- Full text
- Revue
- Numéro 5-6
- Article
- Grondwettelijk Hof nr. 108/2020, 16 juli 2020 (prejudiciële vraag)
Volume 2020 : 5
De rol van de factuur in het nieuwe ondernemingsrecht
Grondwettelijk Hof nr. 108/2020, 16 juli 2020 (prejudiciële vraag)
Cass. (1e k.) AR C.18.0523.N, 7 juni 2019 (D.C. / V.D.)
De medewerking aan de bewijsvoering: een aanvullende verantwoordelijkheid van procespartijen
Cass. (1e k.) AR C.19.0360.N, 4 juni 2020 (NV A.A.B.S. / Faillissement BVBA W.D.)
Cass. (1e k.) AR C.20.0222.N, 18 juni 2020 (W. E., KONINKLIJKE LIERSE SPORTKRING cvba, Christophe GEUKENS)
Cass. (2e k.) AR P.20.0147.N, 23 juni 2020 (P. P. M. N.)
Cass. (1e k.) AR F.18.0151.N, 25 juni 2020 (GARY LIESMONS GERECHTSDEURWAARDER gcv, G. L. / BELGISCHE STAAT)
Cass. (vakantiekamer) AR P.20.0712.N, 22 juli 2020 (C. K.)
Cass. (1e k.) AR C.20.0045.N, 4 september 2020 (E. W., LA RESERVE INVEST nv, LA RESERVE MANAGEMENT nv / M. V. T., Alex VROMBAUT)
Cass. (3e k.) AR C.19.0034.N, C.19.0118.N, 7 september 2020 (BELGISCHE STAAT / DOCPHARMA bv; DOCPHARMA bv / BELGISCHE STAAT)
Cass. (1e k.) AR C.19.0248.N, 11 september 2020 (A. K. / JOSADIS nv)
Cass. (3e k.) AR C.18.0337.N, 21 september 2020 (Stad Brussel / Gemeente Overijse)
Antwerpen (B1M k.) nr. 2019/AR/2235, 10 februari 2020
Antwerpen (B4E3e k.) nr. 2019/AR/707, 25 februari 2020
Antwerpen (B3E1e k.) nr. 2019/AR/1039, 23 maart 2020
Antwerpen (vakantiekamer) nr. 2020/AR/1108, 14 juli 2020
Antwerpen (B8E2e k.) nr. 2020/RK/8, 20 juli 2020
Antwerpen (familiekamer) (F1E1e k.) nr. 2019/FA/278, 15 september 2020
Rb. Oost-Vlaanderen (afd. Dendermonde) nr. 20/13/C, 20 mei 2020
Trib. trav. Liège (div. Liège) (9e ch.) 16 janvier 2020
De rol van de factuur in het nieuwe ondernemingsrecht
Grondwettelijk Hof nr. 108/2020, 16 juli 2020 (prejudiciële vraag)
Cass. (1e k.) AR C.18.0523.N, 7 juni 2019 (D.C. / V.D.)
De medewerking aan de bewijsvoering: een aanvullende verantwoordelijkheid van procespartijen
Cass. (1e k.) AR C.19.0360.N, 4 juni 2020 (NV A.A.B.S. / Faillissement BVBA W.D.)
Cass. (1e k.) AR C.20.0222.N, 18 juni 2020 (W. E., KONINKLIJKE LIERSE SPORTKRING cvba, Christophe GEUKENS)
Cass. (2e k.) AR P.20.0147.N, 23 juni 2020 (P. P. M. N.)
Cass. (1e k.) AR F.18.0151.N, 25 juni 2020 (GARY LIESMONS GERECHTSDEURWAARDER gcv, G. L. / BELGISCHE STAAT)
Cass. (vakantiekamer) AR P.20.0712.N, 22 juli 2020 (C. K.)
Cass. (1e k.) AR C.20.0045.N, 4 september 2020 (E. W., LA RESERVE INVEST nv, LA RESERVE MANAGEMENT nv / M. V. T., Alex VROMBAUT)
Cass. (3e k.) AR C.19.0034.N, C.19.0118.N, 7 september 2020 (BELGISCHE STAAT / DOCPHARMA bv; DOCPHARMA bv / BELGISCHE STAAT)
Cass. (1e k.) AR C.19.0248.N, 11 september 2020 (A. K. / JOSADIS nv)
Cass. (3e k.) AR C.18.0337.N, 21 september 2020 (Stad Brussel / Gemeente Overijse)
Antwerpen (B1M k.) nr. 2019/AR/2235, 10 februari 2020
Antwerpen (B4E3e k.) nr. 2019/AR/707, 25 februari 2020
Antwerpen (B3E1e k.) nr. 2019/AR/1039, 23 maart 2020
Antwerpen (vakantiekamer) nr. 2020/AR/1108, 14 juli 2020
Antwerpen (B8E2e k.) nr. 2020/RK/8, 20 juli 2020
Antwerpen (familiekamer) (F1E1e k.) nr. 2019/FA/278, 15 september 2020
Rb. Oost-Vlaanderen (afd. Dendermonde) nr. 20/13/C, 20 mei 2020
Trib. trav. Liège (div. Liège) (9e ch.) 16 janvier 2020
Année
2020
Volume
2020
Numéro
5-6
Page
183
Langue
Néerlandais
Juridiction
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 16/07/2020
Référence
“Grondwettelijk Hof nr. 108/2020, 16 juli 2020 (prejudiciële vraag)”, TPB 2020, nr. 5-6, 183-186
Résumé
Samenvatting 1 Rekening houdend met hetgeen is vermeld in B.8.2, schenden de artikelen 848 tot 850 van het Gerechtelijk Wetboek en de artikelen 152 en 209bis Sv. niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 EVRM. De procedure die het mogelijk maakt een vordering tot ontkentenis in te stellen tegen een persoon die, zonder lastgeving of met overschrijding van de grenzen ervan, een proceshandeling zou hebben verricht, stelt de rechter in staat de aldus verrichte proceshandeling alsook, in voorkomend geval, de reeds gedane onderzoeksverrichtingen en de beslissingen gewezen ingevolge de van onwaarde verklaarde handeling, van onwaarde te verklaren. De regeling van die procedure in het Gerechtelijk Wetboek houdt geen schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij niet van toepassing is voor de strafgerechten. De beklaagde die zich in het begin van de rechtspleging laat vertegenwoordigen door een advocaat wordt geacht aan die advocaat een machtiging te geven om hem te vertegenwoordigen tot het einde van de rechtspleging, behoudens uitdrukkelijke aanwijzing van het tegendeel die uitgaat ofwel van de beklaagde, ofwel van zijn advocaat. Hij kan ook de beroepsaansprakelijkheid van zijn advocaat in het geding brengen indien die een handeling stelt die de lastgeving die hij heeft ontvangen, overschrijdt. Aangezien het vermoeden van het mandaat ad litem waarin is voorzien bij artikel 440 van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing is voor de strafgerechten en weerlegbaar is, dient ervan te worden uitgegaan dat, los van de toepassing van de artikelen 848 tot 850 van het Gerechtelijk Wetboek, de beklaagde dat vermoeden moet kunnen weerleggen met alle middelen van recht en met inachtneming van de rechten van de verdediging. Rekening houdend met voorgaande, leiden de in het geding zijnde bepalingen, in zoverre zij niet van toepassing zijn voor de strafgerechten, niet tot een onevenredige aantasting van de rechten van de beklaagde die tegen zijn vorige raadsman een vordering tot ontkentenis zou wensen in te stellen.
Cher visiteur,
Cette page est resevée aux menbres de Jurisquare.
Veuillez vous connecter en cliquant sur le bouton 'Log in' ci-dessous, ou demander sans engagement une offre personnalisée en cliquant sur le bouton 'Abonner'. A partir de € 422,57(hors TVA) par an vous devenez déjà membre de Jurisquare et pouvez déjà accéder à la plus grande bibliothèque juridique digitale de Belgique!