reeds door de Raad van State zijn vernietigd, maar een dergelijke validatie kan, wanneer zij niet louter een vormgebrek betreft, slechts als uiterste redmiddel worden aangewend. In het voorliggende geval wordt niet aangetoond dat het opnieuw goedkeuren, door de bevoegde overheden, van de ruimtelijke uitvoeringsplannen die op onwettige wijze tot stand zijn gekomen, nadat de betrokkenen een effectieve mogelijkheid werd geboden om hun opmerkingen en bezwaren kenbaar te maken over de inhoudsafbakening van een plan-MER voor een ruimtelijk uitvoeringsplan, of het voorzien in een afwijkende procedure, door de decreetgever, waarin dezelfde mogelijkheid voor de betrokken personen wordt gewaarborgd, onmogelijk of uiterst moeilijk zou zijn. Zoals de Raad van State, stelt het Hof vast dat het verschil in behandeling van de categorieën van personen die aan de ene of de andere procedure zijn onderworpen niet redelijk kan worden verantwoord aangezien daardoor op onevenredige wijze afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid tot inspraak van bepaalde belanghebbenden bij de totstandkoming van de betrokken ruimtelijke uitvoeringsplannen. De bestreden bepaling schendt de art. 10 en 11 Gw. Art. 7.4.1/2 , Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Art. 10 , Gecoördineerde Grondwet Art. 11 , Gecoördineerde Grondwet
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!