- Full text
- Journal
- Number 2
- Article
- Hof van beroep te Gent (5de k. B), 17/12/2013 — Inkomstenbelastingen – Vraag om inlichtingen ten aanzien van een belastingplichtige – Vraag om inlichtingen – Onderzoeksbevoegdheden van de administratie ten aanzien van derden – Bankonderzoek – Onderzoekstermijnen – Afwezigheid van bedrieglijk opzet – Verbod de verkregen informatie te gebruiken met het oog op het vestigen van de belasting of het voeren van een onderzoek
Volume 2014 : 2
Analyse d'exemples de cas constitutifs d'un abus fiscal
Cour d'appel de Liège (9e ch.), 12/12/2012 — Principes généraux – Droit judiciaire – Instruction et jugement de la demande – Interprétation et rectification du jugement – Appel du jugement interprétatif – Portée de l'appel
Algemene beginselen – Gerechtelijk recht – Onderzoek en beoordeling van de eis – Interpretatie en rechtzetting van het vonnis – Beroep tegen het interpretatieve vonnis – Draagwijdte van het beroep
Cour d'appel de Mons (18e ch.), 20/03/2013 — Principes généraux – Frais et dépens – Indemnité de procédure – Réduction sur décision spécialement motivée du juge
Algemene beginselen – Kosten van het geding – Rechtplegingsvergoeding – Vermindering bij bijzonder gemotiveerde beslissing van de rechter
Cour d'appel de Mons (18e ch.), 09/10/2013 — Principes généraux – Frais et dépens – Indemnité de procédure – Exigibilité à charge de l'État belge succombant au procès
Algemene beginselen – Kosten van het geding – Rechtplegingsvergoeding – Eisbaarheid lastens de Belgische Staat die de zaak verliest
Cour d'appel de Bruxelles (11e ch.), 21/10/2013 — Principes généraux – Droits de l'homme et libertés fondamentales – Procès équitable – Procédure pénale – Preuve – Régularité des preuves – Preuves recueillies à l'étranger
Gemeen recht – Fiscaal strafrecht – Fiscale valsheid en gebruik van valse stukken – Bedrieglijk onvermogen – Witwas – Strafprocedure – Bewijs – Regelmatigheid van het bewijs – Bewijzen verzameld in het buitenland – Mensenrechten – Eerlijk proces
Cour de cassation, 30/04/2014 — Droit commun – Droit pénal fiscal – Procédure pénale – Preuve – Régularité des preuves – Preuves recueillies à l'étranger – Droit à un procès équitable
Gemeenrecht – Fiscaal strafrecht – Strafrechtspleging – Bewijs – Regelmatigheid van de bewijzen – In het buitenland verzameld bewijsmateriaal – Recht op een eerlijk proces
Note sous Cass., 30 avril 2014, P.13.1869.F
Hof van beroep te Antwerpen, 27/11/2012 — Inkomstenbelastingen – Rechtsvordering – Hoger beroep – Ontvankelijkheid – Inleiding door de administratie
Impôts sur les revenus – Action en justice – Appel – Recevabilité – Introduction par l'administration de la fiscalité et des revenus – Irrecevabilité
Hof van beroep te Gent, 26/02/2013 — Inkomstenbelastingen – Aanslagprocedure – Aangifte – Aangiftetermijn – Termijn verschillend naargelang de wijze van indiening (elektronisch of op papier) – Wettelijkheid
Impôts sur les revenus – Procédure d'imposition – Déclaration – Délai de dépôt – Délai différencié en fonction du mode de souscription manuel ou électronique – Légalité
Hof van beroep te Gent (5de k.), 03/12/2013 — Inkomstenbelastingen – Taxatieprocedure – Subsidiaire aanslag – Redelijke termijn – Personenbelasting – Beroepsinkomsten – Bezoldigingen – Veinzing – Administratieve sancties met strafkarakter – Wettigheid van de sanctie – Evenredigheid met de inbreuk
Impôts sur les revenus – Procédure d'imposition – Cotisation subsidiaire – Délai raisonnable – Revenu professionnel – Rémunérations – Simulation – Sanctions administratives ayant un caractère répressif – Légalité de la sanction – Proportionnalité avec l'infraction
Hof van beroep te Gent (5de k. B), 17/12/2013 — Inkomstenbelastingen – Vraag om inlichtingen ten aanzien van een belastingplichtige – Vraag om inlichtingen – Onderzoeksbevoegdheden van de administratie ten aanzien van derden – Bankonderzoek – Onderzoekstermijnen – Afwezigheid van bedrieglijk opzet – Verbod de verkregen informatie te gebruiken met het oog op het vestigen van de belasting of het voeren van een onderzoek
Impôts sur les revenus – Pouvoirs d'investigation à l'égard du contribuable – Demande de renseignement – Pouvoirs d'investigation de l'administration à l'égard des tiers – Délais d'investigation – Enquête en banque – Absence d'intention frauduleuse – Interdiction d'utiliser les informations obtenues aux fins d'établir l'impôt ou de procéder à des investigations
Cour d'appel de Bruxelles (17e ch.), 25/02/2014 — Impôts sur les revenus – Recouvrement – Procédure des poursuites – Saisie – Directive 2010/24/UE – Saisie-arrêt conservatoire – Célérité
Inkomstenbelastingen – Invordering – Beslag – Richtlijn 2010/24/EU – Bewarend derdenbeslag – Spoedeisendheid
Tribunal de première instance de Namur (6e ch.), 17/10/2013 — Impôts sur les revenus – Action en justice – Action devant le tribunal de première instance – Recevabilité – Incidents de procédure – Absence de recours administratif préalable – Demande reconventionnelle de l'État belge – Dommages et intérêts
Inkomstenbelastingen – Personenbelasting – Rechtsvordering – Ontvankelijkheid – Procedurele incidenten – Tegenvordering van de Staat – Schadevergoeding
Hof van beroep te Gent (5de k.), 03/12/2013 — Belasting over de toegevoegde waarde – Bewijsmiddelen – Wettelijk vermoeden – Wettelijk vermoeden van bealstbare levering – Zwarte leveringen – Strafdossier geopend lastens een derde – Eerlijk proces – Fiscale boeten – Controle door de rechter – Administratieve sancties met strafkarakter – Wettigheid van de sanctie – Evenredigheid met de inbreuk
Taxe sur la valeur ajoutée – Mesures de contrôle et moyens de preuve – Moyens de preuve – Présomption légale – Présomption légale de livraison imposable – Livraisons en noir – Dossier répressif ouvert à charge d'un tiers – Procès équitable – Sanctions – Amendes fiscales – Contrôle judiciaire – Sanctions administratives ayant un caractère répressif – Légalité de la sanction – Proportionnalité avec l'infraction
Cour d'appel de Mons (6e ch. fisc.), 25/07/2013 — Pouvoirs d'investigation et mesure de contrôle – Visites et recensements – Autorisation du juge de police – Obligation de motivation – Étendue
Douane en accijnzen – Visitatie en peiling – Machtiging van de politierechter – Motiveringsverplichting – Draagwijdte
Analyse d'exemples de cas constitutifs d'un abus fiscal
Cour d'appel de Liège (9e ch.), 12/12/2012 — Principes généraux – Droit judiciaire – Instruction et jugement de la demande – Interprétation et rectification du jugement – Appel du jugement interprétatif – Portée de l'appel
Algemene beginselen – Gerechtelijk recht – Onderzoek en beoordeling van de eis – Interpretatie en rechtzetting van het vonnis – Beroep tegen het interpretatieve vonnis – Draagwijdte van het beroep
Cour d'appel de Mons (18e ch.), 20/03/2013 — Principes généraux – Frais et dépens – Indemnité de procédure – Réduction sur décision spécialement motivée du juge
Algemene beginselen – Kosten van het geding – Rechtplegingsvergoeding – Vermindering bij bijzonder gemotiveerde beslissing van de rechter
Cour d'appel de Mons (18e ch.), 09/10/2013 — Principes généraux – Frais et dépens – Indemnité de procédure – Exigibilité à charge de l'État belge succombant au procès
Algemene beginselen – Kosten van het geding – Rechtplegingsvergoeding – Eisbaarheid lastens de Belgische Staat die de zaak verliest
Cour d'appel de Bruxelles (11e ch.), 21/10/2013 — Principes généraux – Droits de l'homme et libertés fondamentales – Procès équitable – Procédure pénale – Preuve – Régularité des preuves – Preuves recueillies à l'étranger
Gemeen recht – Fiscaal strafrecht – Fiscale valsheid en gebruik van valse stukken – Bedrieglijk onvermogen – Witwas – Strafprocedure – Bewijs – Regelmatigheid van het bewijs – Bewijzen verzameld in het buitenland – Mensenrechten – Eerlijk proces
Cour de cassation, 30/04/2014 — Droit commun – Droit pénal fiscal – Procédure pénale – Preuve – Régularité des preuves – Preuves recueillies à l'étranger – Droit à un procès équitable
Gemeenrecht – Fiscaal strafrecht – Strafrechtspleging – Bewijs – Regelmatigheid van de bewijzen – In het buitenland verzameld bewijsmateriaal – Recht op een eerlijk proces
Note sous Cass., 30 avril 2014, P.13.1869.F
Hof van beroep te Antwerpen, 27/11/2012 — Inkomstenbelastingen – Rechtsvordering – Hoger beroep – Ontvankelijkheid – Inleiding door de administratie
Impôts sur les revenus – Action en justice – Appel – Recevabilité – Introduction par l'administration de la fiscalité et des revenus – Irrecevabilité
Hof van beroep te Gent, 26/02/2013 — Inkomstenbelastingen – Aanslagprocedure – Aangifte – Aangiftetermijn – Termijn verschillend naargelang de wijze van indiening (elektronisch of op papier) – Wettelijkheid
Impôts sur les revenus – Procédure d'imposition – Déclaration – Délai de dépôt – Délai différencié en fonction du mode de souscription manuel ou électronique – Légalité
Hof van beroep te Gent (5de k.), 03/12/2013 — Inkomstenbelastingen – Taxatieprocedure – Subsidiaire aanslag – Redelijke termijn – Personenbelasting – Beroepsinkomsten – Bezoldigingen – Veinzing – Administratieve sancties met strafkarakter – Wettigheid van de sanctie – Evenredigheid met de inbreuk
Impôts sur les revenus – Procédure d'imposition – Cotisation subsidiaire – Délai raisonnable – Revenu professionnel – Rémunérations – Simulation – Sanctions administratives ayant un caractère répressif – Légalité de la sanction – Proportionnalité avec l'infraction
Hof van beroep te Gent (5de k. B), 17/12/2013 — Inkomstenbelastingen – Vraag om inlichtingen ten aanzien van een belastingplichtige – Vraag om inlichtingen – Onderzoeksbevoegdheden van de administratie ten aanzien van derden – Bankonderzoek – Onderzoekstermijnen – Afwezigheid van bedrieglijk opzet – Verbod de verkregen informatie te gebruiken met het oog op het vestigen van de belasting of het voeren van een onderzoek
Impôts sur les revenus – Pouvoirs d'investigation à l'égard du contribuable – Demande de renseignement – Pouvoirs d'investigation de l'administration à l'égard des tiers – Délais d'investigation – Enquête en banque – Absence d'intention frauduleuse – Interdiction d'utiliser les informations obtenues aux fins d'établir l'impôt ou de procéder à des investigations
Cour d'appel de Bruxelles (17e ch.), 25/02/2014 — Impôts sur les revenus – Recouvrement – Procédure des poursuites – Saisie – Directive 2010/24/UE – Saisie-arrêt conservatoire – Célérité
Inkomstenbelastingen – Invordering – Beslag – Richtlijn 2010/24/EU – Bewarend derdenbeslag – Spoedeisendheid
Tribunal de première instance de Namur (6e ch.), 17/10/2013 — Impôts sur les revenus – Action en justice – Action devant le tribunal de première instance – Recevabilité – Incidents de procédure – Absence de recours administratif préalable – Demande reconventionnelle de l'État belge – Dommages et intérêts
Inkomstenbelastingen – Personenbelasting – Rechtsvordering – Ontvankelijkheid – Procedurele incidenten – Tegenvordering van de Staat – Schadevergoeding
Hof van beroep te Gent (5de k.), 03/12/2013 — Belasting over de toegevoegde waarde – Bewijsmiddelen – Wettelijk vermoeden – Wettelijk vermoeden van bealstbare levering – Zwarte leveringen – Strafdossier geopend lastens een derde – Eerlijk proces – Fiscale boeten – Controle door de rechter – Administratieve sancties met strafkarakter – Wettigheid van de sanctie – Evenredigheid met de inbreuk
Taxe sur la valeur ajoutée – Mesures de contrôle et moyens de preuve – Moyens de preuve – Présomption légale – Présomption légale de livraison imposable – Livraisons en noir – Dossier répressif ouvert à charge d'un tiers – Procès équitable – Sanctions – Amendes fiscales – Contrôle judiciaire – Sanctions administratives ayant un caractère répressif – Légalité de la sanction – Proportionnalité avec l'infraction
Cour d'appel de Mons (6e ch. fisc.), 25/07/2013 — Pouvoirs d'investigation et mesure de contrôle – Visites et recensements – Autorisation du juge de police – Obligation de motivation – Étendue
Douane en accijnzen – Visitatie en peiling – Machtiging van de politierechter – Motiveringsverplichting – Draagwijdte
Year
2014
Volume
2014
Number
2
Page
153
Language
Dutch
Court
Gent, Hof van Beroep - Cour d'Appel, 17/12/2013
Reference
“Hof van beroep te Gent (5de k. B), 17/12/2013 — Inkomstenbelastingen – Vraag om inlichtingen ten aanzien van een belastingplichtige – Vraag om inlichtingen – Onderzoeksbevoegdheden van de administratie ten aanzien van derden – Bankonderzoek – Onderzoekstermijnen – Afwezigheid van bedrieglijk opzet – Verbod de verkregen informatie te gebruiken met het oog op het vestigen van de belasting of het voeren van een onderzoek”, RGCF 2014, nr. 2, 153-161
Recapitulation
Het geschil kadert in een BBI-onderzoek naar de herkomst van de middelen die het de belastingplichtigen hebben mogelijk gemaakt een villa in Italië te verwerven en te restaureren. In antwoord op een vraag aan hun financiële instelling vernam de BBI de bewegingen op de bankrekeningen van de belastingplichtigen en meer bepaald van een creditering van een bankrekening met een bedrag van 1.068.930 euro die de BBI wou belasten als baten van een winstgevende bezigheid, terwijl de belastingplichtigen er louter een daad van beheer van hun privaat vermogen in zagen.
Het arrest heeft betrekking op de geldigheid van de toelating tot een bankonderzoek, van de mededeling aan de belastingplichtigen dat een vraag om inlichtingen zou verzonden worden aan hun financiële instellingen en van deze vraag om inlichtingen zelf, alsmede van het gebruik van de door deze vraag verkregen inlichtingen. Met betrekking tot de geldigheid van de vraag om inlichtingen aan de bank en de mededeling daarvan aan de belastingplichtigen wegens partijdigheid van de gewestelijke directeur, moet er rekening mee worden gehouden dat van een fiscale ambtenaar mag verwacht worden dat hij het nodige tracht te doen om tot inning van de belasting te kunnen overgaan die volgens zijn overtuiging opeisbaar is en niet bij de eerste twijfel het belang van de Schatkist laat schieten. Gewone vastberadenheid van een fiscale ambtenaar, zelfs geconfronteerd met niet uit de lucht gegrepen tegenargumenten, getuigt nog niet van onbehoorlijk bestuur.
Wanneer de administratie bij het onderzoek over één of meer aanwijzingen van belastingontduiking beschikt of wanneer zij zich voorneemt om de belastbare grondslag te bepalen overeenkomstig artikel 341 (indiciaire raxatie), kan, naar luid van artikel 322, § 2 WIB 1992, een ambtenaar met minstens de graad van directeur, die hiertoe werd aangesteld door de minister van Financiën, een ambtenaar met de graad van ten minste inspecteur ermee belasten om bij een bank-, wissel-, krediet- en spaarinstelling elke inlichtingen op te vragen die nuttig kan zijn om het bedrag van de belastbare inkomsten van de belastingplichtige te bepalen.
De vraag of de administratie over aanwijzingen van fraude beschikte, is niet alleen relevant om na te gaan of de administratie tot een bankonderzoek mocht overgaan, maar ook om na te gaan of zij op het moment van de onderzoeksdaad nog wettig onderzoeksdaden kon stellen. Onderzoekingen mogen worden verricht gedurende de in artikel 354, tweede lid WIB 1992, bedoelde aanvullende termijn van vier jaar, op voorwaarde dat de administratie de belastingplichtige vooraf schriftelijk en op nauwkeurige wijze kennis heeft gegeven van de aanwijzingen inzake belastingontduiking die te zijnen aanzien bestaan voor het bedoeld tijdperk. Die voorafgaande kennisgeving is voorgeschreven op straffe van nietigheid van de aanslag (artikel 333, derde lid WIB 1992).
In casu overweegt het Hof dat er geen voldoende aanwijzingen van belastingontduiking voorhanden, aangezien de kennisgeving vermeldt : –Het bestaan van een investering (aankoop + verbouwingen) in Italië van dergelijke omvang en waarde, zij het nu rechtstreeks of via een zogenaamde Società Semplice waarvan de belastingplichtigen alle aandelen bezitten, vormt een teken en indicie waarvan tot op de datum van de inzage van het gerechtsdossier geen spoor terug te vinden was in hun fiscaal dossier en dat belangrijkere inkomsten laat vermoeden dan de aangegeven inkomsten; –De tegenstrijdigheid tussen het antwoord op de vraag om inlichtingen volgens hetwelk het onroerend goed in Italië eigendom zou zijn van de Societè Semplice en de gegevens van het gerechtsdossier waaruit eerder blijkt dat het om het persoonlijke eigendom van de belastingplichtigen gaat; –Het feit dat de bewering als zou het onroerend goed eigendom zijn van de Societè Semplice door geen enkel stuk wordt gestaafd en dit niettegenstaande zulks in de vraag om inlichtingen uitdrukkelijk werd gevraagd; –Het niet vermelden van de brutohuur/waarde in de aangiften in de personenbelasting wat wel diende te gebeuren indien het onroerend goed het persoonlijke eigendom van de belastingplichtigen is; –Het feit dat de administratie in het antwoord op de vraag om inlichtingen volledig in het ongewisse wordt gelaten omtrent de aan het project (aankoop + verbouwingen) bestede bedragen en de belastbare tijdperken waarin deze bestedingen hebben plaats gevonden; –De bedrieglijke redeneringen op basis waarvan de belastingplchtigen in het antwoord beweert sommige gestelde vragen niet te moeten beantwoorden; –Het totaal gebrek aan medewerking om te komen tot een objectieve en juiste berekening van hun indiciaire toestand.
Het Hof overweegt dat de omstandigheid dat de administratie elementen bezat die wezen op een discrepantie tussen enerzijds de gegoedheid die moet gepaard gaan met het aankopen en de restauratie van een villa in Italië waarvan de waarde op 5 miljoen euro moet worden geschat en anderzijds de inkomsten die de appellanten in de voorbije jaren in hun aangiften in de personenbelasting hadden aangegeven op zich voldoende reden kan zijn om een indiciaire taxatie voorop te stellen. Het enkele feit evenwel dat iemand kennelijk belangrijke inkomsten moet hebben gehad, volstaat voor het Hof evenwel nog niet om ervan uit te gaan dat het voor de belastingadministratie (bewust) verzwegen inkomsten betreft; het kan immers gaan om inkomsten die niet moeten aangegeven worden. Dat is in het bijzonder het geval wanneer het inkomsten zouden zijn van privéverrichtingen. De verwijzing naar het niet aangeven van de brutohuur of de waarde van de Italiaanse onroerende goederen door de belastingplichtigen in hun aangiften in de personenbelasting, kon geen echte aanwijzing van belastingontduiking zijn, nu de taxatiedienst zelf stelde dat dit slechts het geval zou zijn indien de onroerende goederen de persoonlijke eigendom van de appellanten zouden zijn. Voor het overige heeft de taxatiedienst zich kennelijk gebaseerd op het feit dat de advocaat van de belastingplichtigen uitdrukkelijk weigerde op bepaalde vragen te antwoorden. De belastingplichtigen hebben hun weigering om te antwoorden gemotiveerd met verwijzing naar het arrest van het Hof van Cassatie van 4 januari 2007 waarin het hoogste Hof heeft gesteld dat uit de artikelen 315 en 316 WIB 1992 volgt dat de administratie, met het oog op de juiste vestiging van de aanslag, ook vragen met betrekking tot het privéleven mag stellen aan een belastingplichtige en dat de taxatiedienst een indiciaire taxatie mag vestigen op basis van gegevens die de belastingplichtige verstrekt heeft als antwoord op een vraag om inlichtingen die ook op privézaken betrekking had. Over de verplichting voor de belastingplichtige om dergelijke gegevens te verstrekken, werd in dat cassatiearrest geen standpunt ingenomen.
Uit dit alles besluit het Hof van Beroep dat de taxatiedienst ten onrechte is overgegaan tot uitbreiding van de onderzoekstermijn overeenkomstig artikel 333, 3de lid WIB 92. Vermits de beslissing tot toestemming voor het bankonderzoek evenals het instellen van het bankonderzoek zich voordeden in die uitgebreide onderzoekstermijn en trouwens alleen mogelijk waren door gebruik te maken van informatie die slechts bekomen werd op basis van een onderzoeksmaatregel (vraag om inlichtingen aan de Italiaanse fiscus) die ook in de uitgebreide onderzoekstermijn plaatsvond, moet worden ingegaan op de vraag van de belastingplichtigen om de machtiging tot bankonderzoek, de schriftelijke kennisgeving aan de appellanten van de aanwijzingen van belastingontduiking die een vraag om inlichtingen bij een financiële instelling in toepassing van artikel 322, § 2 WIB 92 zouden moeten rechtvaardigen en de vragen om inlichtingen bij een financiële instelling, te vernietigen. Op basis daarvan moet aan de Belgische Staat meteen het verbod worden opgelegd om de op grond van die vragen om inlichtingen overgemaakte gegevens op enige wijze aan te wenden voor taxatiedoeleinden of voor onderzoeksdoeleinden.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!