- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 4
- Artikel
- EHRM (4e afd.) nr. 21786/15, 26 juni 2018 (Lakatos / Hongarije)
Volume 2018 : 4
Het ne-bis-in-idembeginsel en eenheid van opzet: een goed huwelijk?
Cass. (2e k.) AR P.17.0215.F, 11 oktober 2017 (B.G.)
[Schorsing van de verjaring van de strafvordering]
Cass. (2e k.) AR P.17.1167.N, 5 december 2017 (O.S.)
Cass. (2e ch.) RG P.17.0692.F, 24 janvier 2018 (S.R.)
[Verzoek tot voorlopige invrijheidstelling in afwachting van uitlevering]
[Taalgebruik in strafzaken]
Cass. (2e k.) AR P.18.0040.N, 15 mei 2018 (S.M. / A.A., A.L., Y.A.A., e.a.; N.S. / S.M., K.V., M.L., e.a.)
Cass. (2e k.) AR P.18.0097.N, 22 mei 2018 (P.L.M.B.)
[Herkwalificatie – Recht van verdediging]
[Verval hoger beroep bij niet-ondertekening grievenformulier]
Cass. (2e k.) AR P.18.0430.N, 29 mei 2018 (Procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Antwerpen / J.D.H.)
[Geen excessief formalisme bij de beoordeling van de verklaring van hoger beroep en het grievenformulier]
EHRM (5e afd.) nr. 28798/13, 24 mei 2018 (Laurent / Frankrijk)
EHRM (4e afd.) nr. 21786/15, 26 juni 2018 (Lakatos / Hongarije)
Het ne-bis-in-idembeginsel en eenheid van opzet: een goed huwelijk?
Cass. (2e k.) AR P.17.0215.F, 11 oktober 2017 (B.G.)
[Schorsing van de verjaring van de strafvordering]
Cass. (2e k.) AR P.17.1167.N, 5 december 2017 (O.S.)
Cass. (2e ch.) RG P.17.0692.F, 24 janvier 2018 (S.R.)
[Verzoek tot voorlopige invrijheidstelling in afwachting van uitlevering]
[Taalgebruik in strafzaken]
Cass. (2e k.) AR P.18.0040.N, 15 mei 2018 (S.M. / A.A., A.L., Y.A.A., e.a.; N.S. / S.M., K.V., M.L., e.a.)
Cass. (2e k.) AR P.18.0097.N, 22 mei 2018 (P.L.M.B.)
[Herkwalificatie – Recht van verdediging]
[Verval hoger beroep bij niet-ondertekening grievenformulier]
Cass. (2e k.) AR P.18.0430.N, 29 mei 2018 (Procureur-generaal bij het Hof van Beroep te Antwerpen / J.D.H.)
[Geen excessief formalisme bij de beoordeling van de verklaring van hoger beroep en het grievenformulier]
EHRM (5e afd.) nr. 28798/13, 24 mei 2018 (Laurent / Frankrijk)
EHRM (4e afd.) nr. 21786/15, 26 juni 2018 (Lakatos / Hongarije)
Jaar
2018
Volume
2018
Nummer
4
Pagina
295
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Europees Hof voor de Rechten van de Mens - Cour Européenne des Droits de l’Homme, 26/06/2018
Referentie
“EHRM (4e afd.) nr. 21786/15, 26 juni 2018 (Lakatos / Hongarije)”, TSTRAFRECHT 2018, nr. 4, 295-296
Samenvatting
Samenvatting 1 Het Hof stelde dat dhr. L. in voorlopige hechtenis was gehouden gedurende 3 jaar en 8 maanden. Terwijl het duidelijk was dat er een redelijke verdenking aanwezig was dat hij de tenlastegelegde misdaad had begaan, was dergelijk vermoeden niet voldoende om iemand aangehouden te houden. De rechtbanken moesten ook andere redenen aanbrengen, hetgeen in dit geval de vrees was dat dhr. L. zou verdwijnen of getuigen zou intimideren. Het Hof stelde echter dat de nationale rechtbanken deze andere gronden niet degelijk bestudeerd hadden en enkel vertrouwden op gestereotypeerde en abstracte redeneringen. In dit geval was de vrees dat hij getuigen zou intimideren, gebaseerd op de bedreigingen die hij had geuit tegen deze getuigen nog voor zijn arrestatie, maar de rechtbanken hadden niet aangetoond hoe deze vrees had kunnen voortduren tijdens zijn aanhouding. Zij zouden gekeken moeten hebben naar de vooruitgang van het onderzoek, zijn karakter en enige andere specifieke verantwoordingen voor die vrees. Het vooruitzicht dat hij ervandoor zou gaan, was gebaseerd op zijn gebrek aan vast werk en het feit dat hij onbereikbaar was op zijn geregistreerd adres ten tijde van zijn arrestatie. Zulke redenen zouden relevant kunnen zijn, maar zij waren onvoldoende. De rechtbanken hadden meer bepaald niet aangetoond dat het niet mogelijk was om zijn verschijning op het proces te verzekeren door andere maatregelen te treffen, zoals huisarrest of vrijlating onder borg. Het Hof was eveneens niet overtuigd door de redenen van de overheid om een borg aangeboden door een familieverwant te weigeren en stelt vast dat het hof van beroep niet had uitgelegd waarom het de beslissingen in eerste aanleg om hem vrij te laten onder huisarrest, had verworpen. Al bij al hadden de nationale rechtbanken en hoven niet voldoende redenen aangegeven om de voorlopige hechtenis in afwachting van het proces zo lang te laten aanslepen. Bijgevolg was er sprake van een schending van zijn rechten.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!