RvS (14e k.) nr. 237.523, 28 februari 2017 (Isabel de Meester / Politiezone 5459 Spoorkin)

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 1
Artikel
RvS (14e k.) nr. 237.523, 28 februari 2017 (Isabel de Meester / Politiezone 5459 Spoorkin)

Jaar 2018 Volume 2018 Nummer 1 Pagina 56 Taal Nederlands Rechtscollege Raad van State - Conseil d’Etat, 28/02/2017 Referentie “RvS (14e k.) nr. 237.523, 28 februari 2017 (Isabel de Meester / Politiezone 5459 Spoorkin)”, TVGEM 2018, nr. 1, 56-59 Samenvatting Samenvatting 1 Het advies dat krachtens artikel 24 van de Tuchtwet in bepaalde gevallen aan de procureur des Konings moet worden gevraagd, moet worden gevraagd op basis van het voorstel van zware tuchtstraf en niet op basis van het inleidend verslag. De adviesverplichting is een substantiële verplichting. Het voorstel van zware tuchtstraf moet alle nuttige gegevens bevatten zodat het advies met kennis van zaken kan worden verstrekt. Tot die nuttige gegevens behoren de verweermiddelen van het personeelslid, daar die als essentieel element van het tuchtdossier noodzakelijk bij de verantwoording van een voorstel van zware straf moeten worden betrokken. Samenvatting 2 Los van de vraag of de opgelegde tuchtstraf van het ontslag van ambtswege voor verzoekster geen ingrijpende gevolgen op materieel-financieel vlak heeft waarvan bezwaarlijk kan worden betwist dat door de bestreden beslissing verzoeksters levensstandaard wezenlijk in het gedrang kan komen, berokkent het bestreden ontslag van ambtswege verzoekster onmiskenbaar een morele schandvlek en imagoschade die ontoereikend zouden kunnen worden geremedieerd en derhalve onherroepelijk dreigen te worden indien verzoekster zou moeten wachten op een uitspraak van de Raad van State over haar beroep tot nietigverklaring. Het is immers aannemelijk dat het bestreden ontslag om tuchtredenen gesteund op feiten die rechtstreeks betrekking hebben op de uitvoering van een gerechtelijke opdracht, verzoeksters beroepsgeschiedenis negatief kleurt en een ernstige schandvlek op haar legt, alsook dat de aldus door de tenuitvoerlegging van het ontslag om tuchtredenen veroorzaakte morele schade, onherroepelijk dreigt te worden indien verzoekster zou dienen te wachten op een uitspraak van de Raad van State over haar beroep tot nietigverklaring. Deze vaststelling volstaat om te besluiten dat in dit geval aan de voorwaarde van de spoedeisendheid is voldaan. De blote en niet-ondersteunde bewering van de verwerende partij dat zulks te dezen niet het geval is, leidt niet tot een andere conclusie.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren