- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 3
- Artikel
- Cass. (2e k.) AR P.21.1649.N, 15 maart 2022 (M M L / S A, POLITIEZONE MALDEGEM, S I)
Volume 2022 : 3
De fiscus voor de strafrechter: de traditionele burgerlijke partijstelling versus de kersverse zelfstandige vordering
EHRM (3e afd.) nr. 40419/19, 14 september 2021 (Volodina / Rusland (Nr. 2))
Cour eur. D.H. (3e sect.) n° 40419/19, 14 septembre 2021 (Volodina / Russie (N° 2))
Grondwettelijk Hof nr. 15/2022, 3 februari 2022 (prejudiciële vraag)
Afwezigheid KI-controle bij langdurig opsporingsonderzoek ongrondwettig: nieuwe stap richting eengemaakt vooronderzoek?
Cass. (2e k.) AR P.21.0471.N, 1 juni 2021 (A. S. S.)
Het grievenstelsel buitenspel bij het hoger beroep tegen een vonnis dat een verzet ongedaan verklaart
Cass. (2e k.) AR P.21.0654.N, 28 september 2021 (H D L, B R, R D L, e.a. / J D, P D, G F, e.a.)
Burgerlijke partij kan geen hoger beroep aantekenen tegen een beslissing tot niet-uithandengeving van een minderjarige delictpleger
Cass. (2e k.) AR P.21.0859.N, 5 oktober 2021 (J L D / S L)
Misbruik van intieme beelden online: Straatsburg en Cassatie verduidelijken
Cass. (2e k.) AR P.21.1353.N, 25 januari 2022 (R.-M. N.; F. P. / A&B KALMTHOUT bv, ASJW bv, A&B STABROEK bv, e.a.)
Het gebruik van communicatiegegevens bewaard op basis van de vernietigde dataretentiewet: Cassatie schijnt zijn licht
Cass. (2e k.) AR P.21.1527.N, 8 februari 2022 (C J M G)
Cass. (2e k.) AR P.21.1677.N, 8 februari 2022 (M V L)
Cass. (2e k.) AR P.21.1418.N, 15 februari 2022 (P A J P / M J, A B)
Het niet-horen van een getuige à charge met wiens verklaring de rechter geen rekening houdt
Cass. (2e k.) AR P.21.1303.N, 1 maart 2022 (S E J / I R B S, M A, T H)
Cass. (2e k.) AR P.21.1454.N, 8 maart 2022 (F. K. S. D. B.; MEVACO-BOUWBEDRIJF nv)
Opschorting en verbeurdverklaring [Art. 6 Probatiewet]
Cass. AR P.21.1505.N, 8 maart 2022 (F.B.)
[Straftoemeting] De rechter moet kiezen tussen de verschillende soorten sancties
Cass. (2e k.) AR P.22.0274.N, 8 maart 2022 (P. G. W. J. S.)
Cass. (2e k.) AR P.21.1649.N, 15 maart 2022 (M M L / S A, POLITIEZONE MALDEGEM, S I)
Cass. (2e k.) AR P.21.1422.N, 29 maart 2022 (M B; S B; J K)
Cass. (2e k.) AR P.22.0078.N, 29 maart 2022 (B C; H X; E P)
Cass. (2e k.) AR P.21.1380.N, 5 april 2022 (E. A. J. D. V.)
Leeftijd als persoonlijkheidskenmerk bij de straftoemeting
Corr. Antwerpen (afd. Antwerpen) nr. 2022/1439, 11 maart 2022
De fiscus voor de strafrechter: de traditionele burgerlijke partijstelling versus de kersverse zelfstandige vordering
EHRM (3e afd.) nr. 40419/19, 14 september 2021 (Volodina / Rusland (Nr. 2))
Cour eur. D.H. (3e sect.) n° 40419/19, 14 septembre 2021 (Volodina / Russie (N° 2))
Grondwettelijk Hof nr. 15/2022, 3 februari 2022 (prejudiciële vraag)
Afwezigheid KI-controle bij langdurig opsporingsonderzoek ongrondwettig: nieuwe stap richting eengemaakt vooronderzoek?
Cass. (2e k.) AR P.21.0471.N, 1 juni 2021 (A. S. S.)
Het grievenstelsel buitenspel bij het hoger beroep tegen een vonnis dat een verzet ongedaan verklaart
Cass. (2e k.) AR P.21.0654.N, 28 september 2021 (H D L, B R, R D L, e.a. / J D, P D, G F, e.a.)
Burgerlijke partij kan geen hoger beroep aantekenen tegen een beslissing tot niet-uithandengeving van een minderjarige delictpleger
Cass. (2e k.) AR P.21.0859.N, 5 oktober 2021 (J L D / S L)
Misbruik van intieme beelden online: Straatsburg en Cassatie verduidelijken
Cass. (2e k.) AR P.21.1353.N, 25 januari 2022 (R.-M. N.; F. P. / A&B KALMTHOUT bv, ASJW bv, A&B STABROEK bv, e.a.)
Het gebruik van communicatiegegevens bewaard op basis van de vernietigde dataretentiewet: Cassatie schijnt zijn licht
Cass. (2e k.) AR P.21.1527.N, 8 februari 2022 (C J M G)
Cass. (2e k.) AR P.21.1677.N, 8 februari 2022 (M V L)
Cass. (2e k.) AR P.21.1418.N, 15 februari 2022 (P A J P / M J, A B)
Het niet-horen van een getuige à charge met wiens verklaring de rechter geen rekening houdt
Cass. (2e k.) AR P.21.1303.N, 1 maart 2022 (S E J / I R B S, M A, T H)
Cass. (2e k.) AR P.21.1454.N, 8 maart 2022 (F. K. S. D. B.; MEVACO-BOUWBEDRIJF nv)
Opschorting en verbeurdverklaring [Art. 6 Probatiewet]
Cass. AR P.21.1505.N, 8 maart 2022 (F.B.)
[Straftoemeting] De rechter moet kiezen tussen de verschillende soorten sancties
Cass. (2e k.) AR P.22.0274.N, 8 maart 2022 (P. G. W. J. S.)
Cass. (2e k.) AR P.21.1649.N, 15 maart 2022 (M M L / S A, POLITIEZONE MALDEGEM, S I)
Cass. (2e k.) AR P.21.1422.N, 29 maart 2022 (M B; S B; J K)
Cass. (2e k.) AR P.22.0078.N, 29 maart 2022 (B C; H X; E P)
Cass. (2e k.) AR P.21.1380.N, 5 april 2022 (E. A. J. D. V.)
Leeftijd als persoonlijkheidskenmerk bij de straftoemeting
Corr. Antwerpen (afd. Antwerpen) nr. 2022/1439, 11 maart 2022
Jaar
2022
Volume
2022
Nummer
3
Pagina
173
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 15/03/2022
Referentie
“Cass. (2e k.) AR P.21.1649.N, 15 maart 2022 (M M L / S A, POLITIEZONE MALDEGEM, S I)”, TSTRAFRECHT 2022, nr. 3, 173-174
Samenvatting
Samenvatting 1 Uit de bepalingen van artikel 14 , § 1, Interneringswet en de artikelen 203 , § 1, eerste lid, en 204 , Wetboek van Strafvordering volgt dat de kamer van inbeschuldigingstelling in beginsel verplicht is het hoger beroep van een inverdenkinggestelde, ingesteld door het afleggen van een verklaring ter griffie tegen een beschikking die hem interneert, vervallen te verklaren wanneer binnen de beroepstermijn geen grievenschrift werd ingediend. Art. 14 , Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering Art. 203 , Wetboek van strafvordering Art. 204 , Wetboek van strafvordering Samenvatting 2 Het door artikel 6.1 EVRM gewaarborgde recht van toegang tot de rechter, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, belet de lidstaten niet het instellen van rechtsmiddelen afhankelijk te maken van voorwaarden, voor zover die voorwaarden een wettig doel dienen en er een redelijke verantwoording bestaat tussen de opgelegde voorwaarden en het nagestreefde doel maar die voorwaarden mogen niet ertoe leiden dat het recht op het instellen van het rechtsmiddel in de kern wordt aangetast; met de verplichting voor de appellant op straffe van verval van het hoger beroep de grieven tegen de beroepen beslissing kenbaar te maken, beoogt de wetgever een doelmatiger behandeling van de strafzaken in hoger beroep, het vermijden van nutteloze werklast en kosten door het niet langer voorleggen van niet-betwiste beslissingen aan het appelgerecht en ten slotte de tegenpartijen en het appelgerecht in de gelegenheid te stellen te bepalen van welke beslissingen de appellant de hervorming wenst; die verplichting, alsook de duidelijk in artikel 204 Wetboek van Strafvordering bepaalde verplichting om binnen de appeltermijn de grieven schriftelijk in te dienen zodat snel zekerheid bestaat over de draagwijdte van het hoger beroep, dienen een wettig doel, respecteren een redelijke verhouding tussen de opgelegde beperkingen en het nagestreefde doel en tasten het recht op hoger beroep in de kern niet aan. Art. 6 , Recht op een eerlijk proces - Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Art. 204 , Wetboek van strafvordering Samenvatting 3 Uit artikel 6.1 EVRM en het door die bepaling gewaarborgde recht van toegang tot de rechter volgt voor de overheid in de regel niet de verplichting om een beklaagde die tijdens de procedure in eerste aanleg werd bijgestaan door een raadsman en die kennis heeft gekregen van de beroepen beslissing, alle vormvereisten voor het hoger beroep tegen die beslissing ter kennis te brengen en dat geldt ook voor de op straffe van verval van het hoger beroep voorgeschreven verplichting om tijdig nauwkeurig bepaalde grieven in te dienen. Art. 6 , Recht op een eerlijk proces - Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Samenvatting 4 Uit artikel 6.1 EVRM en het door die bepaling gewaarborgde recht van toegang tot de rechter volgt dat indien de appellant een persoon is tegen wie een interneringsmaatregel wordt gevorderd en die bijgevolg overeenkomstig de artikelen 13 , § 3, en 81 , § 1, eerste lid, Interneringswet moet worden bijgestaan of vertegenwoordigd door een advocaat, de vervallenverklaring van het hoger beroep wegens het niet-indienen van een grievenformulier niet kan worden uitgesproken wanneer de appellant zelf hoger beroep heeft ingesteld op een ogenblik dat hij niet meer was bijgestaan door een raadsman en niet vaststaat dat hij op de hoogte was van de verplichting tijdig een grievenformulier in te dienen. Art. 6 , Recht op een eerlijk proces - Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Art. 13 , Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering Art. 81 , Wet van 5 mei 2014 betreffende de internering
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!