- Full text
- Journal
- Number 423
- Article
- Grondwettelijk Hof nr. 155/2019, 24 oktober 2019 (prejudiciële vraag)
Volume 2020 : 423
Vrijheid van vakvereniging. Geschonden door de algemeen verbindend verklaring van collectieve arbeidsovereenkomsten?
Grondwettelijk Hof nr. 155/2019, 24 oktober 2019 (prejudiciële vraag)
Berekening van het basisloon bij een arbeidsongeval
Grondwettelijk Hof nr. 16/2020, 6 februari 2020 (N.T., T.S.)
Spijtoptantenregeling: incoherent, maar grondwetsconform
Antwerpen 7 juni 2018
Bevoegdheid van het bestuursorgaan in een coöperatieve vennootschap
Antwerpen nr. 2018/AR/971, 2 oktober 2019
[Auteursrechtelijke inbreuk en bescherming] Een ster
Vrijheid van vakvereniging. Geschonden door de algemeen verbindend verklaring van collectieve arbeidsovereenkomsten?
Grondwettelijk Hof nr. 155/2019, 24 oktober 2019 (prejudiciële vraag)
Berekening van het basisloon bij een arbeidsongeval
Grondwettelijk Hof nr. 16/2020, 6 februari 2020 (N.T., T.S.)
Spijtoptantenregeling: incoherent, maar grondwetsconform
Antwerpen 7 juni 2018
Bevoegdheid van het bestuursorgaan in een coöperatieve vennootschap
Antwerpen nr. 2018/AR/971, 2 oktober 2019
[Auteursrechtelijke inbreuk en bescherming] Een ster
Year
2020
Volume
2020
Number
423
Page
445
Language
Dutch
Court
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 24/10/2019
Reference
E. TIMBERMONT, “Grondwettelijk Hof nr. 155/2019, 24 oktober 2019 (prejudiciële vraag)”, NJW 2020, nr. 423, 445-446
Recapitulation
Samenvatting 1 De artikelen 34 , 36 en 37 bis, §§ 1 en 2, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die interpretatie dat de vergoeding voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid die verschuldigd is aan een werknemer die een arbeidsongeval heeft tijdens de uitvoering van zijn deeltijdse arbeidsovereenkomst en die daarnaast bij een andere, voltijdse arbeidsovereenkomst is tewerkgesteld, overeenkomstig artikel 37bis , § 1, uitsluitend wordt vastgesteld met inachtneming van het loon dat hem krachtens zijn deeltijdse arbeidsovereenkomst verschuldigd is. Op die wijze wordt de schadevergoeding waarop de werknemer in die situatie recht heeft, op onevenredige wijze beperkt, in vergelijking met de werknemer die eveneens een deeltijdse en een voltijdse arbeidsovereenkomst cumuleert doch die een arbeidsongeval heeft tijdens de voltijdse tewerkstelling, voor wie het basisloon op grond van artikel 34 van de wet wordt vastgesteld met inachtneming van het loon dat hem krachtens zijn voltijdse functie verschuldigd is, evenals in vergelijking met de werknemer die meerdere deeltijdse arbeidsovereenkomsten combineert, voor wie het basisloon op grond van artikel 37bis, § 2, van de wet wordt vastgesteld met inachtneming van de lonen die hem krachtens de verschillende deeltijdse arbeidsovereenkomsten verschuldigd zijn. De artikelen 34 , 36 en 37 bis, §§ 1 en 2, van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in die interpretatie dat de vergoeding voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid die verschuldigd is aan een werknemer die een arbeidsongeval heeft tijdens de uitvoering van zijn deeltijdse arbeidsovereenkomst en die daarnaast bij een andere, voltijdse arbeidsovereenkomst is tewerkgesteld, overeenkomstig de artikelen 34 en 36 , § 1, van die wet moet worden vastgesteld met inachtneming van het loon dat hem krachtens zijn deeltijdse arbeidsovereenkomst verschuldigd is, aangevuld met een hypothetisch loon zoals bepaald bij dat artikel 36 , § 1.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!