- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 300
- Artikel
- HvJ (3e k.) nr. C-212/11, 25 april 2013 (Jyske Bank Gibraltar Ltd / Administración del Estado)
Volume 2014 : 300
Dataportabiliteit en digitale (mensen-)handel. Een nieuwe kijk op gegevensbescherming
Euthanasie voor kinderen
Octrooien
Registratie en hypothecaire openbaarmaking
HvJ (3e k.) nr. C-212/11, 25 april 2013 (Jyske Bank Gibraltar Ltd / Administración del Estado)
Grensoverschrijdende samenwerking tussen financiële inlichtingeneenheden en privésector
Grondwettelijk Hof nr. 114/2013, 31 juli 2013
Wetgevende validaties naar Straatsburgse normen?
Grondwettelijk Hof nr. 143/2013, 30 oktober 2013
Antwerpen 29 april 2013
Naaktfouillering
Sms begin van bewijs door geschrift (art. 1347 BW )?
Gent 26 november 2012
Misleidende reclame
Gent 27 mei 2013
Naam vennootschap
Rb. Gent 26 maart 2013
Recht van voorkoop: ook voor een pachter die onverdeelde mede-eigenaar is van het verpachte goed?
Dataportabiliteit en digitale (mensen-)handel. Een nieuwe kijk op gegevensbescherming
Euthanasie voor kinderen
Octrooien
Registratie en hypothecaire openbaarmaking
HvJ (3e k.) nr. C-212/11, 25 april 2013 (Jyske Bank Gibraltar Ltd / Administración del Estado)
Grensoverschrijdende samenwerking tussen financiële inlichtingeneenheden en privésector
Grondwettelijk Hof nr. 114/2013, 31 juli 2013
Wetgevende validaties naar Straatsburgse normen?
Grondwettelijk Hof nr. 143/2013, 30 oktober 2013
Antwerpen 29 april 2013
Naaktfouillering
Sms begin van bewijs door geschrift (art. 1347 BW )?
Gent 26 november 2012
Misleidende reclame
Gent 27 mei 2013
Naam vennootschap
Rb. Gent 26 maart 2013
Recht van voorkoop: ook voor een pachter die onverdeelde mede-eigenaar is van het verpachte goed?
Jaar
2014
Volume
2014
Nummer
300
Pagina
306
Taal
Nederlands
Rechtscollege
25/04/2013
Referentie
“HvJ (3e k.) nr. C-212/11, 25 april 2013 (Jyske Bank Gibraltar Ltd / Administración del Estado)”, NJW 2014, nr. 300, 306-310
Samenvatting
Samenvatting 1 Artikel 22 , lid 2, van richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme moet aldus worden uitgelegd dat de bedoelde entiteiten de vereiste gegevens moeten verstrekken aan de financiële-inlichtingeneenheid van de lidstaat op het grondgebied waarvan zij zich bevinden. In geval van transacties in het kader van het vrij verrichten van diensten wil dat zeggen aan de financiële-inlichtingeneenheid van de lidstaat van herkomst. Art. 22 , Richtlijn 2005/60/EG van 26 oktober 2005 van het Europees Parlement en de Raad tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme Samenvatting 2 Artikel 22 , lid 2, van richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen de regeling van een lidstaat die kredietinstellingen verplicht om de voor de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme vereiste informatie rechtstreeks aan de financiële-inlichtingeneenheid van deze staat te verstrekken wanneer deze instellingen hun activiteiten op het nationale grondgebied in het kader van het vrij verrichten van diensten uitoefenen, mits deze regeling het nuttige effect van deze richtlijn en van besluit 2000/642/JBZ van de Raad van 17 oktober 2000 inzake een regeling voor samenwerking tussen de financiële-inlichtingeneenheden van de lidstaten bij de uitwisseling van gegevens, niet in gevaar brengt. Met een dergelijke nationale regeling moet immers worden beoogd met eerbiediging van het recht van de Unie de doeltreffendheid van de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme te vergroten. Zij mag noch afbreuk doen aan de in richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 vastgelegde beginselen inzake de meldingsplicht van de hieraan onderworpen entiteiten, noch de doeltreffendheid schaden van de bestaande vormen van samenwerking en uitwisseling van gegevens tussen de financiële-inlichtingeneenheden, zoals vastgelegd in besluit 2000/642/JBZ van de Raad van 17 oktober 2000, noch de in richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 bedoelde kredietinstellingen ontslaan van hun verplichting de vereiste gegevens overeenkomstig artikel 22 van deze richtlijn te verstrekken aan de financiële-inlichtingeneenheid van de lidstaat op het grondgebied waarvan zij zich bevinden. Voorts schendt een dergelijke nationale regeling geen enkele bepaling van besluit 2000/642/JBZ van de Raad van 17 oktober 2000 indien haar eigen financiële-inlichtingeneenheid niet wordt ontslagen van haar verplichting tot samenwerking met de financiële-inlichtingeneenheden van de andere lidstaten en, omgekeerd, ongewijzigd het recht behoudt om hun te verzoeken documenten of inlichtingen te verstrekken voor de bestrijding van het witwassen van geld. Een dergelijke nationale regeling doet immers geen afbreuk aan het in besluit 2000/642/JBZ van de Raad van 17 oktober 2000 vervatte mechanisme van samenwerking tussen de financiële-inlichtingeneenheden, maar voorziet in het kader van dit mechanisme in een middel voor de financiële-inlichtingeneenheid van de betrokken lidstaat om rechtstreeks inlichtingen te verkrijgen in het specifieke geval van een in het kader van het vrij verrichten van diensten op haar grondgebied uitgeoefende activiteit. Art. 22 , Richtlijn 2005/60/EG van 26 oktober 2005 van het Europees Parlement en de Raad tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme Samenvatting 3 Artikel 56 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen de regeling van een lidstaat die kredietinstellingen verplicht om de voor de bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme vereiste informatie rechtstreeks aan de financiële-inlichtingeneenheid van deze staat te verstrekken wanneer deze instellingen hun activiteiten op het nationale grondgebied in het kader van het vrij verrichten van diensten uitoefenen, mits deze door een dwingende reden van algemeen belang gerechtvaardigd wordt, geschikt is om het ermee nagestreefde doel te verwezenlijken, niet verder gaat dan nodig is om dit doel te bereiken en op niet-discriminerende wijze wordt toegepast, hetgeen de nationale rechterlijke instantie dient na te gaan rekening houdend met de volgende overwegingen: — een dergelijke regeling is geschikt om de doelstelling van bestrijding van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme te bereiken, wanneer zij de betrokken lidstaat in staat stelt doeltreffend toezicht uit te oefenen op verdachte financiële transacties door kredietinstellingen die hun diensten op het nationale grondgebied verrichten, de uitvoering van deze transacties daadwerkelijk op te schorten en, in voorkomend geval, de verantwoordelijke personen te vervolgen en te bestraffen; — de verplichting die bij deze regeling wordt opgelegd aan kredietinstellingen die hun activiteiten in het kader van het vrij verrichten van diensten uitoefenen, kan een evenredige maatregel ter bereiking van dit doel zijn bij gebreke, ten tijde van de feiten van het hoofdgeding, van een doeltreffend mechanisme ter verzekering van een volledige samenwerking tussen de financiële-inlichtingeneenheden. Art. 56 , Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de werking van de Europese Unie
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!