- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 20
- Artikel
- Kh. Antwerpen, 18/10/2013 — Octrooi – Europees Octrooiverdrag – Europees Octrooibureau – (Vermoeden van) titulariteit – Opeising (met opschorting verleningsprocedure) – Bewijslast – Uitvinder – Afhandig maken
Volume 2013 : 20
Vz. Kh. Antwerpen, 12/09/2013 — Intellectuele rechten – Software – Beschermingsvoorwaarden software – Rechtsbescherming van computerprogramma's – Beschrijvend beslag inzake namaak – Ogenschijnlijk geldig intellectueel eigendomsrecht – Aanwijzingen – Prima facie-beoordeling – Ogenblik van beoordeling – Informatieplicht van de verzoeker
Gent, 13/05/2013 — Intellectuele rechten – Auteursrecht en naburige rechten – Auteursrecht – Beschermingsomvang – Auteursrecht – Materiële vormgeving – Portretrecht – Toelaatbaarheid – Vordering tot staken – Parodie
Rb. Brussel, 26/09/2013 — Intellectuele rechten – Auteursrecht en naburige rechten – Auteursrecht – Beschermingsomvang – Auteursrecht – Materiële vormgeving – Portretrecht – Publiek persoon – Recht op informatie – Recht op vrije meningsuiting – Politiek of commercieel gebruik
Portretrecht tussen hamer en aambeeld
Cass., 24/06/2013 — Octrooi – Europees octrooi – Algemeen – Vernietiging door de bodemrechter in eerste aanleg – Relevantie voor kortgedingrechter
Over de taak van de rechter in kort geding na een vernietiging van een octrooi door de bodemrechter oordelend in eerste aanleg
Kh. Antwerpen, 18/10/2013 — Octrooi – Europees Octrooiverdrag – Europees Octrooibureau – (Vermoeden van) titulariteit – Opeising (met opschorting verleningsprocedure) – Bewijslast – Uitvinder – Afhandig maken
Brussel, 21/10/2013 — Intellectuele rechten – Merk – Beneluxmerk – Onderscheidend vermogen – Inburgering – Grafische voorstelling via een internationaal erkende kleurencode (ja) – Onderscheidend vermogen van het kleurmerk (ja) – Identiteit tussen ingeroepen merk en bestreden teken (neen) – Bekend merk (ja) – Afbreuk aan het onderscheidend vermogen of verwatering (ja) – Geldige reden (neen) – Nevenvorderingen (informatie over de inbreuk en terugroeping) – Oneerlijke mededinging en verwarringstichting (ja)
Vz. Kh. Antwerpen, 14/10/2013 — Intellectuele rechten – Merk – Beneluxmerk – Bevoegdheid en procedure Beneluxmerk – Ontvankelijkheid – Gebruik anders dan ter onderscheiding van waren of diensten – Ongerechtvaardigd voordeel uit en afbreuk aan reputatie van het merk (ja) – Geldige reden (neen)
Merken en vrijheid van meningsuiting: zoeken naar een fair balance
Actualia - Bewegingen
Vz. Kh. Antwerpen, 12/09/2013 — Intellectuele rechten – Software – Beschermingsvoorwaarden software – Rechtsbescherming van computerprogramma's – Beschrijvend beslag inzake namaak – Ogenschijnlijk geldig intellectueel eigendomsrecht – Aanwijzingen – Prima facie-beoordeling – Ogenblik van beoordeling – Informatieplicht van de verzoeker
Gent, 13/05/2013 — Intellectuele rechten – Auteursrecht en naburige rechten – Auteursrecht – Beschermingsomvang – Auteursrecht – Materiële vormgeving – Portretrecht – Toelaatbaarheid – Vordering tot staken – Parodie
Rb. Brussel, 26/09/2013 — Intellectuele rechten – Auteursrecht en naburige rechten – Auteursrecht – Beschermingsomvang – Auteursrecht – Materiële vormgeving – Portretrecht – Publiek persoon – Recht op informatie – Recht op vrije meningsuiting – Politiek of commercieel gebruik
Portretrecht tussen hamer en aambeeld
Cass., 24/06/2013 — Octrooi – Europees octrooi – Algemeen – Vernietiging door de bodemrechter in eerste aanleg – Relevantie voor kortgedingrechter
Over de taak van de rechter in kort geding na een vernietiging van een octrooi door de bodemrechter oordelend in eerste aanleg
Kh. Antwerpen, 18/10/2013 — Octrooi – Europees Octrooiverdrag – Europees Octrooibureau – (Vermoeden van) titulariteit – Opeising (met opschorting verleningsprocedure) – Bewijslast – Uitvinder – Afhandig maken
Brussel, 21/10/2013 — Intellectuele rechten – Merk – Beneluxmerk – Onderscheidend vermogen – Inburgering – Grafische voorstelling via een internationaal erkende kleurencode (ja) – Onderscheidend vermogen van het kleurmerk (ja) – Identiteit tussen ingeroepen merk en bestreden teken (neen) – Bekend merk (ja) – Afbreuk aan het onderscheidend vermogen of verwatering (ja) – Geldige reden (neen) – Nevenvorderingen (informatie over de inbreuk en terugroeping) – Oneerlijke mededinging en verwarringstichting (ja)
Vz. Kh. Antwerpen, 14/10/2013 — Intellectuele rechten – Merk – Beneluxmerk – Bevoegdheid en procedure Beneluxmerk – Ontvankelijkheid – Gebruik anders dan ter onderscheiding van waren of diensten – Ongerechtvaardigd voordeel uit en afbreuk aan reputatie van het merk (ja) – Geldige reden (neen)
Merken en vrijheid van meningsuiting: zoeken naar een fair balance
Actualia - Bewegingen
Jaar
2013
Volume
2013
Nummer
20
Pagina
1438
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Antwerpen, Ondernemingsrechtbank / Rechtbank van Koophandel - Tribunal de l'Entreprise / du Commerce, 18/10/2013
Referentie
“Kh. Antwerpen, 18/10/2013 — Octrooi – Europees Octrooiverdrag – Europees Octrooibureau – (Vermoeden van) titulariteit – Opeising (met opschorting verleningsprocedure) – Bewijslast – Uitvinder – Afhandig maken”, RABG 2013, nr. 20, 1438-1448
Samenvatting
Het vermoeden van titulariteit van artikel 8 BOW en artikel 60 EOV houdt in dat bij de procedures voor de Dienst/het EOB de aanvrager wordt geacht gerechtigd te zijn het recht op een octrooi te doen gelden. Dit vermoeden is enkel van toepassing in het kader van de verleningsprocedure – opdat duidelijk is dat de Dienst/het EOB geen verplichting heeft omtrent het onderzoek van uitvinderschap – en niet in het kader van procedures voor hoven en rechtbanken, zoals in casu de procedure tot opeising.
Indien een octrooi is aangevraagd, hetzij voor een uitvinding die aan de uitvinder of zijn rechtverkrijgenden afhandig is gemaakt, hetzij met terzijde stelling van een wettelijke of contractuele verplichting, kan de benadeelde persoon eisen dat het octrooi aan hem wordt overgedragen, onverminderd alle andere rechten of rechtsvorderingen (art. 9, § 1 BOW).
De opeisende partij draagt de bewijslast van haar vordering, aangezien zij dient aan te tonen dat voldaan is aan de voorwaarden van artikel 9, § 1 BOW. De persoon aangeduid als uitvinder in de octrooiaanvraag wordt vermoed de rechtmatige uitvinder te zijn. De opeisende partij draagt bijgevolg een dubbele bewijslast: enerzijds dat zij uitvinder/rechtverkrijgende is van de geoctrooieerde uitvinding én anderzijds dat a) de uitvinding aan de uitvinder/rechtverkrijgende afhandig werd gemaakt (waarbij geen kwade trouw moet worden aangetoond), of b) de uitvinding werd ingediend in strijd met een wettelijke of contractuele verplichting.
Uitvinder(s) is (zijn) deze persoon (personen) die een substantiële bijdrage heeft (hebben) geleverd tot uitvinding (i) waarbij als uitvinding wordt beschouwd deze uitvinding die een technische oplossing aanreikt voor een technisch probleem (m.a.w. die wordt beschouwd als uitvinding met een technisch karakter (art. 52, (1) EOV) en, (ii) waarbij de substantiële bijdrage en haar inhoudelijke betekenis dient beoordeeld te worden in het licht van het conceptueel gehalte van de opgeëiste uitvinding.
Het bewijs van “het afhandig maken” mag niet worden onderschat in een opeisingsprocedure. De octrooibescherming zal immers toekomen aan hem/hen die eerst overgaat/overgaan tot octrooiaanvraag (zelfs indien de niet-aanvrager uitvinder eerder tot de uitvinding zou zijn gekomen). Indien verschillende personen onafhankelijk van elkaar de uitvinding hebben gedaan, telt immers enkel de oudste datum van octrooiaanvraag (“first-to-file”-principe).
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!