- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 4
- Artikel
- Cass. (2e k.) AR P.17.0215.F, 11 oktober 2017 (B.G.)
Volume 2018 : 4
Het ne-bis-in-idembeginsel en eenheid van opzet: een goed huwelijk?
Cass. (2e k.) AR P.17.0215.F, 11 oktober 2017 (B.G.)
[Schorsing van de verjaring van de strafvordering]
Cass. (2e k.) AR P.17.1167.N, 5 december 2017 (O.S.)
Cass. (2e ch.) RG P.17.0692.F, 24 janvier 2018 (S.R.)
[Verzoek tot voorlopige invrijheidstelling in afwachting van uitlevering]
[Taalgebruik in strafzaken]
Cass. (2e k.) AR P.18.0040.N, 15 mei 2018 (S.M. / A.A., A.L., Y.A.A., e.a.; N.S. / S.M., K.V., M.L., e.a.)
Cass. (2e k.) AR P.18.0097.N, 22 mei 2018 (P.L.M.B.)
[Herkwalificatie – Recht van verdediging]
[Verval hoger beroep bij niet-ondertekening grievenformulier]
Cass. (2e k.) AR P.18.0430.N, 29 mei 2018 (Procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Antwerpen / J.D.H.)
[Geen excessief formalisme bij de beoordeling van de verklaring van hoger beroep en het grievenformulier]
EHRM (5e afd.) nr. 28798/13, 24 mei 2018 (Laurent / Frankrijk)
EHRM (4e afd.) nr. 21786/15, 26 juni 2018 (Lakatos / Hongarije)
Het ne-bis-in-idembeginsel en eenheid van opzet: een goed huwelijk?
Cass. (2e k.) AR P.17.0215.F, 11 oktober 2017 (B.G.)
[Schorsing van de verjaring van de strafvordering]
Cass. (2e k.) AR P.17.1167.N, 5 december 2017 (O.S.)
Cass. (2e ch.) RG P.17.0692.F, 24 janvier 2018 (S.R.)
[Verzoek tot voorlopige invrijheidstelling in afwachting van uitlevering]
[Taalgebruik in strafzaken]
Cass. (2e k.) AR P.18.0040.N, 15 mei 2018 (S.M. / A.A., A.L., Y.A.A., e.a.; N.S. / S.M., K.V., M.L., e.a.)
Cass. (2e k.) AR P.18.0097.N, 22 mei 2018 (P.L.M.B.)
[Herkwalificatie – Recht van verdediging]
[Verval hoger beroep bij niet-ondertekening grievenformulier]
Cass. (2e k.) AR P.18.0430.N, 29 mei 2018 (Procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Antwerpen / J.D.H.)
[Geen excessief formalisme bij de beoordeling van de verklaring van hoger beroep en het grievenformulier]
EHRM (5e afd.) nr. 28798/13, 24 mei 2018 (Laurent / Frankrijk)
EHRM (4e afd.) nr. 21786/15, 26 juni 2018 (Lakatos / Hongarije)
Jaar
2018
Volume
2018
Nummer
4
Pagina
281
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 11/10/2017
Referentie
B. MEGANCK, “Cass. (2e k.) AR P.17.0215.F, 11 oktober 2017 (B.G.)”, TSTRAFRECHT 2018, nr. 4, 281-284
Samenvatting
Samenvatting 1 Samenvatting niet beschikbaar. Samenvatting 2 Samenvatting niet beschikbaar. Samenvatting 3 Zolang de verjaring niet is verworven, is ze onderworpen aan alle achtereenvolgende wetten die de termijn ervan wijzigen. Op het ogenblik waarop de rechter een uitspraak doet, past hij zowel de wet toe die de duur van die termijn verlengt, als die welke die duur verkort. Art. 32, 2°, van de wet van 25 december 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie heft art. 24, lid 4 V.T.Sv. op, dat voorzag in de schorsing van de verjaring van de strafvordering als de behandeling van de zaak door het vonnisgerecht werd uitgesteld met het oog op het verrichten van bijkomende onderzoekshandelingen. Art. 182 van dezelfde wet vermeldt dat die bepaling op 1 januari 2017 in werking treedt. Op grond van de onmiddellijke werking van de nieuwe wet op de verjaring, is het voornoemde art. 32, 2° van toepassing op de rechtsvorderingen die vóór haar inwerkingtreding zijn ontstaan en die op dat tijdstip krachtens de oude wet nog niet zijn verjaard. Samenvatting 4 Bij artikel 32, 2°, wet van 25 december 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake Justitie, dat in werking is getreden op 1 januari 2017, wordt het vierde lid van artikel 24 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering opgeheven dat in een schorsingsgrond van de verjaring van de strafvordering voorzag wanneer het vonnisgerecht de behandeling van de zaak uitstelde met het oog op het verrichten van bijkomende onderzoekshandelingen. Krachtens de onmiddellijke werking van de nieuwe wet op de verjaring van de strafvordering, is artikel 32, 2°, van toepassing op de rechtsvorderingen die vóór haar inwerkingtreding zijn ontstaan en die op dat tijdstip krachtens de oude wet nog niet zijn verjaard.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!