Grondwettelijk Hof nr. 101/2008, 10 juli 2008

Search in library

Search books and journals in the library.

Search in full text

Search for specific content based on search terms and filters.

Full text
Journal
Number 173
Article
Grondwettelijk Hof nr. 101/2008, 10 juli 2008

Year 2008 Volume 2008 Number 173 Page 5 Language Dutch Court Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 10/07/2008 Reference “Grondwettelijk Hof nr. 101/2008, 10 juli 2008”, DJK 2008, nr. 173, 5 Recapitulation Samenvatting 1 De in het geding zijnde bepalingen bevatten de inschrijving van uitdrukkelijke ontbindende voorwaarden in de huurovereenkomst in de sector van de sociale huisvesting. Het Grondwettelijk Hof is van oordeel dat de mogelijkheid om zodoende de huurders de waarborg van het voorafgaand optreden van een rechter te ontnemen in geval van ontbinding van de huurovereenkomst door de verhuurder wegens een tekortkoming aan hun verplichtingen niet evenredig is met het doel de leefbaarheid in de sociale woonwijken te waarborgen en dat ze afbreuk doet aan de woonzekerheid in de sector van de sociale huisvesting, die een fundamenteel element is van het realiseren van het recht op een behoorlijke huisvesting dat wordt gewaarborgd door artikel 23 van de Grondwet. Het Grondwettelijk Hof vernietigt bijgevolg artikel 92, § 1, eerste lid, 6° Vlaamse Wooncode, alsmede de in de voorlaatste zin van artikel 92, § 1, eerste lid, 3°, van hetzelfde decreet vervatte bewoordingen "bij gebrek aan een negatieve evaluatie door de verhuurder van de huurder van een sociale woning ten aanzien van zijn verplichtingen, vermeld in § 3". Samenvatting 2 Onder voorbehoud dat eventuele sancties, in geval van weigering om Nederlands te leren of om het inburgeringstraject te volgen, evenredig zijn met de hinder of de last die door die weigering is veroorzaakt, en dat zij de opzegging van de huurovereenkomst enkel kunnen verantwoorden mits een voorafgaande rechterlijke controle, zijn die voorwaarden die aan de kandidaat-huurders en huurders van een sociale woning worden opgelegd, niet onbestaanbaar met artikel 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de in de middelen vermelde verdragsbepalingen, en geven zij geen aanleiding tot verschillen in behandeling die onbestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van het Grondwet. De bepalingen die de verplichting opleggen de bereidheid te tonen om Nederlands aan te leren en de sancties die eraan zijn verbonden, kunnen alleen in die zin worden geïnterpreteerd dat zij niet van toepassing zijn op de kandidaat-huurders en huurders van de door in het bestreden Vlaamse Wooncode bedoelde sociale woningen die zijn gelegen in de rand- en taalgrensgemeenten, en die deze taalfaciliteiten wensen te genieten. Samenvatting 3 Uit art. 5, par. 1, II, 3°, en art. 6, par. 1, IV bijzondere wet hervorming instellingen kan worden afgeleid dat de gewesten bevoegd zijn om de aangelegenheid van de huisvesting in haar geheel te regelen en dat de gemeenschappen bevoegd zijn voor het onthaal en de integratie van inwijkelingen. De omstandigheid dat een decretale norm, die door de gewestwetgever is aangenomen bij de uitoefening van diens bevoegdheden, kan bijdragen tot de verwezenlijking van een doelstelling die wordt nagestreefd door de gemeenschapswetgever bij het uitoefenen van diens eigen bevoegdheden, kan op zichzelf geen schending meebrengen van de bevoegdheidsverdelende regels door de gewestwetgever.

Dear visitor

This page is reserved for Jurisquare members.

If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!