- Full text
- Revue
- Numéro 5
- Article
- 1. Bevoegdheid inzake gemeenschaps- en gewestbelasting – Bevoegdheid van het Vlaamse Gewest – Heffing ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten – Wijze van invordering – Hoofdelijke aansprakelijkheid – Geen schending van art. 134 Gw. juncto art. 6 BWHI (residuaire federale bevoegdheid inzake burgerlijk recht) 2. Gelijkheid en niet-discriminatie inzake gemeenschaps- en gewestbelasting – Heffingsplichtigen – Naakte eigenaars bij leegstandsheffing bedrijfsruimten vs. vruchtgebruikers en andere eigenaars bij leegstandsheffing woningen en gebouwen – Schending van art. 10 en 11 Gw.
Volume 14 : 5
De coöperatieve organisatie van gemeenschappelijke woonprojecten
De ‘kortetermijnhandelshuur’. Het decreet van 8 juni 2016
Het integraal handelsvestigingsbeleid: mogelijkheden voor lokale besturen. Het decreet van 15 juli 2016
1. Bevoegdheid inzake gemeenschaps- en gewestbelasting – Bevoegdheid van het Vlaamse Gewest – Heffing ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten – Wijze van invordering – Hoofdelijke aansprakelijkheid – Geen schending van art. 134 Gw. juncto art. 6 BWHI (residuaire federale bevoegdheid inzake burgerlijk recht) 2. Gelijkheid en niet-discriminatie inzake gemeenschaps- en gewestbelasting – Heffingsplichtigen – Naakte eigenaars bij leegstandsheffing bedrijfsruimten vs. vruchtgebruikers en andere eigenaars bij leegstandsheffing woningen en gebouwen – Schending van art. 10 en 11 Gw.
Regelgeving inzake natuur en bos – Beperking eigendomsrecht – Evenredigheid – Beginsel van de gelijkheid van de burgers voor de openbare lasten – Rechtszekerheidsbeginsel – Inspraak van het publiek
1. Eigendom – Natrekking – Tijdstip – Vergoedingsplicht eigenaar (art. 555, 3e lid BW) – Ontstaan – Verrijking zonder oorzaak – Beoordeling omvang 2. Bezit – Teruggave van vruchten – Uitvoering te goeder trouw – Latere kwade trouw
Handelshuur – Huurhernieuwing – Andere voorwaarden – Onenigheid omtrent de huurprijs – Normale huurwaarde – Werken uitgevoerd door de huurder tijdens voorbije huurperiode
Handelshuur – Huurhernieuwing – Andere voorwaarden – Blijvende onenigheid – Huurprijs – Normale huurwaarde – (Actieve) beoordeling door rechter – Bewijslast verhuurder
Pacht – Recht van voorkoop van pachter – Aanvaarding van het bod – Bij gerechtsdeurwaardersexploot of bij ter post aangetekende brief – Dwingend recht – bescherming eigenaar
1. Pachtwet – Toepassingsgebied – Uitgesloten overeenkomsten – Landbouwvennootschap – Overeenkomst tot oprichting – Duur van ten minsten 27 jaar – Partijen 2. Landbouwvennootschap – Oprichtingsakte – Beherend vennoot – Voorwaarden (art. 791, 1e lid W.Venn.) – Beoordeling door rechter 3. Landbouwvennootschap – Exploitatie als beherend vennoot – Gelijkstelling met persoonlijke exploitatie voor toepassing Pachtwet
Aanneming van werk – Betaling – Bewijs(last) – Bewijs uitvoering werken door aannemer – Weigering aanstelling gerechtsdeskundige
Overheidsopdrachten – Gunning aan laagste regelmatige inschrijver (art. 15, lid 1 overheidsopdrachtenwet 1993) – Op straffe van forfaitaire schadevergoeding – Bewijs van laagste regelmatige offerte – Schijn van partijdigheid volstaat niet als bewijs
Faillissement – Samenloop – Gelijkheid van schuldeisers – Uitzondering – Boedelschulden – A. Restrictieve interpretatie – B. Begrip boedelschuld – C. Leegstandsheffing
1. Hinder uit nabuurschap (art. 544 BW) – (Geen) toepassingsvoorwaarde – (Niet-)foutieve daad, verzuim of gedraging toerekenbaar aan buur 2. Aansprakelijkheid buiten overeenkomst – Integrale schadevergoeding – Zaakschade – Vervangingswaarde – Werkelijke waarde van de vernielde zaak – Niet nieuwwaarde
Pacht – Recht(en) van voorkoop – Voorrang
Burgerlijke zaak (private belangen m.b.t. factuurschuld) – Verjaring – Afstand – A. Voorwerp – B. Bewijs – Geen vermoeden – Feitelijke beoordeling door rechter
Sociale woninghuur – Opzegging door verhuurder – Tekortkoming huurder – Ernstige en blijvende tekortkoming – Mededeling gewijzigde bewonerssamenstelling
Monumenten en landschappen – Bouw- of verkavelingsvergunning – Art. 9 Monumentendecreet
Ontvankelijkheid van de vordering tot vernietiging – Tijdigheid van het beroep
Lokaal belastingreglement – Toetsing van eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel door hoven en rechtbanken (art. 159 Gw.) – Vrijstelling van heffing op verwaarloosde en/of onafgewerkte woningen of gebouwen voor autonome gemeentebedrijven en sociale woonorganisaties – (Geen) redelijke verantwoording voor ongelijke behandeling t.a.v. andere belastingplichtigen – Doel – Achteraf gegeven motivering niet gedragen door vermeldingen in het belastingdossier of het belastingreglement
1. Appartementsmede-eigendom – Gebreken aan gemene delen na oplevering – Vordering in rechte – Proceshoedanigheid – Vereniging van mede-eigenaars – Individuele mede-eigenaar 2. Contractuele aansprakelijkheid promotor, architect en aannemer – In solidum gehoudenheid – Contractuele uitsluiting in architectenovereenkomst – Afzonderlijke toewijsbaarheid van de schadeposten
Aanneming van werk – Tijdelijke handelsvennootschap – (Niet-)tegenwerpelijkheid van inhoud THV-contract (niet-geintegreerd karakter) aan onderaannemer / leverancier – Hoofdelijke aansprakelijkheid vennoten (art. 53 W.Venn.)
Aanneming van werk – Gebrekkige uitvoering – Gedeelde technische (en geen in solidum) aansprakelijkheid aannemer en architect – A. Aansprakelijkheid van architect – Conceptfout – B. Aansprakelijkheid van aannemer – Raadgevings- en informatieplicht van gespecialiseerd aannemer t.a.v. architect en/of bouwheer – (Geen) invloed moeilijke uitvoeringsomstandigheden – Aansprakelijkheid van hoofdaannemer voor onderaannemer
1. Overeenkomsten – Wilsgebreken – Geweld – Vastgoedtransactie – Morele en fysieke druk – Slagen en verwondingen – Zelfmoord 2. Erfrecht – Verboden erfovereenkomst – Aanwasbeding in vruchtgebruik – Periodiciteit
Huur van onroerend goed – Totstandkoming huurovereenkomst – Wilsgebrek – Bedrog – Nietigheid – A. Schadevergoeding i.h.v. bedrogen huurder – Omvang – (Geen) winstdervingsvergoeding – B. (Geen) schadevergoeding i.h.v. bedriegende verhuurder
1. Koop-verkoop onroerend goed – Wet Breyne – Toepassingsgebied – A. Minimumomvang renovatie – B. Vooruitbetalingsvereiste – Begrip storting – C. Begrip voltooiing – Criterium van de normale bewoonbaarheid 2. Koop-verkoop onroerend goed – Aansprakelijkheid van verkoper – Vrijwaring voor lichte verborgen gebreken (art. 1648 BW) – A. Exoneratiebeding – Nietigheid – B. Korte termijn 3. Koop-verkoop onroerend goed – Aansprakelijkheid van architect – A. Voorwerp van aansprakelijkheidsvordering – Architect-natuurlijke persoon vs. architectenvennootschap – B. Aanvaarding – Stilzwijgende oplevering – Gemene delen – C. Vrijwaring voor lichte verborgen gebreken – Redelijke termijn
1. Huur van diensten – Architectuurovereenkomst – (Geen) vormvereiste – (Geen) schriftelijke overeenkomst 2. Huur van diensten – Architectuuropdracht – Verkavelingsvergunningsaanvraag – Middelenverbintenis 3. Huur van diensten – Architectuurovereenkomst – Ereloon – Vaststellingswijze – Geen vast bedrag noch vooropgestelde berekeningswijze – Partijbeslissing
De coöperatieve organisatie van gemeenschappelijke woonprojecten
De ‘kortetermijnhandelshuur’. Het decreet van 8 juni 2016
Het integraal handelsvestigingsbeleid: mogelijkheden voor lokale besturen. Het decreet van 15 juli 2016
1. Bevoegdheid inzake gemeenschaps- en gewestbelasting – Bevoegdheid van het Vlaamse Gewest – Heffing ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten – Wijze van invordering – Hoofdelijke aansprakelijkheid – Geen schending van art. 134 Gw. juncto art. 6 BWHI (residuaire federale bevoegdheid inzake burgerlijk recht) 2. Gelijkheid en niet-discriminatie inzake gemeenschaps- en gewestbelasting – Heffingsplichtigen – Naakte eigenaars bij leegstandsheffing bedrijfsruimten vs. vruchtgebruikers en andere eigenaars bij leegstandsheffing woningen en gebouwen – Schending van art. 10 en 11 Gw.
Regelgeving inzake natuur en bos – Beperking eigendomsrecht – Evenredigheid – Beginsel van de gelijkheid van de burgers voor de openbare lasten – Rechtszekerheidsbeginsel – Inspraak van het publiek
1. Eigendom – Natrekking – Tijdstip – Vergoedingsplicht eigenaar (art. 555, 3e lid BW) – Ontstaan – Verrijking zonder oorzaak – Beoordeling omvang 2. Bezit – Teruggave van vruchten – Uitvoering te goeder trouw – Latere kwade trouw
Handelshuur – Huurhernieuwing – Andere voorwaarden – Onenigheid omtrent de huurprijs – Normale huurwaarde – Werken uitgevoerd door de huurder tijdens voorbije huurperiode
Handelshuur – Huurhernieuwing – Andere voorwaarden – Blijvende onenigheid – Huurprijs – Normale huurwaarde – (Actieve) beoordeling door rechter – Bewijslast verhuurder
Pacht – Recht van voorkoop van pachter – Aanvaarding van het bod – Bij gerechtsdeurwaardersexploot of bij ter post aangetekende brief – Dwingend recht – bescherming eigenaar
1. Pachtwet – Toepassingsgebied – Uitgesloten overeenkomsten – Landbouwvennootschap – Overeenkomst tot oprichting – Duur van ten minsten 27 jaar – Partijen 2. Landbouwvennootschap – Oprichtingsakte – Beherend vennoot – Voorwaarden (art. 791, 1e lid W.Venn.) – Beoordeling door rechter 3. Landbouwvennootschap – Exploitatie als beherend vennoot – Gelijkstelling met persoonlijke exploitatie voor toepassing Pachtwet
Aanneming van werk – Betaling – Bewijs(last) – Bewijs uitvoering werken door aannemer – Weigering aanstelling gerechtsdeskundige
Overheidsopdrachten – Gunning aan laagste regelmatige inschrijver (art. 15, lid 1 overheidsopdrachtenwet 1993) – Op straffe van forfaitaire schadevergoeding – Bewijs van laagste regelmatige offerte – Schijn van partijdigheid volstaat niet als bewijs
Faillissement – Samenloop – Gelijkheid van schuldeisers – Uitzondering – Boedelschulden – A. Restrictieve interpretatie – B. Begrip boedelschuld – C. Leegstandsheffing
1. Hinder uit nabuurschap (art. 544 BW) – (Geen) toepassingsvoorwaarde – (Niet-)foutieve daad, verzuim of gedraging toerekenbaar aan buur 2. Aansprakelijkheid buiten overeenkomst – Integrale schadevergoeding – Zaakschade – Vervangingswaarde – Werkelijke waarde van de vernielde zaak – Niet nieuwwaarde
Pacht – Recht(en) van voorkoop – Voorrang
Burgerlijke zaak (private belangen m.b.t. factuurschuld) – Verjaring – Afstand – A. Voorwerp – B. Bewijs – Geen vermoeden – Feitelijke beoordeling door rechter
Sociale woninghuur – Opzegging door verhuurder – Tekortkoming huurder – Ernstige en blijvende tekortkoming – Mededeling gewijzigde bewonerssamenstelling
Monumenten en landschappen – Bouw- of verkavelingsvergunning – Art. 9 Monumentendecreet
Ontvankelijkheid van de vordering tot vernietiging – Tijdigheid van het beroep
Lokaal belastingreglement – Toetsing van eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel door hoven en rechtbanken (art. 159 Gw.) – Vrijstelling van heffing op verwaarloosde en/of onafgewerkte woningen of gebouwen voor autonome gemeentebedrijven en sociale woonorganisaties – (Geen) redelijke verantwoording voor ongelijke behandeling t.a.v. andere belastingplichtigen – Doel – Achteraf gegeven motivering niet gedragen door vermeldingen in het belastingdossier of het belastingreglement
1. Appartementsmede-eigendom – Gebreken aan gemene delen na oplevering – Vordering in rechte – Proceshoedanigheid – Vereniging van mede-eigenaars – Individuele mede-eigenaar 2. Contractuele aansprakelijkheid promotor, architect en aannemer – In solidum gehoudenheid – Contractuele uitsluiting in architectenovereenkomst – Afzonderlijke toewijsbaarheid van de schadeposten
Aanneming van werk – Tijdelijke handelsvennootschap – (Niet-)tegenwerpelijkheid van inhoud THV-contract (niet-geintegreerd karakter) aan onderaannemer / leverancier – Hoofdelijke aansprakelijkheid vennoten (art. 53 W.Venn.)
Aanneming van werk – Gebrekkige uitvoering – Gedeelde technische (en geen in solidum) aansprakelijkheid aannemer en architect – A. Aansprakelijkheid van architect – Conceptfout – B. Aansprakelijkheid van aannemer – Raadgevings- en informatieplicht van gespecialiseerd aannemer t.a.v. architect en/of bouwheer – (Geen) invloed moeilijke uitvoeringsomstandigheden – Aansprakelijkheid van hoofdaannemer voor onderaannemer
1. Overeenkomsten – Wilsgebreken – Geweld – Vastgoedtransactie – Morele en fysieke druk – Slagen en verwondingen – Zelfmoord 2. Erfrecht – Verboden erfovereenkomst – Aanwasbeding in vruchtgebruik – Periodiciteit
Huur van onroerend goed – Totstandkoming huurovereenkomst – Wilsgebrek – Bedrog – Nietigheid – A. Schadevergoeding i.h.v. bedrogen huurder – Omvang – (Geen) winstdervingsvergoeding – B. (Geen) schadevergoeding i.h.v. bedriegende verhuurder
1. Koop-verkoop onroerend goed – Wet Breyne – Toepassingsgebied – A. Minimumomvang renovatie – B. Vooruitbetalingsvereiste – Begrip storting – C. Begrip voltooiing – Criterium van de normale bewoonbaarheid 2. Koop-verkoop onroerend goed – Aansprakelijkheid van verkoper – Vrijwaring voor lichte verborgen gebreken (art. 1648 BW) – A. Exoneratiebeding – Nietigheid – B. Korte termijn 3. Koop-verkoop onroerend goed – Aansprakelijkheid van architect – A. Voorwerp van aansprakelijkheidsvordering – Architect-natuurlijke persoon vs. architectenvennootschap – B. Aanvaarding – Stilzwijgende oplevering – Gemene delen – C. Vrijwaring voor lichte verborgen gebreken – Redelijke termijn
1. Huur van diensten – Architectuurovereenkomst – (Geen) vormvereiste – (Geen) schriftelijke overeenkomst 2. Huur van diensten – Architectuuropdracht – Verkavelingsvergunningsaanvraag – Middelenverbintenis 3. Huur van diensten – Architectuurovereenkomst – Ereloon – Vaststellingswijze – Geen vast bedrag noch vooropgestelde berekeningswijze – Partijbeslissing
Année
2016
Volume
14
Numéro
5
Page
403
Langue
Néerlandais
Juridiction
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 03/03/2016
Référence
“1. Bevoegdheid inzake gemeenschaps- en gewestbelasting – Bevoegdheid van het Vlaamse Gewest – Heffing ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten – Wijze van invordering – Hoofdelijke aansprakelijkheid – Geen schending van art. 134 Gw. juncto art. 6 BWHI (residuaire federale bevoegdheid inzake burgerlijk recht) 2. Gelijkheid en niet-discriminatie inzake gemeenschaps- en gewestbelasting – Heffingsplichtigen – Naakte eigenaars bij leegstandsheffing bedrijfsruimten vs. vruchtgebruikers en andere eigenaars bij leegstandsheffing woningen en gebouwen – Schending van art. 10 en 11 Gw.”, T.B.O. 2016, nr. 5, 403-406
Résumé
1. Artikel 15, § 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten (Leegstandsdecreet Bedrijfsruimten) schendt niet artikel 134 Gw., in samenhang gelezen met artikel 6 BWHI, in zoverre zij de hoofdelijkheid tussen de eigenaars van eenzelfde onroerend goed invoert wat de betaling van de leegstandheffing betreft . De heffing ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, zoals vervat in het Leegstandsdecreet Bedrijfsruimten, werd door het Vlaamse Gewest ingevoerd krachtens de bij artikel 170, § 2 Gw. aan de gewesten toegekende algemene fiscale bevoegdheid. De algemene fiscale bevoegdheid van de gewesten strekt zich uit tot het bepalen van de wijze van invordering van de heffingen die zij invoeren. Dat geldt ook voor de leegstandheffing. Voor het bepalen van de wijze van invordering van die heffing kan de decreetgever gebruikmaken van de in artikel 1202 BW voorgeschreven mogelijkheid en bepalen dat wanneer verschillende personen eigenaar zijn van het goed waarop de heffing betrekking heeft , zij hoofdelijk gehouden zijn tot de betaling ervan. Hierdoor regelt hij niet de rechtsfiguur van de hoofdelijkheid, die behoort tot de materie van het burgerlijk recht en bijgevolg tot de residuaire bevoegdheid van de federale wetgever. Door die mogelijkheid te benutten zonder de betrokken regeling te wijzigen, begaat de decreetgever geen inbreuk op de residuaire bevoegdheid van de federale wetgever. 2. Artikel 2, 9° juncto artikel 15, § 2 Leegstandsdecreet Bedrijfsruimten schendt de artikelen 10 en 11 Gw. in zoverre de naakte eigenaars van bedrijfsgebouwen, die zelf niet verantwoordelijk kunnen worden geacht voor de leegstand, de heffingsplichtigen zijn, terwijl in het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 (leegstandsdecreet gebouwen/woningen) het de vruchtgebruikers en de “andere eigenaars van leegstaande woningen” zijn die worden aangewezen als de personen die dezelfde heffing verschuldigd zijn. Wanneer de naakte eigenaars van leegstaande bedrijfsruimten zonder uitzondering aan de leegstandheffing worden onderworpen, is de maatregel onevenredig met de doelstelling die door de leegstandheffing voor bedrijfsruimten wordt nagestreefd. Het is immers inherent aan de rechtsfiguur van de naakte eigendom dat de naakte eigenaars, die niet over het recht van gebruik en genot beschikken, geen maatregelen vermogen te nemen teneinde aan de leegstand een einde te maken. Bovendien heeft de decreetgever het risico op insolvabiliteit van diegene die schuld heeft aan de leegstand, verschoven naar de naakte eigenaar. In geval van insolvabiliteit van de veroorzaker van de leegstand zal de heffingsplichtige naakte eigenaar de facto de last van de heffing moeten dragen. De omstandigheid dat de opbrengst van de leegstandheffing voor bedrijfsruimten, in tegenstelling tot de leegstandheffing voor woningen en gebouwen, zou worden gebruikt om nieuwe eigenaars van verwaarloosde bedrijfsruimten te stimuleren tot vernieuwing, kan geen voldoende verantwoording bieden voor die identieke behandeling, aangezien ook de verantwoordelijke vruchtgebruiker voor de leegstand aan die doelstelling kan bijdragen.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!