- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 3
- Artikel
- Cass. (2e k.) AR P.22.0078.N, 29 maart 2022 (B C; H X; E P)
Volume 2022 : 3
De fiscus voor de strafrechter: de traditionele burgerlijke partijstelling versus de kersverse zelfstandige vordering
EHRM (3e afd.) nr. 40419/19, 14 september 2021 (Volodina / Rusland (Nr. 2))
Cour eur. D.H. (3e sect.) n° 40419/19, 14 septembre 2021 (Volodina / Russie (N° 2))
Grondwettelijk Hof nr. 15/2022, 3 februari 2022 (prejudiciële vraag)
Afwezigheid KI-controle bij langdurig opsporingsonderzoek ongrondwettig: nieuwe stap richting eengemaakt vooronderzoek?
Cass. (2e k.) AR P.21.0471.N, 1 juni 2021 (A. S. S.)
Het grievenstelsel buitenspel bij het hoger beroep tegen een vonnis dat een verzet ongedaan verklaart
Cass. (2e k.) AR P.21.0654.N, 28 september 2021 (H D L, B R, R D L, e.a. / J D, P D, G F, e.a.)
Burgerlijke partij kan geen hoger beroep aantekenen tegen een beslissing tot niet-uithandengeving van een minderjarige delictpleger
Cass. (2e k.) AR P.21.0859.N, 5 oktober 2021 (J L D / S L)
Misbruik van intieme beelden online: Straatsburg en Cassatie verduidelijken
Cass. (2e k.) AR P.21.1353.N, 25 januari 2022 (R.-M. N.; F. P. / A&B KALMTHOUT bv, ASJW bv, A&B STABROEK bv, e.a.)
Het gebruik van communicatiegegevens bewaard op basis van de vernietigde dataretentiewet: Cassatie schijnt zijn licht
Cass. (2e k.) AR P.21.1527.N, 8 februari 2022 (C J M G)
Cass. (2e k.) AR P.21.1677.N, 8 februari 2022 (M V L)
Cass. (2e k.) AR P.21.1418.N, 15 februari 2022 (P A J P / M J, A B)
Het niet-horen van een getuige à charge met wiens verklaring de rechter geen rekening houdt
Cass. (2e k.) AR P.21.1303.N, 1 maart 2022 (S E J / I R B S, M A, T H)
Cass. (2e k.) AR P.21.1454.N, 8 maart 2022 (F. K. S. D. B.; MEVACO-BOUWBEDRIJF nv)
Opschorting en verbeurdverklaring [Art. 6 Probatiewet]
Cass. AR P.21.1505.N, 8 maart 2022 (F.B.)
[Straftoemeting] De rechter moet kiezen tussen de verschillende soorten sancties
Cass. (2e k.) AR P.22.0274.N, 8 maart 2022 (P. G. W. J. S.)
Cass. (2e k.) AR P.21.1649.N, 15 maart 2022 (M M L / S A, POLITIEZONE MALDEGEM, S I)
Cass. (2e k.) AR P.21.1422.N, 29 maart 2022 (M B; S B; J K)
Cass. (2e k.) AR P.22.0078.N, 29 maart 2022 (B C; H X; E P)
Cass. (2e k.) AR P.21.1380.N, 5 april 2022 (E. A. J. D. V.)
Leeftijd als persoonlijkheidskenmerk bij de straftoemeting
Corr. Antwerpen (afd. Antwerpen) nr. 2022/1439, 11 maart 2022
De fiscus voor de strafrechter: de traditionele burgerlijke partijstelling versus de kersverse zelfstandige vordering
EHRM (3e afd.) nr. 40419/19, 14 september 2021 (Volodina / Rusland (Nr. 2))
Cour eur. D.H. (3e sect.) n° 40419/19, 14 septembre 2021 (Volodina / Russie (N° 2))
Grondwettelijk Hof nr. 15/2022, 3 februari 2022 (prejudiciële vraag)
Afwezigheid KI-controle bij langdurig opsporingsonderzoek ongrondwettig: nieuwe stap richting eengemaakt vooronderzoek?
Cass. (2e k.) AR P.21.0471.N, 1 juni 2021 (A. S. S.)
Het grievenstelsel buitenspel bij het hoger beroep tegen een vonnis dat een verzet ongedaan verklaart
Cass. (2e k.) AR P.21.0654.N, 28 september 2021 (H D L, B R, R D L, e.a. / J D, P D, G F, e.a.)
Burgerlijke partij kan geen hoger beroep aantekenen tegen een beslissing tot niet-uithandengeving van een minderjarige delictpleger
Cass. (2e k.) AR P.21.0859.N, 5 oktober 2021 (J L D / S L)
Misbruik van intieme beelden online: Straatsburg en Cassatie verduidelijken
Cass. (2e k.) AR P.21.1353.N, 25 januari 2022 (R.-M. N.; F. P. / A&B KALMTHOUT bv, ASJW bv, A&B STABROEK bv, e.a.)
Het gebruik van communicatiegegevens bewaard op basis van de vernietigde dataretentiewet: Cassatie schijnt zijn licht
Cass. (2e k.) AR P.21.1527.N, 8 februari 2022 (C J M G)
Cass. (2e k.) AR P.21.1677.N, 8 februari 2022 (M V L)
Cass. (2e k.) AR P.21.1418.N, 15 februari 2022 (P A J P / M J, A B)
Het niet-horen van een getuige à charge met wiens verklaring de rechter geen rekening houdt
Cass. (2e k.) AR P.21.1303.N, 1 maart 2022 (S E J / I R B S, M A, T H)
Cass. (2e k.) AR P.21.1454.N, 8 maart 2022 (F. K. S. D. B.; MEVACO-BOUWBEDRIJF nv)
Opschorting en verbeurdverklaring [Art. 6 Probatiewet]
Cass. AR P.21.1505.N, 8 maart 2022 (F.B.)
[Straftoemeting] De rechter moet kiezen tussen de verschillende soorten sancties
Cass. (2e k.) AR P.22.0274.N, 8 maart 2022 (P. G. W. J. S.)
Cass. (2e k.) AR P.21.1649.N, 15 maart 2022 (M M L / S A, POLITIEZONE MALDEGEM, S I)
Cass. (2e k.) AR P.21.1422.N, 29 maart 2022 (M B; S B; J K)
Cass. (2e k.) AR P.22.0078.N, 29 maart 2022 (B C; H X; E P)
Cass. (2e k.) AR P.21.1380.N, 5 april 2022 (E. A. J. D. V.)
Leeftijd als persoonlijkheidskenmerk bij de straftoemeting
Corr. Antwerpen (afd. Antwerpen) nr. 2022/1439, 11 maart 2022
Jaar
2022
Volume
2022
Nummer
3
Pagina
177
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 29/03/2022
Referentie
“Cass. (2e k.) AR P.22.0078.N, 29 maart 2022 (B C; H X; E P)”, TSTRAFRECHT 2022, nr. 3, 177-181
Samenvatting
Samenvatting 1 De rechter die wordt geconfronteerd met onregelmatig bewijsmateriaal dat niet nietig of onbetrouwbaar is en die dat bewijsmateriaal doorslaggevend acht voor de beslissing over de schuldigverklaring, oordeelt op grond van de concrete gegevens van de zaak en in het licht van de gehele procedure onaantastbaar of het gebruik van dat bewijs in strijd is met het recht op een eerlijk proces en de rechter kan daarbij een afweging maken tussen een geheel van gegevens die eigen zijn aan de hem voorgelegde zaak, zoals de stand van de wetgeving op het moment van de onregelmatigheid, het feit dat de onregelmatigheid niet opzettelijk of ingevolge een niet te verontschuldigen nalatigheid is begaan en het feit dat de beklaagde voor de rechter tegenspraak heeft kunnen voeren over het bewijsmateriaal; de rechter moet zijn beslissing niet motiveren aan de hand van welbepaalde vaste criteria, maar uit zijn beslissing moet wel blijken dat hij, wanneer dat voor hem is aangevoerd, in het bijzonder rekening heeft gehouden met de door het Hof van Justitie bepaalde vereisten met het oog op het vrijwaren van de gelijkwaardigheid en de doeltreffendheid van de door het Unierecht geboden rechtsbescherming; evenmin dient de beslissing over de bewijsuitsluiting enkel te worden gesteund op het al dan niet voldoen aan een welbepaald criterium, maar kan de rechter meerdere criteria in hun onderling verband beoordelen en kan de beoordeling van het ene criterium de beoordeling van het andere versterken, vervolledigen of verduidelijken. ( Art. 32 V.T.Sv.; art. 6.1 EVRM ). Art. 32 , Wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering Samenvatting 2 De doeltreffendheid van de door het Unierecht verleende rechtsbescherming, zoals uitgelegd door het Hof van Justitie, verplicht de rechter niet om in strijd met het Unierecht verkregen communicatiegegevens die de speurders op het spoor van een verdachte hebben gezet, maar voor het overige niet doorslaggevend zijn voor de beslissing over diens schuldigverklaring, uit het bewijs te weren indien de betrokkene niet is gehinderd in zijn mogelijkheid om over die gegevens tegenspraak te voeren en er is voldaan aan de andere voorwaarden van artikel 32 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering. Art. 32 , Wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering Samenvatting 3 Het beginsel van de doeltreffendheid van de door het Unierecht geboden rechtsbescherming, zoals uitgelegd door het Hof van Justitie, vereist niet dat een nationale bewijsuitsluitingsregel, dit is hier artikel 32 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering, steeds een sanctie bepaalt voor bewijsmateriaal dat is verkregen met miskenning van de persoonlijke levenssfeer en de verwerking van persoonsgegevens zoals beschermd door het Unierecht; meer specifiek is een sanctie niet vereist wanneer de Belgische rechter oordeelt dat het bewijsmateriaal geen op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvoorwaarde miskent of dat de begane onregelmatigheid de betrouwbaarheid van het bewijs niet heeft aangetast of dat het gebruik van het bewijsmateriaal, in verhouding tot het geheel van de gegevens van het strafdossier, niet in strijd is met het recht op een eerlijk proces, die beoordeling immers inhoudend dat het gebruik van het onregelmatig verkregen bewijsmateriaal geen ongerechtvaardigd nadeel toebrengt aan de beklaagde. Art. 32 , Wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!