Volume 2018 : 4
Burgerparticipatie in Vlaanderen: de agenda van de decreetgever geëvalueerd
Kroniek Parlementair Recht
RvS (14e k.) nr. 240.239, 20 december 2017 (Belgische Staat / X., X., X.)
RvS (9e k.) nr. 240.068, 4 december 2017 (Margaux Torrelle / vzw Schoolbestuur De Pleinschool & Sint-Amandscollege)
RvS (9e k.) nr. 240.078, 5 december 2017 (Céline Claessens - Van Den Eynde / Vlaamse Gemeenschap)
RvS (12e k.) nr. 240.043, 30 november 2017 (nv Bopro Sustainable Investment / Sogent)
RvS (12e k.) nr. 240.186, 14 december 2017 (nv Antwerpse Bouwwerken, nv Valens, nv Jan De Nul / Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie)
RvS (12e k.) nr. 240.267, 21 december 2017 (nv Van Hulle Paul Grondwerken / Stad Brugge)
RvS (12e k.) nr. 240.322, 27 december 2017 (nv Recutex, bvba Victrans, bvba Vlaams Inzamel Centrum Textiel (bvba VICT) / Gemeente Dilbeek)
RvS (9e k.) nr. 240.323, 27 december 2017 (Radioworks Comm.V. / Vlaamse Gemeenschap)
RvS (10e k.) nr. 240.303, 22 december 2017 (Commanditaire vennootschap naar Duits recht Lidl Belgium GmbH en Co. KG / Stad Lier, Provincie Antwerpen)
RvS (9e k.) nr. 240.161, 12 december 2017 (Abdelmajid Ahanssas / Vlaamse Gewest)
RvS (9e k.) nr. 240.219, 18 december 2017 (vzw Vlaams Komitee Brussel / Gemeente Schaarbeek)
[Adviezen] Afdeling Wetgeving Raad van State
Burgerparticipatie in Vlaanderen: de agenda van de decreetgever geëvalueerd
Kroniek Parlementair Recht
RvS (14e k.) nr. 240.239, 20 december 2017 (Belgische Staat / X., X., X.)
RvS (9e k.) nr. 240.068, 4 december 2017 (Margaux Torrelle / vzw Schoolbestuur De Pleinschool & Sint-Amandscollege)
RvS (9e k.) nr. 240.078, 5 december 2017 (Céline Claessens - Van Den Eynde / Vlaamse Gemeenschap)
RvS (12e k.) nr. 240.043, 30 november 2017 (nv Bopro Sustainable Investment / Sogent)
RvS (12e k.) nr. 240.186, 14 december 2017 (nv Antwerpse Bouwwerken, nv Valens, nv Jan De Nul / Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie)
RvS (12e k.) nr. 240.267, 21 december 2017 (nv Van Hulle Paul Grondwerken / Stad Brugge)
RvS (12e k.) nr. 240.322, 27 december 2017 (nv Recutex, bvba Victrans, bvba Vlaams Inzamel Centrum Textiel (bvba VICT) / Gemeente Dilbeek)
RvS (9e k.) nr. 240.323, 27 december 2017 (Radioworks Comm.V. / Vlaamse Gemeenschap)
RvS (10e k.) nr. 240.303, 22 december 2017 (Commanditaire vennootschap naar Duits recht Lidl Belgium GmbH en Co. KG / Stad Lier, Provincie Antwerpen)
RvS (9e k.) nr. 240.161, 12 december 2017 (Abdelmajid Ahanssas / Vlaamse Gewest)
RvS (9e k.) nr. 240.219, 18 december 2017 (vzw Vlaams Komitee Brussel / Gemeente Schaarbeek)
[Adviezen] Afdeling Wetgeving Raad van State
Année
2018
Volume
2018
Numéro
4
Page
270
Langue
Néerlandais
Juridiction
Raad van State - Conseil d’Etat, 27/12/2017
Référence
“RvS (12e k.) nr. 240.322, 27 december 2017 (nv Recutex, bvba Victrans, bvba Vlaams Inzamel Centrum Textiel (bvba VICT) / Gemeente Dilbeek)”, TBP 2018, nr. 4, 270-271
Résumé
Samenvatting 1 Ambtshalve wordt vastgesteld dat de derde verzoekende partij, de bvba Vict, geen voldoende belang heeft bij de ingestelde vordering. De thv Recutex-Victrans heeft een offerte ingediend waarin de bvba Vict enkel wordt vermeld als onderaannemer. Dit lijkt op zich geen voldoende rechtstreeks belang. Samenvatting 2 De Belgische en Europese wetgever (art. 81 wet 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten is immers de quasi woordelijke omzetting van artikel 67 van richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/ EG) hebben de krijtlijnen waarbinnen een gunningscriterium wordt geacht verband te houden met het voorwerp van de opdracht, zeer ruim getrokken. Overweging 97 van deze richtlijn 2014/24/EU stelt de betere integratie van sociale en milieucriteria in de aanbestedingsprocedures voorop. Daardoor lijkt de aanbestedende overheid zelfs ook extrinsieke elementen te mogen betrekken bij het vaststellen van een gunningscriterium. Het is binnen deze ruime perken dat de aanbestedende overheid mag kiezen welke gunningscriteria zij zal hanteren bij de beoordeling van de offertes, om te bepalen welke volgens haar de economisch meest voordelige offerte is. Zij beschikt daarbij in beginsel over een aanzienlijke beoordelingsvrijheid. Het komt niet aan de Raad van State toe om in de plaats van de aanbestedende overheid te bepalen welke criteria zij dient te hanteren. Wel komt het hier aan de Raad van State toe om na te gaan of het gehanteerde gunningscriterium het rechtens vereiste verband vertoont met het voorwerp van de opdracht. In casu blijkt dat het niet gaat om een opdracht louter voor de inzameling van textielafval. Ook de afvoer en de verwerking van het afval lijken prima facie deel uit te maken van de opdracht. Het gunningscriterium “Materiële hulpverlening”, wat inhoudt dat de inschrijvers minstens een deel van de ingezamelde textielfractie ter beschikking stellen voor armoedebestrijding binnen de grenzen van de Europese Unie, valt effectief binnen een – weliswaar ruime – lezing van de ‘verwerking’ van het ingezamelde textielafval. Bovendien lijkt het gunningscriterium in voornoemde lezing van het begrip ‘verwerking’ geen betrekking te hebben op de fase nà de uitvoering van de opdracht, doch wel op de herbestemming van het textielafval als finale stap van het verwerkingsproces. In die mate lijkt het op het eerste gezicht te kunnen gaan om een criterium dat verband houdt met het voorwerp van de overheidsopdracht in de zin van het voormelde artikel 81, § 3, eerste lid. Het blijkt aldus niet dat het betrokken criterium, zoals de verzoekende partijen aanvoeren, op geen enkele wijze het prestatieniveau van de dienst die de inschrijver voor de overheid verricht, zou taxeren. Het criterium lijkt wel degelijk relevant voor de aanbestedende overheid om te achterhalen in welke mate de inschrijvers het ingezamelde textiel een sociale bestemming geven. Het lijkt op het eerste gezicht binnen de voornoemde appreciatievrijheid van de aanbestedende overheid te vallen om van de inschrijvers te verlangen dat zij minstens een deel van het ingezamelde textielafval aanwenden voor armoedebestrijding en om dat verlangen in een gunningscriterium met sociale inslag te vertalen. Hierbij kan nog worden bedacht, ten overvloede, dat indien de verwerende partij zelf zou instaan voor inzameling en verwerking van het textielafval, zij vanuit haar beleid mag menen dat het ingezamelde en verwerkte textiel in een eindfase ter beschikking wordt gesteld van armoedebestrijding. In die mate lijkt het op het eerste gezicht – voor zover relevant – wel degelijk om een deel van de openbare dienstverlening van de gemeente te kunnen gaan. (Art. 81, § 2, eerste lid, 3°, en tweede lid, wet 17 juni 2016). Samenvatting 3 Verzoekende partijen voeren de schending aan van art. 4 overheidsopdrachtenwet 2016, van het gelijkheids- en transparantiebeginsel, van de materiële motiveringsplicht, van het zorgvuldigheidsbeginsel en van het patere legem-beginsel. Voor het vierde gunningscriterium kregen de verzoekende partijen in het gunningsverslag 20 op 25 punten. De offerte van de gekozen inschrijver kreeg 25 op 25 punten. Het totale puntenverschil tussen de als eerste gerangschikte offerte van de gekozen inschrijver met 90 punten en de offerte van de verzoekende partij met 60 punten bedraagt 30 punten. Het vierde gunningscriterium heeft betrekking op in totaal 25 punten. De verzoekende partijen zetten zelf niet uiteen noch maken aannemelijk hoe een herbeoordeling van de offertes aan de hand van het vierde gunningscriterium dit aanzienlijk puntenverschil zou overbruggen zodat hun offerte voor gunning van de opdracht in aanmerking zou komen.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!