Volume 9 : 1
De lokalisatie van opsporing in een virtuele omgeving. Wie zoekt waar in cyberspace?
Art. 6 EVRM • Recht op een eerlijk proces • Provocatie • Undercoveroperatie • Onrechtmatig bewijs • Toetsing
Neerlegging van conclusie in strafzaken • Laattijdige neerlegging • Misbruik van rechtspleging • Wettigheid
Neerlegging van conclusie in strafzaken • Conclusie van inverdenkinggestelde • Mededeling aan het Openbaar Ministerie • Weren • Wettigheid
Hoger beroep • Ontvankelijkheid • Fout of nalatigheid van de lasthebber • Overmacht
Belastingambtenaren • Verhoor in een andere hoedanigheid dan die van getuige • Nietigheid van de akte van rechtspleging • Omvang • Mededeling van stukken aan de speurders
Eerlijk proces • Polygraaftest • Bijstand raadsman • Verhoor tijdens voorlopige hechtenis na bevel tot aanhouding • Bijstand raadsman
Europees aanhoudingsbevel • Instemming met de overlevering • Onderzoeksgerechten
Vervolging van een parlementslid • Ontdekking op heterdaad
Overlevering van een minderjarige zestien jaar of ouder • Europees aanhoudingsbevel • Tenuitvoerlegging
Europees aanhoudingsbevel • Uitlevering • Specialiteitsbeginsel • Eerder opgelegde interneringsmaatregel • Beoordeling geestestoestand • Onaantastbare beoordeling door Hoge Commissie tot Bescherming van de Maatschappij
Geestesstoornis • Internering • Toetsing aan art. 5.1 en 5.4 EVRM • Aangepaste verzorging • Onrechtmatigheid • Evenredige sanctionering
Valsheid in informatica • Art. 210bis Sw. • Aanmaken vals profiel op sociale netwerksite Facebook • Belaging • Eerroof • Inbreuk wet 13 juni 2005 betreffende elektronische communicatie • Valse naamdracht • Vals e-mailadres
De lokalisatie van opsporing in een virtuele omgeving. Wie zoekt waar in cyberspace?
Art. 6 EVRM • Recht op een eerlijk proces • Provocatie • Undercoveroperatie • Onrechtmatig bewijs • Toetsing
Neerlegging van conclusie in strafzaken • Laattijdige neerlegging • Misbruik van rechtspleging • Wettigheid
Neerlegging van conclusie in strafzaken • Conclusie van inverdenkinggestelde • Mededeling aan het Openbaar Ministerie • Weren • Wettigheid
Hoger beroep • Ontvankelijkheid • Fout of nalatigheid van de lasthebber • Overmacht
Belastingambtenaren • Verhoor in een andere hoedanigheid dan die van getuige • Nietigheid van de akte van rechtspleging • Omvang • Mededeling van stukken aan de speurders
Eerlijk proces • Polygraaftest • Bijstand raadsman • Verhoor tijdens voorlopige hechtenis na bevel tot aanhouding • Bijstand raadsman
Europees aanhoudingsbevel • Instemming met de overlevering • Onderzoeksgerechten
Vervolging van een parlementslid • Ontdekking op heterdaad
Overlevering van een minderjarige zestien jaar of ouder • Europees aanhoudingsbevel • Tenuitvoerlegging
Europees aanhoudingsbevel • Uitlevering • Specialiteitsbeginsel • Eerder opgelegde interneringsmaatregel • Beoordeling geestestoestand • Onaantastbare beoordeling door Hoge Commissie tot Bescherming van de Maatschappij
Geestesstoornis • Internering • Toetsing aan art. 5.1 en 5.4 EVRM • Aangepaste verzorging • Onrechtmatigheid • Evenredige sanctionering
Valsheid in informatica • Art. 210bis Sw. • Aanmaken vals profiel op sociale netwerksite Facebook • Belaging • Eerroof • Inbreuk wet 13 juni 2005 betreffende elektronische communicatie • Valse naamdracht • Vals e-mailadres
Year
2014
Volume
9
Number
1
Page
51
Language
Dutch
Court
Hof van Cassatie - Cour de Cassation, 11/06/2013
Reference
“Overlevering van een minderjarige zestien jaar of ouder • Europees aanhoudingsbevel • Tenuitvoerlegging”, NC 2014, nr. 1, 51-55
Recapitulation
Uit artikel 4.3° Wet Europees Aanhoudingsbevel en artikel 57bis, § 1, tweede zin Jeugdbeschermingswet volgt eensdeels dat de overlevering van de persoon die op het tijdstip van het feit zestien jaar of ouder was voor feiten gekwalificeerd als poging tot doodslag, niet afhankelijk is van een beslissing tot uithandengeving, anderdeels dat deze persoon strafrechtelijk verantwoordelijk kan worden gesteld in de zin van artikel 4.3° Wet Europees Aanhoudingsbevel. Nu over de tenuitvoerlegging van het Europees aanhoudingsbevel met de vereiste spoed uitspraak moet worden gedaan teneinde de berechting van de zaak door de rechterlijke autoriteit van de uitvaardigende Staat toe te staan binnen een redelijke termijn, is het stellen van een prejudiciële vraag onverenigbaar met deze vereiste.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!