- Full text
- Journal
- Number 450
- Article
- Corr. Antwerpen (afd. Mechelen) 26 mei 2021
Volume 2021 : 450
Vrijheid van religie voor werknemers. Nog mogelijk in het post-Achbita-tijdperk?
Cass. 22 januari 2021 (F. bv / T. bv)
De grenzen aan de uitlegging van een executoriale titel door de beslagrechter
Antwerpen nr. 2019/AR/1757, 25 november 2020
'Poetsbureau' is een generieke term en geen beschermd merk
Antwerpen 20 januari 2021
Denigrerende vergelijkende reclame [een casus in verband met energie-etikettering]
Corr. Antwerpen (afd. Mechelen) 26 mei 2021
Heeft de vrijheid van meningsuiting arbitraire grenzen?
Vrijheid van religie voor werknemers. Nog mogelijk in het post-Achbita-tijdperk?
Cass. 22 januari 2021 (F. bv / T. bv)
De grenzen aan de uitlegging van een executoriale titel door de beslagrechter
Antwerpen nr. 2019/AR/1757, 25 november 2020
'Poetsbureau' is een generieke term en geen beschermd merk
Antwerpen 20 januari 2021
Denigrerende vergelijkende reclame [een casus in verband met energie-etikettering]
Corr. Antwerpen (afd. Mechelen) 26 mei 2021
Heeft de vrijheid van meningsuiting arbitraire grenzen?
Year
2021
Volume
2021
Number
450
Page
785
Language
Dutch
Court
Antwerpen, Correctionele Rechtbank - Tribunal Correctionnel, 26/05/2021
Reference
E. HOUTAVE, “Corr. Antwerpen (afd. Mechelen) 26 mei 2021”, NJW 2021, nr. 450, 785-788
Recapitulation
Samenvatting 1 De correctionele rechtbank veroordeelde verschillende leden van de nationalistische organisatie Voorpost tot een gevangenisstraf voor het aanzetten tot haat en geweld tegenover moslims. Reden hiertoe was dat er, tijdens een betoging, gebruik werd gemaakt van een spandoek en borden waarop enkele vrouwen in boerka of nikab stonden afgebeeld en waarop de woorden 'Stop islamisering' en 'Is dit de toekomst van Vlaanderen?' stonden. Hoewel drukpersmisdrijven normaal gezien voor het hof van assisen worden beslecht (tenzij wanneer ingegeven door racisme of xenofobie), verklaarde de rechtbank zichzelf toch bevoegd op basis van de overweging dat er klaarblijkelijk mogelijks onderliggende racistische overtuigingen aan de basis van de actie lagen. Nochtans betoogden de leden van Voorpost duidelijk tegen een religie. Vervolgens stelde de rechtbank dat het recht op vrije meningsuiting niet belet dat het aanzetten tot haat, geweld en discriminatie kan bestraft worden. Daarna ging de rechtbank na of de actie kwalificeerde als 'haat of geweld jegens een gemeenschap'. Hiervoor toetste de rechtbank de feiten aan de constitutieve bestanddelen van artikel 22, lid 4 van de Antidiscriminatiewet. Hierbij is het opvallend dat de rechtbank oordeelde dat, hoewel de leden van Voorpost zelf geen haatdragende boodschappen aan de moslimgemeenschap uitten, hun gedrag indirect kon aanzetten tot haat. Toeschouwers zouden immers geïnspireerd kunnen worden door deze actie en zelf gelijkaardige acties kunnen ondernemen. (Art. 444 Sw.).
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!