RvS (10e k.) nr. 237.281, 3 februari 2017 (Magda Blondeel / Provincie Oost-Vlaanderen)

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 1
Artikel
RvS (10e k.) nr. 237.281, 3 februari 2017 (Magda Blondeel / Provincie Oost-Vlaanderen)

Jaar 2018 Volume 2018 Nummer 1 Pagina 42 Taal Nederlands Rechtscollege Raad van State - Conseil d’Etat, 03/02/2017 Referentie “RvS (10e k.) nr. 237.281, 3 februari 2017 (Magda Blondeel / Provincie Oost-Vlaanderen)”, TVGEM 2018, nr. 1, 42-46 Samenvatting Samenvatting 1 De verkorte tussentijdse evaluatieperiode na een ongunstig evaluatieresultaat begint, bij afwezigheid van beroep tegen de ongunstige evaluatie, te lopen vanaf de kennisgeving van het ongunstig evaluatieresultaat. Samenvatting 2 Tegen de initiële evaluatie heeft verzoekster een beroep ingediend. Op basis van het advies van de beroepscommissie heeft de provinciegriffier een nieuwe beslissing genomen. Tegen die beslissing kunnen geen grieven worden aangebracht die uitsluitend verband houden met het initiële evaluatieverslag. Samenvatting 3 Het beoordelen van de indicatoren per competentie aan de hand van begrippen zoals “nooit”, “soms”, “vaak” en “altijd”, meestal vergezeld van een geschreven toelichting, en een beoordeling van de competenties aan de hand van de schaal “niet ontwikkeld”, “matig ontwikkeld”, “voldoende ontwikkeld” en “sterk ontwikkeld”, samen met een eindbeoordeling gemotiveerd door een beschrijvend, kwalitatief verslag, volstaat om de evaluatie als afdoende formeel gemotiveerd te beschouwen. Hierbij moet niet worden aangegeven vanaf welke frequentie een gedragsindicator “nooit”, “soms”, “vaak” of “altijd” aanwezig wordt geacht, noch op welke exact te meten wijze men tot de score komt. De beoordelingen die weliswaar binnen de grenzen der redelijkheid moeten blijven, zijn geen wiskundige berekeningen waarvan het resultaat louter af te leiden is uit de toepassing van precies afgelijnde maatstaven. Samenvatting 4 Aan een ongunstig evaluatieresultaat kan een ontslag wegens beroepsongeschiktheid worden gekoppeld. Voorafgaand aan dergelijk ontslag moet het personeelslid worden gehoord. Wanneer het personeelslid na vier oproepingen en meer dan zes maanden uitstel nog altijd niet letterlijk kon worden gehoord om medische redenen en het evenmin een schriftelijk verweer indient, hoewel herhaaldelijk gewezen op die mogelijkheid, werd het personeelslid voldoende in de mogelijkheid gesteld om zijn middelen van verweer te formuleren en kan tot ontslag worden overgegaan zonder het personeelslid mondeling of schriftelijk te hebben gehoord. Samenvatting 5 Het ontslag wegens beroepsongeschiktheid is een individuele personeelszaak, waarover krachtens artikel 35, § 2, 3° juncto artikel 54, vierde lid Provinciedecreet geheim moet worden gestemd. Dit wordt niet overbodig door het besloten karakter van de vergadering van de deputatie. Dat het voorschrift van de geheime stemming niet op straffe van nietigheid is voorgeschreven, belet niet dat de overtreding ervan de wettigheid van de beslissing aantast. Samenvatting 6 Evenmin is het onwettig dat er bij de evaluatie, weze het in graad van eerste of tweede administratieve aanleg, ook positieve opmerkingen over verzoekster zijn gemaakt. Het is van aard te staven dat de evaluatie op een evenwichtige afweging berust.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren