Antwerpen, 05/03/2018

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Jaar 2019 Volume 2019 Nummer 11 Pagina 902 Taal Nederlands Rechtscollege Antwerpen, Hof van Beroep - Cour d'Appel, 05/03/2018 Referentie “Antwerpen, 05/03/2018”, RABG 2019, nr. 11, 902-906 Samenvatting De exceptie op grond van artikel 1057 Ger.W. is geen exceptie van ontoelaatbaarheid van het hoger beroep, maar van nietigheid van de beroepsakte. Dit veronderstelt dat de partij die zich erop beroept niet alleen het vormverzuim aantoont, maar ook dat haar procesbelangen door dit verzuim geschonden werden. Een hoger beroep kan enkel gericht zijn tegen beschikkingen van een bestreden vonnis – ongeacht waar deze beschikkingen in het bestreden vonnis werden opgenomen – doch niet tegen loutere overwegingen van de eerste rechter. Diefstal stelt geen einde aan de bezitsbescherming (art. 2279, tweede lid BW). In het geval van een aannemingsovereenkomst (herstel van een wagen) met een accessoire bewaringsovereenkomst, is de verplichting tot teruggave in hoofde van de aannemer een resultaatsverbintenis nu de accessoire bewaringsovereenkomst als niet kosteloos wordt gekwalificeerd in de mate dat de aannemingsovereenkomst niet kosteloos is. Diefstal waarvan de precieze oorzaak niet kan worden bewezen, kan op zichzelf niet als overmacht beschouwd worden, omdat men er zich tegen kan behoeden door de geëigende voorzorgs- of toezichtsmaatregelen te nemen. Overeenkomstig artikel 4 van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming (WMPC) (thans art. VI.2, 7° WER) moet de onderneming te goeder trouw ten laatste op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst aan de consument de behoorlijke en nuttige informatie geven betreffende de belangrijkste kenmerken van het product en betreffende de verkoopvoorwaarden (…). In de mate dat een exoneratiebeding in de bestelbon onduidelijk is omtrent het beoogde doel, in casu de uitsluiting van aansprakelijkheid en vrijwaring van teruggaveplicht, komt de onderneming manifest te kort aan gezegde informatieplicht. Artikel 4 WMPC bepaalt niet hoe een gebrek aan informatie over de verkoopvoorwaarden gesanctioneerd moet worden. De meest aangepaste sanctie is in dit geval dat het zogezegde vrijwaringsbeding niet tegenstelbaar wordt verklaard.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren