- Full text
- Journal
- Number 441
- Article
- Cass. (1e k.) AR C.19.0303.N, 22 januari 2021 (PROXIMUS nv / INTERKABEL VLAANDEREN cv, FLUVIUS ANTWERPEN)
Volume 2021 : 441
Verlaagd tarief in verkooprecht bij sloop en herbouw. Een uitbreiding op losse schroeven
HvJ (4e k.) nr. C-407/19, C-471/19, 11 februari 2021 (Katoen Natie Bulk Terminals NV, General Services Antwerp NV / Belgische Staat; Middlegate Europe NV / Ministerraad)
Een bom(metje) onder de 'Wet Major' [veiligheid havenarbeiders en vastheid van betrekking]
Grondwettelijk Hof nr. 124/2020, 24 september 2020 (prejudiciële vraag)
Afwezigheid regeling van rechtspleging bij voorrecht van rechtsmacht schendt ook gelijkheidsbeginsel in geval van samenhangende misdrijven
Cass. (1e k.) AR C.19.0303.N, 22 januari 2021 (PROXIMUS nv / INTERKABEL VLAANDEREN cv, FLUVIUS ANTWERPEN)
Nietigheid moet wenselijk zijn
Antwerpen 11 maart 2020
Afbrekende reclame en slechtmaking
Antwerpen (burg.) (B6Me k.) nr. 2019/AR/518, 15 september 2020
Hobby of economische activiteit: is de uitoefening van activiteiten onder vennootschapsvorm een relevant onderscheidingscriterium?
Antwerpen 6 oktober 2020
Bijhouden van verantwoordingsstukken voor fiscale verliezen tot daadwerkelijke verrekening
Rb. Brussel (Nl.) nr. 2019/3191/A, 10 december 2020
Medeauteurschap van een podiumvoorstelling
Verlaagd tarief in verkooprecht bij sloop en herbouw. Een uitbreiding op losse schroeven
HvJ (4e k.) nr. C-407/19, C-471/19, 11 februari 2021 (Katoen Natie Bulk Terminals NV, General Services Antwerp NV / Belgische Staat; Middlegate Europe NV / Ministerraad)
Een bom(metje) onder de 'Wet Major' [veiligheid havenarbeiders en vastheid van betrekking]
Grondwettelijk Hof nr. 124/2020, 24 september 2020 (prejudiciële vraag)
Afwezigheid regeling van rechtspleging bij voorrecht van rechtsmacht schendt ook gelijkheidsbeginsel in geval van samenhangende misdrijven
Cass. (1e k.) AR C.19.0303.N, 22 januari 2021 (PROXIMUS nv / INTERKABEL VLAANDEREN cv, FLUVIUS ANTWERPEN)
Nietigheid moet wenselijk zijn
Antwerpen 11 maart 2020
Afbrekende reclame en slechtmaking
Antwerpen (burg.) (B6Me k.) nr. 2019/AR/518, 15 september 2020
Hobby of economische activiteit: is de uitoefening van activiteiten onder vennootschapsvorm een relevant onderscheidingscriterium?
Antwerpen 6 oktober 2020
Bijhouden van verantwoordingsstukken voor fiscale verliezen tot daadwerkelijke verrekening
Rb. Brussel (Nl.) nr. 2019/3191/A, 10 december 2020
Medeauteurschap van een podiumvoorstelling
Year
2021
Volume
2021
Number
441
Page
348
Language
Dutch
Court
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 28/10/2014
Reference
“Cass. (1e k.) AR C.19.0303.N, 22 januari 2021 (PROXIMUS nv / INTERKABEL VLAANDEREN cv, FLUVIUS ANTWERPEN)”, NJW 2021, nr. 441, 348-350
Recapitulation
Samenvatting 1 Een overeenkomst heeft een ongeoorloofd voorwerp wanneer zij ertoe strekt een toestand te doen ontstaan of in stand te houden die in strijd is met de openbare orde of met dwingende wetsbepalingen. Krachtens artikels 6 en 1108 oud BW is een dergelijke overeenkomst nietig en kan zij geen gevolg hebben. Een overeenkomst waarin een aanbestedende dienst van een lidstaat rechtstreeks en dus met miskenning van de in artikels 49 en 56 VWEU vervatte beginselen van gelijke behandeling en transparantie aan een marktdeelnemer uit dezelfde lidstaat een dienstenconcessie gunt met een duidelijk grensoverschrijdend belang, een toestand doet ontstaan die in strijd is met de openbare orde en bijgevolg volstrekt nietig is bij gebrek aan geoorloofd voorwerp. Wanneer evenwel wordt vastgesteld dat er geen enkele potentieel geïnteresseerde marktspeler was, is de nietigheidssanctie kennelijk ongeschikt gelet op het doel van de geschonden regel en is de overeenkomst niet nietig. Bovendien kan de rechter beslissen om de overeenkomst niet te vernietigen wanneer dwingende redenen van algemeen belang het noodzakelijk maken dat de opdracht of de concessie voortgang vindt. Art. 6 , Oud Burgerlijk Wetboek Art. 1108 , Oud Burgerlijk Wetboek Art. 49 , Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de werking van de Europese Unie Art. 56 , Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de werking van de Europese Unie Samenvatting 2 De rechter die moet oordelen over het bestaan van een oorzakelijk verband tussen de fout en de schade zoals die zich heeft voorgedaan, moet bepalen wat de verweerder had moeten doen om rechtmatig te handelen, abstractie maken van het foutieve element in de historiek van het schadegeval zonder de andere omstandigheden ervan te wijzigen, en nagaan of de schade zich ook in dat geval zou hebben voorgedaan. ( Art. 1382 (OUD) BW). Art. 1382 , Oud Burgerlijk Wetboek
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!