- Full text
- Journal
- Number 373
- Article
- Grondwettelijk Hof nr. 107/2018, 19 juli 2018 (Philip Maes e.a.)
Volume 2018 : 373
Handtekening onderzoeksrechter blijft substantiële vormvereiste
Grondwettelijk Hof nr. 91/2018, 5 juli 2018 (Ordre des barreaux francophones et germanophone)
Pro-deoremgeld schendt standstillbeginsel. De hinkstapsprong van het Grondwettelijk Hof in de juridische tweedelijnsbijstand
Grondwettelijk Hof nr. 77/2018, 21 juni 2018 (E.M., vzw Aimer Jeunes e.a.)
Grondwettelijk Hof nr. 107/2018, 19 juli 2018 (Philip Maes e.a.)
Recyclage-oorlog in Brasschaat: Grondwettelijk Hof kan niet lachen met wetgeving op maat
HvJ (3e k.) nr. C-84/17 P, C-85/17 P, C-95/17 P, 25 juli 2018 (Société des produits Nestlé SA / Mondelez UK Holdings & Services Ltd)
Iedereen komt als je KitKat roept? [Uniemerk – onderscheidend vermogen]
[Taaltip] Uw laatste dagen zijn geteld
HvJ (Grote Kamer) nr. C-210/16, 5 juni 2018 (Unabhangiges Landeszentrum für Datenschutz Schleswig-Holstein / Wirtschaftsakademie Schleswig-Holstein GmbH)
Ook beheerder Facebookpagina moet GDPR-regels naleven
Vakbondsman veroordeeld voor wegblokkade in Antwerpse haven
Corr. Antwerpen 29 juni 2018
Nieuwe voetbalwet: over een groter speelveld, een onduidelijke afbakening en enkele gemiste kansen
Grondwettelijk Hof nr. 104/2018, 19 juli 2018 (vzw Vlaams Huurdersplatform)
Tijdelijke sociale huurovereenkomsten doorstaan toets Grondwettelijk Hof
Publiekrechtelijke rechtspersonen genieten niet langer strafrechtelijke immuniteit
Openbare verkoop onroerend goed is eenvoudiger geworden
Tumultueuze zomer voor procesbelang bij Raad van State
RvS (alg. verg.) nr. 241.866, 21 juni 2018 (la commune de Saint-Gilles / la Communauté française)
EHRM (2e afd.) nr. 5475/06, 17 juli 2018 (Ronald Vermeulen / België)
RvS (alg. verg.) nr. 241.865, 21 juni 2018 (Lenglez Josiane / la commune de Rixensart)
‘Die enorme muur die twintig jaar geleden rond justitie stond, is gesloopt’ [Interview met Heidi de Pauw]
Soap van de rolrechten bijna afgelopen?
[Column] Elementary, my dear Watson
Studio 100, Maya de Bij en Greenpeace: misbruik van auteursrecht en parodie
Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame Antwerpen 2 juli 2018
Nieuw verbintenissenrecht: dogmatische discussies mogen noodzakelijke modernisering niet in de weg staan
De gelijkenissen tussen het Poolse, het Roemeense en het Belgische justitiebeleid
‘Soms moet je je handen vuil maken’ [Interview met Willem Debeuckelaere]
Internetmemes en vrije meningsuiting
Handtekening onderzoeksrechter blijft substantiële vormvereiste
Grondwettelijk Hof nr. 91/2018, 5 juli 2018 (Ordre des barreaux francophones et germanophone)
Pro-deoremgeld schendt standstillbeginsel. De hinkstapsprong van het Grondwettelijk Hof in de juridische tweedelijnsbijstand
Grondwettelijk Hof nr. 77/2018, 21 juni 2018 (E.M., vzw Aimer Jeunes e.a.)
Grondwettelijk Hof nr. 107/2018, 19 juli 2018 (Philip Maes e.a.)
Recyclage-oorlog in Brasschaat: Grondwettelijk Hof kan niet lachen met wetgeving op maat
HvJ (3e k.) nr. C-84/17 P, C-85/17 P, C-95/17 P, 25 juli 2018 (Société des produits Nestlé SA / Mondelez UK Holdings & Services Ltd)
Iedereen komt als je KitKat roept? [Uniemerk – onderscheidend vermogen]
[Taaltip] Uw laatste dagen zijn geteld
HvJ (Grote Kamer) nr. C-210/16, 5 juni 2018 (Unabhangiges Landeszentrum für Datenschutz Schleswig-Holstein / Wirtschaftsakademie Schleswig-Holstein GmbH)
Ook beheerder Facebookpagina moet GDPR-regels naleven
Vakbondsman veroordeeld voor wegblokkade in Antwerpse haven
Corr. Antwerpen 29 juni 2018
Nieuwe voetbalwet: over een groter speelveld, een onduidelijke afbakening en enkele gemiste kansen
Grondwettelijk Hof nr. 104/2018, 19 juli 2018 (vzw Vlaams Huurdersplatform)
Tijdelijke sociale huurovereenkomsten doorstaan toets Grondwettelijk Hof
Publiekrechtelijke rechtspersonen genieten niet langer strafrechtelijke immuniteit
Openbare verkoop onroerend goed is eenvoudiger geworden
Tumultueuze zomer voor procesbelang bij Raad van State
RvS (alg. verg.) nr. 241.866, 21 juni 2018 (la commune de Saint-Gilles / la Communauté française)
EHRM (2e afd.) nr. 5475/06, 17 juli 2018 (Ronald Vermeulen / België)
RvS (alg. verg.) nr. 241.865, 21 juni 2018 (Lenglez Josiane / la commune de Rixensart)
‘Die enorme muur die twintig jaar geleden rond justitie stond, is gesloopt’ [Interview met Heidi de Pauw]
Soap van de rolrechten bijna afgelopen?
[Column] Elementary, my dear Watson
Studio 100, Maya de Bij en Greenpeace: misbruik van auteursrecht en parodie
Jury voor Ethische Praktijken inzake reclame Antwerpen 2 juli 2018
Nieuw verbintenissenrecht: dogmatische discussies mogen noodzakelijke modernisering niet in de weg staan
De gelijkenissen tussen het Poolse, het Roemeense en het Belgische justitiebeleid
‘Soms moet je je handen vuil maken’ [Interview met Willem Debeuckelaere]
Internetmemes en vrije meningsuiting
Year
2018
Volume
2018
Number
373
Page
3
Language
Dutch
Court
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 19/07/2018
Reference
“Grondwettelijk Hof nr. 107/2018, 19 juli 2018 (Philip Maes e.a.)”, DJK 2018, nr. 373, 3
Recapitulation
Samenvatting 1 Samenvatting niet beschikbaar. Samenvatting 2 Daar is voldaan aan de twee in artikel 20, 1° van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof voorgeschreven grondvoorwaarden om tot schorsing te kunnen besluiten, schorst het Hof de artikelen 68 en 69 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 8 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (Codextrein). Aangezien het nadeel voor de verzoekende partijen de onomkeerbare hinder en de voortdurende aantasting van hun leefomgeving is, en rekening houdend met de bevolen onmiddellijke staking door de burgerlijke rechtbank onder verbeurte van een hoge dwangsom, dient het aangevoerde risico van een nadeel als ernstig en moeilijk te herstellen te worden beschouwd. Wil een middel als ernstig worden beschouwd in de zin van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet op het Grondwettelijk Hof, volstaat het niet dat het kennelijk niet ongegrond is in de zin van artikel 72, maar moet het ook gegrond lijken na een eerste onderzoek van de gegevens waarover het Hof beschikt in dit stadium van de procedure. Het in het middel uiteengezette verschil in behandeling berust op een objectief criterium, te weten de vaststelling of men al dan niet in de buurt van een bestemmingsgebied « ontginningsgebied » of « gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen » woont. Enkel de burgers in de buurt van die gebieden hebben niet de mogelijkheid gehad hun recht op inspraak uit te oefenen, terwijl de mogelijkheid tot inspraak wel bestaat voor burgers die in de buurt van een ander bestemmingsgebied wonen en terwijl die mogelijkheid tot inspraak hun een waarborg biedt voor de vrijwaring van het recht op bescherming van een gezond leefmilieu (artikel 23, derde lid, 4°, van de Grondwet). Door ofwel in een ontginningsgebied ofwel in een gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen het mechanisch bewerken van ontgonnen delfstoffen en het verrijken van ontgonnen delfstoffen toe te laten, houdt dit niet alleen een constante aanwezigheid van machines, materialen en materieel in, maar ook een constante aan- en afvoer van afvalstoffen, hetgeen een aanzienlijke weerslag op het milieu zal hebben, zelfs indien de verrijking van de delfstof een nevenactiviteit moet blijven. Het bestemmingsgebied « ontginningsgebied » of « gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen » heeft slechts een tijdelijk karakter, aangezien na de stopzetting van de ontginningen de oorspronkelijke of toekomstige bestemming, die door de grondkleur op het plan is aangegeven, moet worden geëerbiedigd. Voorwaarden voor de sanering van de plaats moeten worden opgelegd opdat de aangegeven bestemming kan worden gerealiseerd (artikel 17.6.3, derde lid, van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen). Bovendien kan de uitbreiding van exploitatiemogelijkheden van bestemmingsgebieden ook worden bereikt via de aanname van een ruimtelijk uitvoeringsplan, waar inspraakmogelijkheden wel aanwezig zijn, zoals nader bepaald in hoofdstuk II (« Ruimtelijke uitvoeringsplannen ») in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. In het beperkte kader van het onderzoek waartoe het Hof kan overgaan bij de behandeling van de vordering tot schorsing, dient het middel dat is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet als ernstig te worden beschouwd in de zin van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet op het Grondwettelijk Hof.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!