- Full text
- Journal
- Number 448
- Article
- Grondwettelijk Hof nr. 17/2021, 4 februari 2021 (prejudiciële vraag)
Volume 2021 : 448
Hof van Justitie verplicht tijdsregistratie
Ger.EU (10e uitgebreide k.) nr. T-789/19, 12 mei 2021 (Tom Moerenhout / Europese Commissie)
Registratie Europees burgerinitiatief
Grondwettelijk Hof nr. 17/2021, 4 februari 2021 (prejudiciële vraag)
Illegaal verblijf en kinderbijslag
Cass. (1e k.) AR D.18.0015.N, 26 maart 2021 (D. / Psychologencommissie)
Toepassing artikel 458bis Sw. vereist dat hulpverlener contact had met slachtoffer en dader
Antwerpen nr. 2019/AR/656, 7 oktober 2020
Recht op afbeelding
Antwerpen nr. 2017/FA/818, 4 mei 2021
Getypt testament [Geldigheid eigenhandig testament]
Hof van Justitie verplicht tijdsregistratie
Ger.EU (10e uitgebreide k.) nr. T-789/19, 12 mei 2021 (Tom Moerenhout / Europese Commissie)
Registratie Europees burgerinitiatief
Grondwettelijk Hof nr. 17/2021, 4 februari 2021 (prejudiciële vraag)
Illegaal verblijf en kinderbijslag
Cass. (1e k.) AR D.18.0015.N, 26 maart 2021 (D. / Psychologencommissie)
Toepassing artikel 458bis Sw. vereist dat hulpverlener contact had met slachtoffer en dader
Antwerpen nr. 2019/AR/656, 7 oktober 2020
Recht op afbeelding
Antwerpen nr. 2017/FA/818, 4 mei 2021
Getypt testament [Geldigheid eigenhandig testament]
Year
2021
Volume
2021
Number
448
Page
683
Language
Dutch
Court
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 04/02/2021
Reference
“Grondwettelijk Hof nr. 17/2021, 4 februari 2021 (prejudiciële vraag)”, NJW 2021, nr. 448, 683-684
Recapitulation
Samenvatting 1 Artikel 56bis , § 2, van de Algemene kinderbijslagwet schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het de definitie bevat van het begrip « feitelijk gezin » waarnaar in artikel 41 van dezelfde wet wordt verwezen, zo geïnterpreteerd dat het de bijslagtrekkende die onder hetzelfde dak woont met een legaal op het grondgebied verblijvende persoon en de bijslagtrekkende die onder hetzelfde dak woont met een illegaal op het grondgebied verblijvende vreemdeling op dezelfde wijze behandelt. In de parlementaire voorbereiding met betrekking tot artikel 41 van de Algemene kinderbijslagwet wordt gepreciseerd dat zij tot doel heeft een verhoogde kinderbijslag toe te kennen aan de eenoudergezinnen, met name omdat een enkele persoon er de lasten op zich neemt die zijn verbonden aan de opvoeding van de kinderen, zonder die lasten te kunnen delen met een persoon met wie hij zou zijn gehuwd of een feitelijk gezin zou vormen. Om het begrip « feitelijk gezin » te definiëren, verwijst artikel 41 van de Algemene kinderbijslagwet naar artikel 56bis , § 2, van dezelfde wet. Het is de wet van 12 augustus 2000 « houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen » die het begrip « feitelijk gezin » in artikel 56bis , § 2, van de Algemene kinderbijslagwet heeft ingevoegd, ter vervanging van het begrip « gezin » dat voorheen werd gebruikt. In de memorie van toelichting van de voormelde wet van 12 augustus 2000 wordt in dat verband gepreciseerd dat het doel erin bestond zich te inspireren op de rechtspraak die in het algemeen geldt in het socialezekerheidsrecht, zodat het begrip « feitelijk gezin » moet worden begrepen als de samenwoning van personen die geen echtgenoten, noch bloed- of aanverwanten tot de derde graad zijn en hun huishouden in onderling overleg regelen, waarbij zij hun respectieve middelen, eventueel zelfs maar gedeeltelijk, samenvoegen. Om het al dan niet bestaan van een feitelijk gezin in de zin van artikel 41 van de Algemene kinderbijslagwet, in samenhang gelezen met artikel 56bis , § 2, van dezelfde wet, te beoordelen, is naast de voorwaarden betreffende het wonen onder hetzelfde dak en het delen van de huishoudelijke taken, het relevante criterium niet het al dan niet regelmatige karakter van de verblijfssituatie van de levenspartner van de bijslagtrekkende, maar het al dan niet bestaan van een economisch-financieel voordeel voor de bijslagtrekkende. Het criterium van het al dan niet bestaan van een economisch-financieel voordeel voor de bijslagtrekkende geldt evenzeer wanneer de levenspartner van de bijslagtrekkende legaal op het grondgebied verblijft als wanneer hij illegaal op het grondgebied verblijft. Immers, aangezien een vreemdeling die illegaal op het grondgebied verblijft, op grond van artikel 57 , § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn slechts recht heeft op dringende medische hulp, geen recht heeft op een sociale uitkering en evenmin in beginsel een inkomen uit arbeid kan verwerven, geniet de bijslagtrekkende die onder hetzelfde dak woont met een illegaal op het grondgebied verblijvende vreemdeling in de meeste gevallen geen economisch-financieel voordeel. Toch kan niet worden uitgesloten dat de bijslagtrekkende die onder hetzelfde dak woont met een illegaal op het grondgebied verblijvende vreemdeling een economisch-financieel voordeel geniet wanneer die laatste beschikt over middelen of wanneer de bijslagtrekkende hierdoor sommige materiële voordelen geniet die concreet en niet-hypothetisch leiden tot een besparing van uitgaven. Omgekeerd kan niet worden uitgesloten dat het wonen onder hetzelfde dak met een legaal verblijvende persoon geen economisch-financieel voordeel oplevert voor de bijslagtrekkende. Gelet op de noodzaak om, wanneer de bijslagtrekkende onder hetzelfde dak woont met een persoon met wie hij de huishoudelijke taken deelt, te onderzoeken of al dan niet een economisch-financieel voordeel bestaat voor de bijslagtrekkende, teneinde na te gaan of die laatste al dan niet een feitelijk gezin vormt in de zin van artikel 41 van de Algemene kinderbijslagwet, in samenhang gelezen met artikel 56bis , § 2, van dezelfde wet, dient te worden vastgesteld dat de bijslagtrekkende die onder hetzelfde dak woont met een legaal op het grondgebied verblijvende persoon en de bijslagtrekkende die onder hetzelfde dak woont met een illegaal op het grondgebied verblijvende vreemdeling zich niet in wezenlijk verschillende situaties bevinden ten aanzien van de in het geding zijnde maatregel. Art. 56bis , Algemene kinderbijslagwet (AKBW) van 19 december 1939 Art. 10 , Gecoördineerde Grondwet Art. 11 , Gecoördineerde Grondwet Art. 41 , Algemene kinderbijslagwet (AKBW) van 19 december 1939 Art. 57 , Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!