- Full text
- Journal
- Number 330
- Article
- RvS (9e k.) nr. 234.609, 2 mei 2016 (Nils Dumortier / Vlaamse Gemeenschap)
Volume 2016 : 330
Cass. (2e k.) AR P.16.0132.N, 19 april 2016 (C.B. / Intergem, Gemeente Sint-Gillis-Waas)
Toplonen bij VRT niet langer geheim?
RvS (9e k.) nr. 234.609, 2 mei 2016 (Nils Dumortier / Vlaamse Gemeenschap)
Ook ’s nachts aanhoudingen
Nationaal noodplan
Sociaal strafwetboek
Vlaamse belastingdienst pakt ‘kaasroute’ aan
Hoog prijskaartje bij verboden terbeschikkingstelling van werknemers
[Taaltip] Colloquium Begrijpelijke Rechtstaal
Cass. (3e k.) AR C.14.0448.F, 15 februari 2016 (European society for radiotherapy and oncology / Equal-estro)
Gedetineerden moeten realistisch perspectief op vrijlating hebben
EHRM (Grote Kamer) nr. 10511/10, 26 april 2016 (Murray / Nederland)
Beschikk. HvJ (10e k.) nr. C-384/14, 28 april 2016 (Alta Realitat, S.L. / Erlock Film ApS, Ulrich Thomsen)
Hof van Justitie brengt geen duidelijkheid over taalproblemen bij grensoverschrijdende vorderingen
Raoul Declercq overleden
Adviescommissie
Extra terrorismeonderzoeksrechter
Hof van Justitie lanceert app
Evaluatie assessoren in SURB [strafuitvoeringsrechtbank]
Jaarverslag gerechtsdeurwaarders
‘Dossierkennis. Flexibiliteit. Interactie.’
De handelaar is dood: lang leve de ondernemer
Europees unitair octrooi: boer, pas op uw ganzen
[Column] Noch van dat…
Sharing is caring? [Voordelig fiscaal regime voor bepaalde inkomsten afkomstig uit de deeleconomie]
De wetgever, het stakingsrecht en het recht te staken: een hoorzitting
[Column] De justitiestraat in een schurkenstaat
Syndicale actie
Cijfers [personeelsbezetting hoven en rechtbanken]
… en letters [Open brief Nederlandstalige gevangenisdirecteurs]
Motie [werking justitie]
Op.Recht.Mechelen
Jeugdadvocaat: cruciaal als vertrouwenspersoon [Eric van der Mussele]
Gele kaart voor plan-Thyssen
Net sluit zich rond wet Major
HvJ EVA nr. E-14/15, 19 april 2016 (Holship Norge AS / Norsk Transportarbeiderforbund)
Cass. (2e k.) AR P.16.0132.N, 19 april 2016 (C.B. / Intergem, Gemeente Sint-Gillis-Waas)
Toplonen bij VRT niet langer geheim?
RvS (9e k.) nr. 234.609, 2 mei 2016 (Nils Dumortier / Vlaamse Gemeenschap)
Ook ’s nachts aanhoudingen
Nationaal noodplan
Sociaal strafwetboek
Vlaamse belastingdienst pakt ‘kaasroute’ aan
Hoog prijskaartje bij verboden terbeschikkingstelling van werknemers
[Taaltip] Colloquium Begrijpelijke Rechtstaal
Cass. (3e k.) AR C.14.0448.F, 15 februari 2016 (European society for radiotherapy and oncology / Equal-estro)
Gedetineerden moeten realistisch perspectief op vrijlating hebben
EHRM (Grote Kamer) nr. 10511/10, 26 april 2016 (Murray / Nederland)
Beschikk. HvJ (10e k.) nr. C-384/14, 28 april 2016 (Alta Realitat, S.L. / Erlock Film ApS, Ulrich Thomsen)
Hof van Justitie brengt geen duidelijkheid over taalproblemen bij grensoverschrijdende vorderingen
Raoul Declercq overleden
Adviescommissie
Extra terrorismeonderzoeksrechter
Hof van Justitie lanceert app
Evaluatie assessoren in SURB [strafuitvoeringsrechtbank]
Jaarverslag gerechtsdeurwaarders
‘Dossierkennis. Flexibiliteit. Interactie.’
De handelaar is dood: lang leve de ondernemer
Europees unitair octrooi: boer, pas op uw ganzen
[Column] Noch van dat…
Sharing is caring? [Voordelig fiscaal regime voor bepaalde inkomsten afkomstig uit de deeleconomie]
De wetgever, het stakingsrecht en het recht te staken: een hoorzitting
[Column] De justitiestraat in een schurkenstaat
Syndicale actie
Cijfers [personeelsbezetting hoven en rechtbanken]
… en letters [Open brief Nederlandstalige gevangenisdirecteurs]
Motie [werking justitie]
Op.Recht.Mechelen
Jeugdadvocaat: cruciaal als vertrouwenspersoon [Eric van der Mussele]
Gele kaart voor plan-Thyssen
Net sluit zich rond wet Major
HvJ EVA nr. E-14/15, 19 april 2016 (Holship Norge AS / Norsk Transportarbeiderforbund)
Year
2016
Volume
2016
Number
330
Page
2
Language
Dutch
Court
Raad van State - Conseil d’Etat, 02/05/2016
Reference
“RvS (9e k.) nr. 234.609, 2 mei 2016 (Nils Dumortier / Vlaamse Gemeenschap)”, DJK 2016, nr. 330, 2-3
Recapitulation
Samenvatting 1 De Raad van State vernietigt de beslissing van 30 oktober 2013 van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie – afdeling openbaarheid van bestuur waarbij het beroepschrift van N. van 30 september 2013 tegen de weigering tot het verlenen van openbaarheid door de Vlaamse Radio- en Televisieomroeporganisatie als ontvankelijk en ongegrond wordt beschouwd. Niet alleen vermeldt de beroepsinstantie niets over het belang dat met de openbaarheid van bestuur is verbonden, zij blijft ook volledig in gebreke om een afweging te maken van het belang van de openbaarheid en de economische, financiële en commerciële belangen van de VRT en om vervolgens te motiveren waarom de economische, financiële en commerciële belangen van de VRT naar haar oordeel zwaarder zouden doorwegen dan het algemeen belang dat met de openbaarmaking wordt gediend. De beroepsinstantie heeft derhalve niet in overeenstemming gehandeld met de vereisten om een beroep te kunnen doen op de uitzonderingsgrond van artikel 14, 1°, van het decreet van 23 oktober 1991 betreffende de openbaarheid van bestuursdocumenten in de diensten en instellingen van de Vlaamse regering. Samenvatting 2 Artikel 13, 2°, van het Decr.Vl.Parl. 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur (openbaarheidsdecreet) luidt: “De in artikel 4 genoemde instanties wijzen een aanvraag tot openbaarmaking af, voorzover die geen betrekking heeft op milieu-informatie: […] 2° als de openbaarmaking afbreuk doet aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon met de openbaarmaking instemt.” De bescherming van de persoonlijke levenssfeer is – net zoals de andere uitzonderingsgronden vervat in artikel 13 van het openbaarheidsdecreet – een absolute uitzonderingsgrond. Blijkens de parlementaire voorbereiding moet onder absolute uitzonderingen worden verstaan “dat de overheid de openbaarmaking moet weigeren wanneer bepaalde informatie onder de uitzonderingsgrond valt. Er moet dus geen belangenafweging plaatsvinden tussen het door de uitzonderingsgrond beschermde belang met het belang van de openbaarheid, en de weigering tot openbaarmaking moet niet door deze belangenafweging gemotiveerd worden”. Met andere woorden dient de openbaarmaking te worden afgewezen van zodra wordt vastgesteld dat het beschermde belang door de openbaarmaking zou worden aangetast. De bescherming van de persoonlijke levenssfeer heeft, ofschoon het een absolute uitzonderingsgrond betreft, ook een relatief aspect: “er is weliswaar geen afweging met het openbaar belang dat met de openbaarheid is gediend, maar telkens dient wel in concreto geoordeeld te worden of er al dan niet een inbreuk is gepleegd op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.” Het volstaat bijgevolg niet die uitzonderingsgrond op abstracte wijze in te roepen om de openbaarmaking te weigeren. Vereist is dat concreet wordt nagegaan of de openbaarmaking op het ogenblik dat ze wordt gevraagd daadwerkelijk afbreuk doet aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Tenslotte blijkt uit de parlementaire voorbereiding duidelijk dat geen afweging gemaakt moet worden tussen het belang van de openbaarheid en het belang van de privacy. Het volstaat, zoals de verwerende partij terecht opmerkt, dat in concreto wordt geoordeeld of er al dan niet een inbreuk op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wordt gepleegd. Een verplichting om over te gaan tot een proportionaliteitstoets kan evenmin worden gevonden in artikel 8 EVRM. Dat de parlementaire voorbereiding stelt dat het uitgangspunt van de uitzonderingsgrond erin bestaat om het door artikel 22 van de Grondwet en het door artikel 8 EVRM aan eenieder toegekende recht op eerbiediging van zijn privéleven te beschermen tegen de openbaarheid van bestuur en voor een inhoudelijke omschrijving van het begrip ‘(schending van de) persoonlijke levenssfeer’ verwijst naar de rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens, noopt evenmin tot het besluit dat er voor de toepassing van artikel 13, 2°, van het openbaarheidsdecreet een belangenafweging moet gebeuren in de zin van artikel 8.2 EVRM. Die verwijzing dient enkel als uitgangspunt voor wat verstaan moet worden onder de notie inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Van zodra in concreto is vastgesteld dat er sprake is van een dergelijke inbreuk moet de openbaarheid worden geweigerd; een bijkomende afweging van het belang van de openbaarheid en het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer is niet vereist. Samenvatting 3 De beroepsinstantie steunt de bestreden weigeringsbeslissing daarnaast ook op de uitzonderingsgrond vermeld in artikel 14, 1°, van het openbaarheidsdecreet, dat luidt: “De in artikel 4 genoemde instanties wijzen een aanvraag tot openbaarmaking af, voorzover die geen betrekking heeft op milieu-informatie, indien ze van oordeel zijn dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van één van de volgende belangen: 1° een economisch, financieel of commercieel belang van een in artikel 4, § 1, genoemde instantie.” De bescherming van een economisch, financieel of commercieel belang is – net zoals de andere uitzonderingsgronden vervat in artikel 14 van het openbaarheidsdecreet – een relatieve uitzonderingsgrond. Blijkens de parlementaire voorbereiding moet onder relatieve uitzonderingen worden verstaan “dat de [...] belangen dienen afgewogen te worden tegenover het belang van de openbaarheid” (Parl.St. Vl.Parl. 2002-03, nr. 1732/1, 27). De uitzonderingen zijn evenwel niet facultatief, maar verplicht. Dit wil zeggen “dat indien na het proces van de belangenafweging geoordeeld wordt dat het te beschermen belang belangrijker wordt geacht dan het belang van de openbaarheid, deze uitzondering moet worden toegepast. De belangen die beschermd worden zijn maar beschermenswaardig voor zover de openbaarmaking schade aan een bepaald belang toebrengt. En zelfs wanneer er schade aan dit belang wordt aangebracht is dit nog niet voldoende om het aan de openbaarmaking te onttrekken. Via een afwegingsproces moet duidelijk worden dat het belang dat men wil beschermen zwaarder doorweegt dan het algemeen belang dat gebaat is met de openbaarmaking” (Parl.St. Vl.Parl. 2002-03, nr. 1732/1, 27). Met andere woorden kan de openbaarmaking slechts worden afgewezen indien het beschermde belang door de openbaarmaking zou worden aangetast en er wordt vastgesteld dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen het beschermde belang. De uitzonderingsgrond inzake een ‘economisch, financieel of commercieel belang van een instantie’ moet (Parl.St. Vl.Parl. 2002-03, nr. 1732/1, 28): “het beleid of de beleidsintenties van de instanties (algemeen belang) en de economische, financiële en commerciële belangen van alle instanties die onder de bevoegdheid van de gehele Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest vallen, beschermen tegen het risico van speculatieve daden die voorkennis van informatie kan meebrengen. De decreetgever achtte een verdere beperking van deze uitzonderingsgrond niet nodig, gelet op de belangenafweging die voor het inroepen van deze uitzonderingsgrond verplicht is. Door deze belangenafweging zijn het immers alleen maar fundamentele belangen van de overheid die kunnen opwegen tegen de openbaarmaking en bijgevolg beschermd kunnen worden.”
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!