- Full text
- Revue
- Numéro 4
- Article
- Wegverkeerswet – art. 63-64, § 2, 3° – weigering bloedproef – Wet van 15 juni 1935 op het gebruik van talen in gerechtszaken: art. 40 – bijlagen aan PV in een andere taal – belangenschade – Art. 65 Strafwetboek – éénheid van opzet – Art. 1, 2 en 2bis Wet Voorlopige Hechtenis en art. 1 Wet Politieambt. / Loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière – art. 63-64 – refus du prélèvement sanguin – Loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire – art. 40 – annexes au procès-verbal dans une autre langue – intérêts – Art. 65 Code pénal – unité d’intention – Art. 1er, 2 et 2bis de loi relative à la détention préventive et art. 1er de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police.
Volume 2019 : 4
Art. 2.9 Wegverkeersreglement – begrip kruispunt. / Art. 2.9 de l’AR du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière – carrefour: notion.
Industrieterrein – art. 1384, 1 BW ten aanzien van de stad – art. 135, § 2 Gemeentewet – art. 1382-1383 BW: aansprakelijkheid eigenaar terrein – toepassing Wegcode naar analogie. / Terrain industriel – art. 1384, 1° C. civ. (ville) – art. 135, § 2 de la loi communale – art. 1382-1383 C. civ. – responsabilité du propriétaire du terrain – application du Code de la route par analogie.
Prejudiciële vraag betreffende art. 4 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering – schending afhankelijk van de interpretatie. / Question préjudicielle concernant l’art. 4 du titre préliminaire du Code d’instruction criminelle – violation ou non selon l’interprétation.
Richtlijn 2009/103/EG – art. 3, eerste alinea – begrip “deelneming aan het verkeer” – brand ontstaan in een voertuig gestald in de privégarage – dekking door de verplichte verzekering BA.
Directive 2009/103/CE – art. 3, premier alinéa – notion «participation à la circulation » – incendie causé par un véhicule stationné dans un garage privé – couverture par l’assureur responsabilité civile obligatoire.
Subrogatie van de verzekeraar – RDR-conventie – Art. 3, § 1 WAM – houder van het voertuig – wagen van een parkeerplaats geduwd. / Subrogation de l’assureur – Convention RDR – Art. 3, § 1er de la loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs – détenteur du véhicule – voiture poussé à partir d’unemplacement.
Transaction – vice du consentement – art. 1116 C. civ.: dol (non) – art. 1118 C. civ.: lésion qualifiée (non) – livre VI du Code de droit économique (exclu). / Dading – gebrekkige instemming – art. 1116 BW: bedrog (neen) – art. 1118 BW: gekwalificeerde benadeling (neen) – Boek VI van het Wetboek van Economisch Recht (uitgesloten).
Art. 48ter de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail – art. 29bis de la loi 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs – véhicule automoteur lié à la voie ferrée. / Art. 48ter wet 10 april 1971 arbeidsongevallen – art. 29bis WAM – voertuig aan spoorstaven gebonden.
Art. 29bis WAM – ongeval in keuringsstation – begrip “verkeersongeval” – art. 2, § 1 WAM: plaatsen toegankelijk voor het publiek begrip betrokkenheid van het voertuig. / Art. 29bis loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs – accident dans un centre du contrôle technique des véhicules – notion «accident de la circulation» – art. 2, § 1er de la loi du 21 novembre 1989 – endroit ouvert au public – notion «d’implication du véhicule».
Art. 2, § 1 en WAM – art. 26 Wet Landverzekeringsovereenkomsten 4 april 2014 – misdrijf niet-verzekering – risicoverzwaring. / Art. 2 de la loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs – art. 26 de la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances – délit du défaut d’assurance – aggravation du risque.
Loi relative à la circulation routière – art. 38, § 3, 5° alinéa – déchéance du droit de conduire – réintégration dans le droit de conduire – formation VIAS. / Wegverkeerswet – art. 38, § 3, alinea 5 – verval van het recht tot sturen – opleiding bij VIAS.
Loi relative à la police de la circulation routière – art. 63 et 64 – art. 44bis, §§ 3 et 4 du Code d’instruction criminelle – AR du 10 juin 1959 relatif au prélèvement sanguin en vue du dosage de l’alcool. / Wegverkeerswet – art. 63 en 64 – art. 44bis, §§ 3 en 4 Wetboek van Strafvordering – KB dd. 10 juni 1959 betreffende de bloedproef met het oog op het bepalen van het alcoholgehalte
Wegverkeerswet – art. 63-64, § 2, 3° – weigering bloedproef – Wet van 15 juni 1935 op het gebruik van talen in gerechtszaken: art. 40 – bijlagen aan PV in een andere taal – belangenschade – Art. 65 Strafwetboek – éénheid van opzet – Art. 1, 2 en 2bis Wet Voorlopige Hechtenis en art. 1 Wet Politieambt. / Loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière – art. 63-64 – refus du prélèvement sanguin – Loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire – art. 40 – annexes au procès-verbal dans une autre langue – intérêts – Art. 65 Code pénal – unité d’intention – Art. 1er, 2 et 2bis de loi relative à la détention préventive et art. 1er de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police.
Wegverkeerswet art. 65 – gestructureerde mededeling – verval van strafvordering. / Loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière – communication structurée – action publique éteinte.
Wegverkeerswet – art. 32 – toevertrouwen motorvoertuig aan een persoon niet voorzien van een rijbewijs. / Loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière – art. 32 – confier un véhicule à une personne non munie d’un permis de conduire.
Art. 2.9 Wegverkeersreglement – begrip kruispunt. / Art. 2.9 de l’AR du 1er décembre 1975 portant règlement général sur la police de la circulation routière – carrefour: notion.
Industrieterrein – art. 1384, 1 BW ten aanzien van de stad – art. 135, § 2 Gemeentewet – art. 1382-1383 BW: aansprakelijkheid eigenaar terrein – toepassing Wegcode naar analogie. / Terrain industriel – art. 1384, 1° C. civ. (ville) – art. 135, § 2 de la loi communale – art. 1382-1383 C. civ. – responsabilité du propriétaire du terrain – application du Code de la route par analogie.
Prejudiciële vraag betreffende art. 4 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering – schending afhankelijk van de interpretatie. / Question préjudicielle concernant l’art. 4 du titre préliminaire du Code d’instruction criminelle – violation ou non selon l’interprétation.
Richtlijn 2009/103/EG – art. 3, eerste alinea – begrip “deelneming aan het verkeer” – brand ontstaan in een voertuig gestald in de privégarage – dekking door de verplichte verzekering BA.
Directive 2009/103/CE – art. 3, premier alinéa – notion «participation à la circulation » – incendie causé par un véhicule stationné dans un garage privé – couverture par l’assureur responsabilité civile obligatoire.
Subrogatie van de verzekeraar – RDR-conventie – Art. 3, § 1 WAM – houder van het voertuig – wagen van een parkeerplaats geduwd. / Subrogation de l’assureur – Convention RDR – Art. 3, § 1er de la loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs – détenteur du véhicule – voiture poussé à partir d’unemplacement.
Transaction – vice du consentement – art. 1116 C. civ.: dol (non) – art. 1118 C. civ.: lésion qualifiée (non) – livre VI du Code de droit économique (exclu). / Dading – gebrekkige instemming – art. 1116 BW: bedrog (neen) – art. 1118 BW: gekwalificeerde benadeling (neen) – Boek VI van het Wetboek van Economisch Recht (uitgesloten).
Art. 48ter de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail – art. 29bis de la loi 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs – véhicule automoteur lié à la voie ferrée. / Art. 48ter wet 10 april 1971 arbeidsongevallen – art. 29bis WAM – voertuig aan spoorstaven gebonden.
Art. 29bis WAM – ongeval in keuringsstation – begrip “verkeersongeval” – art. 2, § 1 WAM: plaatsen toegankelijk voor het publiek begrip betrokkenheid van het voertuig. / Art. 29bis loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs – accident dans un centre du contrôle technique des véhicules – notion «accident de la circulation» – art. 2, § 1er de la loi du 21 novembre 1989 – endroit ouvert au public – notion «d’implication du véhicule».
Art. 2, § 1 en WAM – art. 26 Wet Landverzekeringsovereenkomsten 4 april 2014 – misdrijf niet-verzekering – risicoverzwaring. / Art. 2 de la loi du 21 novembre 1989 relative à l’assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs – art. 26 de la loi du 4 avril 2014 relative aux assurances – délit du défaut d’assurance – aggravation du risque.
Loi relative à la circulation routière – art. 38, § 3, 5° alinéa – déchéance du droit de conduire – réintégration dans le droit de conduire – formation VIAS. / Wegverkeerswet – art. 38, § 3, alinea 5 – verval van het recht tot sturen – opleiding bij VIAS.
Loi relative à la police de la circulation routière – art. 63 et 64 – art. 44bis, §§ 3 et 4 du Code d’instruction criminelle – AR du 10 juin 1959 relatif au prélèvement sanguin en vue du dosage de l’alcool. / Wegverkeerswet – art. 63 en 64 – art. 44bis, §§ 3 en 4 Wetboek van Strafvordering – KB dd. 10 juni 1959 betreffende de bloedproef met het oog op het bepalen van het alcoholgehalte
Wegverkeerswet – art. 63-64, § 2, 3° – weigering bloedproef – Wet van 15 juni 1935 op het gebruik van talen in gerechtszaken: art. 40 – bijlagen aan PV in een andere taal – belangenschade – Art. 65 Strafwetboek – éénheid van opzet – Art. 1, 2 en 2bis Wet Voorlopige Hechtenis en art. 1 Wet Politieambt. / Loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière – art. 63-64 – refus du prélèvement sanguin – Loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire – art. 40 – annexes au procès-verbal dans une autre langue – intérêts – Art. 65 Code pénal – unité d’intention – Art. 1er, 2 et 2bis de loi relative à la détention préventive et art. 1er de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police.
Wegverkeerswet art. 65 – gestructureerde mededeling – verval van strafvordering. / Loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière – communication structurée – action publique éteinte.
Wegverkeerswet – art. 32 – toevertrouwen motorvoertuig aan een persoon niet voorzien van een rijbewijs. / Loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière – art. 32 – confier un véhicule à une personne non munie d’un permis de conduire.
Année
2019
Volume
2019
Numéro
4
Page
227
Langue
Néerlandais
Juridiction
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 14/05/2019
Référence
“Wegverkeerswet – art. 63-64, § 2, 3° – weigering bloedproef – Wet van 15 juni 1935 op het gebruik van talen in gerechtszaken: art. 40 – bijlagen aan PV in een andere taal – belangenschade – Art. 65 Strafwetboek – éénheid van opzet – Art. 1, 2 en 2bis Wet Voorlopige Hechtenis en art. 1 Wet Politieambt. / Loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière – art. 63-64 – refus du prélèvement sanguin – Loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire – art. 40 – annexes au procès-verbal dans une autre langue – intérêts – Art. 65 Code pénal – unité d’intention – Art. 1er, 2 et 2bis de loi relative à la détention préventive et art. 1er de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police.”, T. Pol. / J.J.Pol. 2019, nr. 4, 227-232
Résumé
Het behoort niet aan de verbalisanten maar aan de appelrechters om te oordelen of uit de gedragingen kan worden afgeleid of er een weigering was om de ademtest of bloedproef af te leggen, dan wel of de verbalisanten de verplichting tot het afleggen van een ademtest of de bloedproef op afdoende wijze hebben duidelijk gemaakt. Uit artikel 63, § 1, 2° Wegverkeerswet volgt niet dat een bestuurder enkel kan worden verplicht tot het afleggen van een bloedproef indien hij zowel de ademtest als de ademanalyse heeft geweigerd. De Franstalige bijlagen gehecht aan het proces- verbaal dat werd opgesteld in het Nederlands schendt de artikelen 11 en 40 Taalwet Gerechtszaken niet, nu er niet aangevoerd werd in de conclusie dat de toevoeging van Franstalige bijlagen de belangen (van de beklaagde) heeft geschaad. Indien de beklaagde zich beperkt tot de loutere aanvoering dat de rechter toepassing dient te maken van artikel 65 Sw. zonder daartoe enig concreet gegeven aan te voeren, beantwoordt en verwerpt de rechter die aanvoering met de enkele vaststelling dat er tussen de door hem te beoordelen feiten geen eenheid van opzet bestaat. Het loutere verzoek van de daartoe bevoegde persoon om tijdens de uitvoering van een alcoholcontrole ter plaatse te blijven, houdt als dusdanig geen vrijheidsbeneming in. *** *** *** Il n’appartient pas aux verbalisateurs mais aux juges d’appel de déterminer s’il ressort des comportements qu’il a adoptés que le prévenu a refusé de procéder au test d’haleine ou au prélèvement sanguin et si les verbalisateurs lui ont expliqué de façon suffisamment claire l’obligation de procéder au test d’haleine ou au prélèvement sanguin. Il ne résulte pas de l’article 63, § 1er, 2 de la loi sur la police de la circulation routière qu’un conducteur peut uniquement se voir obliger de subir un prélèvement sanguin après avoir refusé tant le test d’haleine que l’analyse de l’haleine. Les annexes rédigées en français et jointes au procès-verbal, lui-même rédigé en néerlandais, ne violent pas les articles 11 et 40 de la loi concernant l’emploi des langues en matière judiciaire, puisqu’il n’a pas été soulevé dans les conclusions que ces annexes en langue française ont nui aux intérêts (du prévenu). Lorsque le prévenu se limite à invoquer l’application de l’article 65 du Code pénal sans apporter des éléments concrets, le juge rencontre ce moyen en constatant uniquement qu’il n’ est pas question d’unité d’intention par rapport aux différents faits soumis à son appréciation. La simple demande formulée par les agents compétents de rester sur place durant le temps du contrôle n’est pas constitutive d’une privation de liberté.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!