- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 9
- Artikel
- RvS (9e k.) nr. 247.530, 12 mei 2020 (X. / Universiteit Gent)
Volume 2020 : 9
Beperkingen aan de vrijheid om een bedienaar van de eredienst te benoemen
Het Grondwettelijk Hof bloedernstig – bloeddonatie door MSM en de wet van 11 augustus 2017 [Mannen die seksuele contacten met andere mannen hebben gehad]
Kroniek onderwijsrecht 2019-2020: de coronacrisis overschaduwt de start van de nieuwe legislatuur
RvS (12e k.) nr. 247.510, 7 mei 2020 (de BV ERNST & YOUNG CONSULTING / de VLAAMSE GEMEENSCHAP)
RvS (9e k.) nr. 247.626, 26 mei 2020 (G.D. / Gemeenschapsonderwijs)
RvS (9e k.) nr. 247.529, 12 mei 2020 (X. / Vlaamse Gemeenschap)
RvS (9e k.) nr. 247.530, 12 mei 2020 (X. / Universiteit Gent)
RvS (9e k.) nr. 247.531, 12 mei 2020 (Peeters / Universiteit Antwerpen)
RvS (9e k.) nr. 247.581, 19 mei 2020 (V. / Gemeenschapsonderwijs)
RvS (10e k.) nr. 247.609, 20 mei 2020 (gemeente Kortenaken / Vlaamse Gewest)
Beperkingen aan de vrijheid om een bedienaar van de eredienst te benoemen
Het Grondwettelijk Hof bloedernstig – bloeddonatie door MSM en de wet van 11 augustus 2017 [Mannen die seksuele contacten met andere mannen hebben gehad]
Kroniek onderwijsrecht 2019-2020: de coronacrisis overschaduwt de start van de nieuwe legislatuur
RvS (12e k.) nr. 247.510, 7 mei 2020 (de BV ERNST & YOUNG CONSULTING / de VLAAMSE GEMEENSCHAP)
RvS (9e k.) nr. 247.626, 26 mei 2020 (G.D. / Gemeenschapsonderwijs)
RvS (9e k.) nr. 247.529, 12 mei 2020 (X. / Vlaamse Gemeenschap)
RvS (9e k.) nr. 247.530, 12 mei 2020 (X. / Universiteit Gent)
RvS (9e k.) nr. 247.531, 12 mei 2020 (Peeters / Universiteit Antwerpen)
RvS (9e k.) nr. 247.581, 19 mei 2020 (V. / Gemeenschapsonderwijs)
RvS (10e k.) nr. 247.609, 20 mei 2020 (gemeente Kortenaken / Vlaamse Gewest)
Jaar
2020
Volume
2020
Nummer
9
Pagina
485
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Raad van State - Conseil d’Etat, 12/05/2020
Referentie
“RvS (9e k.) nr. 247.530, 12 mei 2020 (X. / Universiteit Gent)”, TBP 2020, nr. 9, 485-486
Samenvatting
Samenvatting 1 Voor zover verzoeker artikel 44 van het tuchtreglement geschonden acht, doordat niet de vicerector maar het bestuurscollege de beslissing heeft genomen, verliest hij uit het oog dat de vicerector optreedt bij bevoegdheidsdelegatie van het bestuurscollege. Dit houdt niet in dat het bestuurscollege zelf zijn bevoegdheid om een tuchtsanctie op te leggen heeft verloren. Voor zover verzoeker in het middel een andere zienswijze verdedigt, faalt het middel naar recht. Het bestuurscollege moet niet motiveren waarom het zelf optreedt. Samenvatting 2 Het is niet ongebruikelijk, zelfs veeleer gebruikelijk, dat agendapunten waarover een bestuurscollege collegiaal moet beslissen, worden voorbereid door zijn administratieve diensten, met name door middel van een toelichtende nota. Het is hier niet anders. De nota waaraan verzoeker refereert – en die hij als stuk neerlegt samen met het inleidend verzoekschrift – is een vertrouwelijke voorbereidende nota, opgesteld door de directie Bestuurszaken van de verwerende partij ten behoeve van de vergadering van het bestuurscollege van 1 september 2017. Dit blijkt al dadelijk uit de hoofding ervan en behoeft geen giswerk. Deze nota heeft een voorbereidend en informatief karakter en gaat gepaard met het volledige tuchtdossier, waaronder ook "de PV's van hoorzittingen, het verweerschrift van betrokkene". Ze geeft een overzicht van alle feiten en procedurestappen, zodat het vanzelfsprekend is dat hierin ook melding gemaakt wordt van de bewarende maatregelen die in het kader van de tuchtvordering als ordemaatregel aan verzoeker werden opgelegd. De nota vermeldt de ordemaatregel, stelt dat een ordemaatregel "louter bewarend van aard is en geenszins beschuldigend of sanctionerend", vermeldt dat verzoeker die maatregel aanvecht bij de Raad van State, dat ze is verlengd en dat ook die verlenging is aangevochten. De Raad kan hierin geen "regelrechte poging tot beïnvloeding van het Bestuurscollege" als "een middel om de betichtingen als zeer zwaarwichtig te bestempelen" bespeuren. Tevens worden in de nota het advies van de tuchtcommissie in eerste aanleg en het advies van de tuchtcommissie in beroep samengevat en de mogelijke te nemen tuchtbeslissingen voor het bestuurscollege. In de nota wordt aan het bestuurscollege gevraagd een tuchtbeslissing te nemen: ofwel het advies van de tuchtcommissie in beroep volgen, ofwel een van het advies afwijkende en uitdrukkelijk gemotiveerde tuchtbeslissing nemen. De nota neemt zelf geen standpunt in. Om de schending van de structurele onpartijdigheid aannemelijk te maken, volstaat geen louter subjectieve indruk van partijdigheid, maar moet die schending objectief kunnen worden gerechtvaardigd, rekening houdende met de concrete, feitelijke elementen van de zaak. De verwijzing naar een persbericht waarin wordt aangevoerd dat een anonieme bron uit het bestuurscollege heeft bevestigd dat de rector het initiatief heeft genomen om de zaak te onderzoeken, volstaat daartoe niet. Dat in het tuchtdossier anonieme getuigenissen zijn opgenomen, is slechts een feitelijke vaststelling. Verzoeker overtuigt de Raad voorts niet om de omschrijving "verontrustende berichten" of de verwijzing naar "de ernst en het gevoelige karakter" tendentieus te achten. Verzoeker maakt niet aannemelijk dat de vertrouwelijke nota erop gericht is, het bestuurscollege te beïnvloeden. Ten slotte blijkt uit de beslissing van het bestuurscollege dat het zijn beslissing heeft genomen op basis van het advies van de tuchtcommissie in beroep en dus niet op basis van de nota van de directie Bestuurszaken – waarin, als gezien, overigens niets nieuws te lezen is. In de loop van de tuchtprocedure is verzoeker gehoord en heeft hij zijn verweer kunnen laten gelden. De zuiver interne nota, waarvan de inhoud hiervóór is beschreven, is geen deel van het tuchtdossier en bevat voor verzoeker geen nieuwe gegevens waarover hij verweer moest kunnen voeren, minstens toont hij dit niet aan. Aldus tast het feit dat het bestuurscollege met het oog op zijn voorlichting en besluitvorming beschikte over een nota van de eigen diensten als intern voorbereidend document, zonder dat verzoeker er kennis van had, de wettigheid van de beslissing niet aan. Samenvatting 3 Bij het bepalen van de strafmaat beschikt de tuchtoverheid over een ruime appreciatiebevoegdheid die de redelijkheid als grens heeft. De tuchtoverheid zal hiermee rekening moeten houden met de aard van de feiten, de tuchtrechtelijk vervolgde persoon, de omstandigheden waarin de feiten zijn gepleegd, de goede werking van de dienst en de weerslag van de inbreuk en de bestraffing op het gedrag van andere personeelsleden. Het redelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel zijn slechts geschonden wanneer een beslissing dermate van het normale beslissingspatroon afwijkt dat het ondenkbaar is dat enige andere zorgvuldige overheid in dezelfde omstandigheden die beslissing zou nemen.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!