- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 9
- Artikel
- RvS (12e k.) nr. 247.510, 7 mei 2020 (de BV ERNST & YOUNG CONSULTING / de VLAAMSE GEMEENSCHAP)
Volume 2020 : 9
Beperkingen aan de vrijheid om een bedienaar van de eredienst te benoemen
Het Grondwettelijk Hof bloedernstig – bloeddonatie door MSM en de wet van 11 augustus 2017 [Mannen die seksuele contacten met andere mannen hebben gehad]
Kroniek onderwijsrecht 2019-2020: de coronacrisis overschaduwt de start van de nieuwe legislatuur
RvS (12e k.) nr. 247.510, 7 mei 2020 (de BV ERNST & YOUNG CONSULTING / de VLAAMSE GEMEENSCHAP)
RvS (9e k.) nr. 247.626, 26 mei 2020 (G.D. / Gemeenschapsonderwijs)
RvS (9e k.) nr. 247.529, 12 mei 2020 (X. / Vlaamse Gemeenschap)
RvS (9e k.) nr. 247.530, 12 mei 2020 (X. / Universiteit Gent)
RvS (9e k.) nr. 247.531, 12 mei 2020 (Peeters / Universiteit Antwerpen)
RvS (9e k.) nr. 247.581, 19 mei 2020 (V. / Gemeenschapsonderwijs)
RvS (10e k.) nr. 247.609, 20 mei 2020 (gemeente Kortenaken / Vlaamse Gewest)
Beperkingen aan de vrijheid om een bedienaar van de eredienst te benoemen
Het Grondwettelijk Hof bloedernstig – bloeddonatie door MSM en de wet van 11 augustus 2017 [Mannen die seksuele contacten met andere mannen hebben gehad]
Kroniek onderwijsrecht 2019-2020: de coronacrisis overschaduwt de start van de nieuwe legislatuur
RvS (12e k.) nr. 247.510, 7 mei 2020 (de BV ERNST & YOUNG CONSULTING / de VLAAMSE GEMEENSCHAP)
RvS (9e k.) nr. 247.626, 26 mei 2020 (G.D. / Gemeenschapsonderwijs)
RvS (9e k.) nr. 247.529, 12 mei 2020 (X. / Vlaamse Gemeenschap)
RvS (9e k.) nr. 247.530, 12 mei 2020 (X. / Universiteit Gent)
RvS (9e k.) nr. 247.531, 12 mei 2020 (Peeters / Universiteit Antwerpen)
RvS (9e k.) nr. 247.581, 19 mei 2020 (V. / Gemeenschapsonderwijs)
RvS (10e k.) nr. 247.609, 20 mei 2020 (gemeente Kortenaken / Vlaamse Gewest)
Jaar
2020
Volume
2020
Nummer
9
Pagina
483
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Raad van State - Conseil d’Etat, 07/05/2020
Referentie
“RvS (12e k.) nr. 247.510, 7 mei 2020 (de BV ERNST & YOUNG CONSULTING / de VLAAMSE GEMEENSCHAP)”, TBP 2020, nr. 9, 483-484
Samenvatting
Samenvatting 1 De beoordelingsmethode mag, zoals de verzoekende partij terecht aanvoert, in beginsel niet worden vastgesteld na het openen van de offertes, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat deze methode om aantoonbare redenen niet vóór de opening van de offertes kon worden vastgesteld. Zo niet is er sprake van een schending van het gelijkheidsbeginsel en het daaruit voortvloeiende transparantiebeginsel. De verzoekende partij toont niet aan waarom de in casu aangehaalde bestekbepalingen inzake het beoordelen en quoteren van de offertes geen rechtmatige beoordelingsmethodiek zouden inhouden. Een aannemelijke en vrij gebruikelijke beoordelingsmethodiek bestaat immers juist uit een beschrijvende evaluatie in woorden gekoppeld aan het toekennen van een puntenscore die in een redelijke verhouding staat tot deze woordelijke motivering. Op het eerste gezicht lijkt een dergelijke beoordelingsmethodiek zich volledig in te passen in de aangehaalde bestekbepaling. De bepaling lijkt toe te laten de kwalitatieve verschillen tussen de offertes onderling te belichten en er een score aan toe te kennen. Het lijkt niet om een onzorgvuldige wijze van analyseren en waarderen te gaan. Alleszins blijft de verzoekende partij op het eerste gezicht in gebreke aannemelijk te maken waarom de opdracht zich zou verzetten tegen het hanteren van een dergelijke beoordelingsmethodiek. Voorts lijkt ook de concrete beoordeling verenigbaar met de aangekondigde beoordelingsmethodiek. Een globale score is toegekend na afweging van de plus- en minpunten van de diverse offertes en lijkt de neerslag te zijn van de mate waarin de diverse voorstellen naar het oordeel van het beoordelingsteam minder of meer een antwoord bieden op de in het bestek aangekondigde beoordelingselementen en -vragen. De stelling van de verzoekende partij, geopperd in het derde onderdeel, dat de beoordelingselementen zijn gehanteerd als subgunningscriteria en waarbij elk vastgesteld minpunt overeenstemt met een bepaalde minscore, lijkt op het eerste gezicht niet aangetoond. Uit de ordening van plus- en minpunten overeenkomstig de beoordelingselementen lijkt te dezen niet te mogen worden afgeleid dat de beoordelingselementen in wezen subgunningscriteria zijn die een afzonderlijke weging en scoring veronderstellen, noch dat toepassing zou zijn gemaakt van een andere, niet vooraf vastgestelde, beoordelingsmethodiek.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!