Volume 2018 : 3
De Codextrein ontwikkelt enkele nieuwe sporen binnen het ruimtelijke planningsinstrumentarium
Diverse wijzigingen in het vergunningenbeleid door het decreet van 8 december 2017. Naar een incoherent ruimtelijk rendement?
Déc. Cour eur. D.H. (2e sect.) n° 11593/09, 5 septembre 2017 (Andy Jacques / Belgique)
Wordt de (goede) ruimtelijke ordening nog hersteld in Vlaanderen?
HvJ (Grote Kamer) nr. C-360/15, C-31/16, 30 januari 2018 (College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amersfoort / X. BV; Visser Vastgoed Beleggingen BV / Raad van de gemeente Appingedam)
RvS (7e k.) nr. 239.078, 14 september 2017 (Jan Keteleer / Deputatie van de Provincieraad van Antwerpen)
RvS (7e k.) nr. 240.039, 30 november 2017 (Kristof Costermans / Vlaamse Gewest)
RvS (10e k.) nr. 240.470, 16 januari 2018 (nv Pelckmans Turnhout / stad Turnhout)
RvS (10e k.) nr. 240.839, 28 februari 2018 (Alain Geevels / Vlaamse Gewest)
HvJ (3e k.) nr. C-328/16, 22 februari 2018 (Commissie / Griekenland)
HvJ (1e k.) nr. C-572/16, 22 februari 2018 (INEOS Köln GmbH / Bundesrepublik Deutschland)
Grondwettelijk Hof nr. 13/2018, 7 februari 2018 (vzw Aktiekomitee Red de Voorkempen e.a.)
Grondwettelijk Hof nr. 25/2018, 1 maart 2018 (vzw Belgisch Fonds voor de Inzameling, Verwerking van Elektrohuishoudtoestellen e.a., vzw Bebat e.a.)
RvS (7e k.) nr. 238.575, 20 juni 2017 (Marc Dieltjens / Deputatie van de Provincie Antwerpen)
RvS (7e k.) nr. 238.597, 22 juni 2017 (Eric Van Marsenille, Rita Claessens / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 238.598, 22 juni 2017 (Hervé Kervyn d’Oud Mooreghem, Thérèse de Vriese, Frederik Ongenaet / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 239.075, 14 september 2017 (Carlos Engels, Monica de Windt, Stijn Engels / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 239.076, 14 september 2017 (nv Heliventure FTO / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 239.077, 14 september 2017 (nv Heliventure FTO / Vlaamse Gewest)
RvS (10e k.) nr. 239.359, 11 oktober 2017 (Georges Coenen / Gemeente Diepenbeek)
RvS (10e k.) nr. 239.679, 27 oktober 2017 (nv De Keerskorf / Provincie Vlaams-Brabant, Vlaamse Gewest)
Gent 19 januari 2018
Rb. Oost-Vlaanderen (afd. Oudenaarde) 2 november 2017
De Codextrein ontwikkelt enkele nieuwe sporen binnen het ruimtelijke planningsinstrumentarium
Diverse wijzigingen in het vergunningenbeleid door het decreet van 8 december 2017. Naar een incoherent ruimtelijk rendement?
Déc. Cour eur. D.H. (2e sect.) n° 11593/09, 5 septembre 2017 (Andy Jacques / Belgique)
Wordt de (goede) ruimtelijke ordening nog hersteld in Vlaanderen?
HvJ (Grote Kamer) nr. C-360/15, C-31/16, 30 januari 2018 (College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amersfoort / X. BV; Visser Vastgoed Beleggingen BV / Raad van de gemeente Appingedam)
RvS (7e k.) nr. 239.078, 14 september 2017 (Jan Keteleer / Deputatie van de Provincieraad van Antwerpen)
RvS (7e k.) nr. 240.039, 30 november 2017 (Kristof Costermans / Vlaamse Gewest)
RvS (10e k.) nr. 240.470, 16 januari 2018 (nv Pelckmans Turnhout / stad Turnhout)
RvS (10e k.) nr. 240.839, 28 februari 2018 (Alain Geevels / Vlaamse Gewest)
HvJ (3e k.) nr. C-328/16, 22 februari 2018 (Commissie / Griekenland)
HvJ (1e k.) nr. C-572/16, 22 februari 2018 (INEOS Köln GmbH / Bundesrepublik Deutschland)
Grondwettelijk Hof nr. 13/2018, 7 februari 2018 (vzw Aktiekomitee Red de Voorkempen e.a.)
Grondwettelijk Hof nr. 25/2018, 1 maart 2018 (vzw Belgisch Fonds voor de Inzameling, Verwerking van Elektrohuishoudtoestellen e.a., vzw Bebat e.a.)
RvS (7e k.) nr. 238.575, 20 juni 2017 (Marc Dieltjens / Deputatie van de Provincie Antwerpen)
RvS (7e k.) nr. 238.597, 22 juni 2017 (Eric Van Marsenille, Rita Claessens / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 238.598, 22 juni 2017 (Hervé Kervyn d’Oud Mooreghem, Thérèse de Vriese, Frederik Ongenaet / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 239.075, 14 september 2017 (Carlos Engels, Monica de Windt, Stijn Engels / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 239.076, 14 september 2017 (nv Heliventure FTO / Vlaamse Gewest)
RvS (7e k.) nr. 239.077, 14 september 2017 (nv Heliventure FTO / Vlaamse Gewest)
RvS (10e k.) nr. 239.359, 11 oktober 2017 (Georges Coenen / Gemeente Diepenbeek)
RvS (10e k.) nr. 239.679, 27 oktober 2017 (nv De Keerskorf / Provincie Vlaams-Brabant, Vlaamse Gewest)
Gent 19 januari 2018
Rb. Oost-Vlaanderen (afd. Oudenaarde) 2 november 2017
Year
2018
Volume
2018
Number
3
Page
353
Language
Dutch
Court
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 07/02/2018
Reference
“Grondwettelijk Hof nr. 13/2018, 7 februari 2018 (vzw Aktiekomitee Red de Voorkempen e.a.)”, TMILRE 2018, nr. 3, 353-361
Recapitulation
Samenvatting 1 Samenvatting niet beschikbaar. Samenvatting 2 Verworpen wordt het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 1 juli 2016 tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten (meer bepaald het beroep tot vernietiging van art. 16 van voormeld decreet). Niet gegrond is het middel afgeleid uit de schending van de art. 10, 11, 23 en 28 Gw, afzonderlijk beschouwd en in samenhang gelezen met het Verdrag van Aarhus 25 juni 1998 betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, met de richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's, met de richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten en met het zorgvuldigheidsbeginsel en het voorzorgsbeginsel. De grief heeft betrekking op het ontbreken, in art. 2.2.4 VCRO, zoals gewijzigd bij art. 16 van het bestreden decreet, van de verplichting tot bekendmaking van het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan, terwijl wel is voorzien in de bekendmaking van de startnota, de scopingnota en de procesnota, alsook van het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan. De verzoekende partijen voeren in essentie aan dat daardoor op discriminerende wijze afbreuk zou worden gedaan aan het recht op inspraak van het betrokken publiek. De mogelijkheid tot inspraak biedt een waarborg voor de vrijwaring van het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu en een goede ruimtelijke ordening (art. 23, derde lid, 4°, Gw). Om aan de vereisten van inspraak te voldoen (art. 4, lid 1, art. 5, art. 6 en art. 8 richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad 27 juni 2001 en art. 7 en 8 Verdrag van Aarhus), kon de decreetgever volstaan met het voorleggen van het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan aan de raadpleging van het publiek. Die raadpleging vindt immers plaats tijdens de voorbereiding en vóór de vaststelling van het betreffende plan. Het ontbreken van de verplichting tot bekendmaking van het voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan doet derhalve niet op discriminerende wijze afbreuk aan het recht op inspraak van het betrokken publiek. Voor het overige doet de inspraakprocedure evenmin afbreuk aan het recht om verzoekschriften bij de openbare overheden in te dienen, gewaarborgd bij art. 28 Gw. Samenvatting 3 Verworpen wordt het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 1 juli 2016 tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage en andere effectbeoordelingen in het planningsproces voor ruimtelijke uitvoeringsplannen te integreren door wijziging van diverse decreten (meer bepaald het beroep tot vernietiging van de art. 33 en 41 van voormeld decreet). Niet gegrond is het middel afgeleid uit de schending van de art. 10, 11 en 23 Gw, afzonderlijk beschouwd en in samenhang gelezen met het beginsel van de hiërarchie van de normen, het wettigheidsbeginsel en het beginsel van de rechtsstaat. De grief heeft betrekking op de beperking, in art. 2.2.16, § 3, VCRO, zoals gewijzigd bij art. 33 van het bestreden decreet, en art. 2.2.23, § 2, VCRO, zoals gewijzigd bij art. 41 van het bestreden decreet, van de schorsingsgronden voor een besluit van de provincie- of gemeenteraad tot definitieve vaststelling van een ruimtelijk uitvoeringsplan. De enige toevoeging betreft de zinsnede ‘of met de bindende delen van door de Vlaamse Regering vastgestelde beleidsplannen binnen andere beleidsdomeinen’ in artikel 2.2.16, § 3, 3°, VCRO en van de zinsnede ‘of met bindende delen van een door de Vlaamse Regering vastgesteld beleidsplan’ in artikel 2.2.23, § 2, 3°, van de VCRO. Die toevoeging leidt evenwel niet tot een beperking maar tot een verruiming van de schorsingsgronden. In zoverre is het middel niet gegrond.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!