- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 10
- Artikel
- Vereffening na echtscheiding - bewijs tussen echtgenoten
Volume 2021 : 10
Het (ver)nieuw(d) vruchtgebruik: analyse en eerste commentaar
De niet-verdeelde gemeenschappelijke rekeningen in de aangifte van nalatenschap
Vaderlijke afstamming - IPR - Turks recht - onmogelijkheid voor biologische vader tot vaststelling vaderschap - gaat in tegen internationale openbare orde
Betwisting vaderschap - bezit van staat versus vordering betwisting vaderschap - art. 339nonies BW en art. 318, § 1 BW
[1.] WIPR – erkenning – rechterlijke beslissing – begrip – draagmoederschap – rechterlijke beslissing die afstammingsbanden in het leven roept [2.] WIPR – erkenning – rechterlijke beslissing – weigeringsgronden – wetsontduiking – beslissing alleen verkregen om te ontsnappen aan de toepassing van het aangewezen recht [3.] WIPR – erkenning – rechterlijke beslissing – weigeringsgronden – openbare orde – draagmoederschapsovereenkomst voorafgaand aan de rechterlijke beslissing – vermelding in een geboorteakte van twee vaders – geen schending van de openbare orde
Vaststelling vaderlijke afstamming - recht van de nationale wet van de vader - IPR - Iraaks recht - internationale openbare orde
EOT - voortzetting rechten en plichten huur - gewaarborgd woonrecht - sterkmaking - vertegenwoordiging
Vereffening na echtscheiding - bewijs tussen echtgenoten
Vereffening-verdeling - proces-verbaal van tussentijds geschil - bevoegde rechtbank - devolutieve werking
Exceptie van gezag van gewijsde - verdeling in natura - parameters bij de beoordeling van de verdeelbaarheid - voorafgaandelijke staat van vereffening niet vereist
Vordering tot uitonverdeeldheidtreding - onverdeeldheid - bewijs - geldsom - verkoopprijs - deelbaar karakter
Het (ver)nieuw(d) vruchtgebruik: analyse en eerste commentaar
De niet-verdeelde gemeenschappelijke rekeningen in de aangifte van nalatenschap
Vaderlijke afstamming - IPR - Turks recht - onmogelijkheid voor biologische vader tot vaststelling vaderschap - gaat in tegen internationale openbare orde
Betwisting vaderschap - bezit van staat versus vordering betwisting vaderschap - art. 339nonies BW en art. 318, § 1 BW
[1.] WIPR – erkenning – rechterlijke beslissing – begrip – draagmoederschap – rechterlijke beslissing die afstammingsbanden in het leven roept [2.] WIPR – erkenning – rechterlijke beslissing – weigeringsgronden – wetsontduiking – beslissing alleen verkregen om te ontsnappen aan de toepassing van het aangewezen recht [3.] WIPR – erkenning – rechterlijke beslissing – weigeringsgronden – openbare orde – draagmoederschapsovereenkomst voorafgaand aan de rechterlijke beslissing – vermelding in een geboorteakte van twee vaders – geen schending van de openbare orde
Vaststelling vaderlijke afstamming - recht van de nationale wet van de vader - IPR - Iraaks recht - internationale openbare orde
EOT - voortzetting rechten en plichten huur - gewaarborgd woonrecht - sterkmaking - vertegenwoordiging
Vereffening na echtscheiding - bewijs tussen echtgenoten
Vereffening-verdeling - proces-verbaal van tussentijds geschil - bevoegde rechtbank - devolutieve werking
Exceptie van gezag van gewijsde - verdeling in natura - parameters bij de beoordeling van de verdeelbaarheid - voorafgaandelijke staat van vereffening niet vereist
Vordering tot uitonverdeeldheidtreding - onverdeeldheid - bewijs - geldsom - verkoopprijs - deelbaar karakter
Jaar
2021
Volume
2021
Nummer
10
Pagina
944
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Antwerpen, Hof van Beroep - Cour d'Appel, 01/12/2020
Referentie
“Vereffening na echtscheiding - bewijs tussen echtgenoten”, TNot. 2021, nr. 10, 944-947
Samenvatting
Een echtgenoot (de vrouw), die bij een vereffening na echtscheiding van het wettelijk
stelsel zonder huwelijkscontract, beweert liggend geld terug in de gemeenschap te hebben ingebracht, moet dit bewijzen aan de hand van een authentieke of onderhandse akte, medeondertekend door de man.
Het betrof geld dat zich in de gezinswoning bevond en dat zij zich had toegeëigend.
Een geschreven bewijs eenzijdig door haar opgesteld heeft geen waarde; evenmin een geschrift ter zake door de zoon. Dit laatste stuk moet worden geweerd op grond van artikel 931, tweede lid Ger.W. De zoon kan enkel worden gehoord door de rechter. Het feit dat de vrouw aan haar man bij de terugbetaling geen wettelijk bewijs hiervan vroeg, is een onzorgvuldigheid aan haar te wijten. Van een morele onmogelijkheid een schriftelijk bewijs te zorgen door het loutere feit van gehuwd te zijn, kan geen sprake zijn. De bewering dat diefstal tussen echtgenoten niet bestaat, levert evenmin grond op om anders te oordelen.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!