Volume 2014 : 4
EDITORIAAL. De blijvende actualiteit van het goeddeels vergeten art. 24, § 3, 2de lid Gw.
... En nog maar eens het inschrijvingsrecht!
De keuze voor levensbeschouwelijk onderricht in officiële scholen in de Franse Gemeenschap beoordeeld door het Grondwettelijk Hof.
De pedagogische begeleidingsdiensten: van het ontstaan tot de evaluatie van 25 jaar uitbouw en werking.
Internationale ontwikkelingen in kwaliteitszorg (2005-2015).
Dualisering, onderwijs en welvaartsstaat.
Nood aan een nieuwe democratiseringsgolf. De transitie naar superdiversiteit als uitdaging voor hoger onderwijs.
De lange weg van de niet-confessionele zedenleer. Overwegingen bij het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 34/2015 van 12 maart 2015.
Onderwijsongelijkheid evidence-based aanpakken: eentalige taalremediëring of meertalige taalvalorisering?
Afstemming tussen het secundair onderwijs en de arbeidsmarkt.
RECHTSPRAAKOVERZICHT (TORB 2014-15, nr. 4).
EDITORIAAL. De blijvende actualiteit van het goeddeels vergeten art. 24, § 3, 2de lid Gw.
... En nog maar eens het inschrijvingsrecht!
De keuze voor levensbeschouwelijk onderricht in officiële scholen in de Franse Gemeenschap beoordeeld door het Grondwettelijk Hof.
De pedagogische begeleidingsdiensten: van het ontstaan tot de evaluatie van 25 jaar uitbouw en werking.
Internationale ontwikkelingen in kwaliteitszorg (2005-2015).
Dualisering, onderwijs en welvaartsstaat.
Nood aan een nieuwe democratiseringsgolf. De transitie naar superdiversiteit als uitdaging voor hoger onderwijs.
De lange weg van de niet-confessionele zedenleer. Overwegingen bij het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 34/2015 van 12 maart 2015.
Onderwijsongelijkheid evidence-based aanpakken: eentalige taalremediëring of meertalige taalvalorisering?
Afstemming tussen het secundair onderwijs en de arbeidsmarkt.
RECHTSPRAAKOVERZICHT (TORB 2014-15, nr. 4).
Année
2014
Volume
2014
Numéro
4
Page
28
Langue
Néerlandais
Juridiction
Référence
G. MONARD, “De pedagogische begeleidingsdiensten: van het ontstaan tot de evaluatie van 25 jaar uitbouw en werking.”, T.O.R.B. 2014-15, nr. 4, 28-35
Résumé
Tot 1990 was de Belgische Staat bevoegd voor het onderwijsbeleid. Hij was ook en vooral inrichter en integrale financier van de scholen van het Rijk.
Elk net kende een eigen en zeer verschillend systeem van toezicht en begeleiding van de scholen.
Via de grondwetsherziening van 1989 slaagde de politieke overheid erin, jaren na het cultuurbeleid, ook het onderwijsbeleid toe te vertrouwen aan de gemeenschappen. In de eerste jaren van de autonomie inzake onderwijs, hebben de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement in vrij grote eensgezindheid de eigen opvattingen over onderwijsbeleid - die voorheen al lang aan het rijpen waren - snel vertaald in decreten.
Het eerste was de sleutel tot verdergaande hervormingen: het eigen rijksonderwijs - voortaan het gemeenschapsonderwijs - zou niet langer centralistisch worden bestuurd door de minister en zijn/haar diensten, maar een eigen beheersorgaan krijgen.
Daardoor kwam de overheid in een gelijkaardige positie tegenover elk van de netten. Deze zouden gelijkwaardig worden behandeld en gelijk worden gefinancierd, met differentiëring op basis van objectieve verschillen (vnl. kostenfactoren).
De auteur van deze bijdrage leidde op verzoek van de Vlaamse Regering een werkgroep van deskundigen, belast met het uitwerken van een gelijk stelsel van kwaliteitscontrole en begeleiding in alle netten en scholen.
Dit leidde tot het "decreet van 17 juli 1991 betreffende de inspectie, dienst voor onderwijsontwikkeling en pedagogische begeleidingsdiensten".
De overheidssturing zou voortaan in principe vooral gebeuren via de eindtermen en ontwikkelingsdoelen.
De overheid zal via één inspectiekorps de kwaliteit in alle scholen en centra voor leerlingbegeleiding controleren, via "doorlichtingen". Daarnaast zouden de netten zelf een door de overheid gefinancierde begeleidingsdienst oprichten, om scholen en hun personeel positief te ondersteunen en te begeleiden.
Heel bewust werden controle enerzijds en niet-sanctionerende begeleiding anderzijds aan verschillende korpsen toevertrouwd.
De pedagogische begeleidingsdiensten hebben nu ruim 20 jaar gefunctioneerd. De ministers F. Vandenbroucke en P. Smet, én het parlement, vonden de tijd rijp voor een eerste evaluatie.
De auteur van dit artikel werd in 2013 belast met de leiding van een evaluatiecommissie, die de begeleidingsdiensten van de verschillende grotere en kleinere netten evalueerde. Dit leidde tot 12 rapporten over afzonderlijke diensten (met heel wat concrete aanbevelingen), en één overkoepelend rapport over de begeleiding in het Vlaams onderwijs.
De Commissie heeft vastgesteld dat het systeem en de taakverdeling van 1991 goed hebben gefunctioneerd en beveelt de overheid en de netten aan, ze voort te zetten. Wel moet elk net en de netten samen én de overheid een aantal belangrijke verbeteracties ondernemen.
Dit artikel focust op de overkoepelende acties, vooral op:
- uitwerking door alle diensten van een meer expliciete visie op begeleiding;
- verdere professionalisering van diensten en medewerkers; nascholing en begeleiding moeten facetten worden van eenzelfde professionalisering;
- meer begeleiding tot op de werkvloer, bij de directies en de leerkrachten, inzonderheid de jonge leerkrachten. Hiervoor mogen de centrale diensten worden afgeslankt;
- minder nadruk op verplichte "taken", meer autonomie maar efficiëntere opvolging en evaluatie post factum;
- de diensten per net zijn maar houdbaar, als ze meer samenwerken. Hiertoe geeft de Commissie concrete suggesties. De begeleiding in de kleine netten haalt niet de drempel van voldoende efficiëntie;
- goed evenwicht tussen school- en vakbegeleiding.
Het regeerakkoord van de Vlaamse Regering heeft de diensten opgedragen de aanbevelingen ter harte te nemen en legt een nieuwe evaluatie vast voor het einde van de regeertermijn.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!