- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 5
- Artikel
- RvS (7e k.) nr. 223.044, 28 maart 2013
Volume 2013 : 5
Natura 2000 in het Waalse Gewest: de stedenbouwkundige, milieurechtelijke en fiscale implicaties
HvJ (5e k.) nr. C-533/11, 17 oktober 2013 (Commissie / België)
Grondwettelijk Hof nr. 94/2013, 9 juli 2013
Grondwettelijk Hof nr. 114/2013, 31 juli 2013
RvS (7e k.) nr. 219.147, 3 mei 2012
De aanvechtbaarheid van een planologisch attest
RvS (7e k.) nr. 220.157, 3 juli 2012
RvS (7e k.) nr. 221.639, 6 december 2012
RvS (7e k.) nr. 223.044, 28 maart 2013
RvS (7e k.) nr. 223.208, 18 april 2013
Antwerpen 11 december 2012
Gent 26 april 2013
Gent 3 mei 2013
[Achtergelaten Krypton-85 meettoestel is een afvalstof. Toerekening misdrijf 'achterlaten van afvalstoffen' aan moedervennootschap
Cour eur. D.H. (Grande chambre) n° 57412/08, 4 octobre 2012 (Chabauty / France)
HvJ (2e k.) nr. C-515/11, 18 juli 2013 (Deutsche Umwelthilfe / Bundesrepublik Deutschland)
Grondwettelijk Hof nr. 98/2013, 9 juli 2013
Grondwettelijk Hof nr. 108/2013, 18 juli 2013
Grondwettelijk Hof nr. 117/2013, 7 augustus 2013
RvS (7e k.) nr. 219.632, 7 juni 2012
RvS (7e k.) nr. 221.377, 13 november 2012
RvS (10e k.) nr. 221.662, 7 december 2012
RvS (10e k.) nr. 221.777, 17 december 2012
RvS (7e k.) nr. 222.217, 24 januari 2013
RvS (7e k.) nr. 222.762, 7 maart 2013
RvS (10e k.) nr. 222.712, 4 maart 2013
Milieuhandhavingscollege nr. MHHC-13/64-VK, 16 juli 2013
Corr. Gent 21 mei 2013
Natura 2000 in het Waalse Gewest: de stedenbouwkundige, milieurechtelijke en fiscale implicaties
HvJ (5e k.) nr. C-533/11, 17 oktober 2013 (Commissie / België)
Grondwettelijk Hof nr. 94/2013, 9 juli 2013
Grondwettelijk Hof nr. 114/2013, 31 juli 2013
RvS (7e k.) nr. 219.147, 3 mei 2012
De aanvechtbaarheid van een planologisch attest
RvS (7e k.) nr. 220.157, 3 juli 2012
RvS (7e k.) nr. 221.639, 6 december 2012
RvS (7e k.) nr. 223.044, 28 maart 2013
RvS (7e k.) nr. 223.208, 18 april 2013
Antwerpen 11 december 2012
Gent 26 april 2013
Gent 3 mei 2013
[Achtergelaten Krypton-85 meettoestel is een afvalstof. Toerekening misdrijf 'achterlaten van afvalstoffen' aan moedervennootschap
Cour eur. D.H. (Grande chambre) n° 57412/08, 4 octobre 2012 (Chabauty / France)
HvJ (2e k.) nr. C-515/11, 18 juli 2013 (Deutsche Umwelthilfe / Bundesrepublik Deutschland)
Grondwettelijk Hof nr. 98/2013, 9 juli 2013
Grondwettelijk Hof nr. 108/2013, 18 juli 2013
Grondwettelijk Hof nr. 117/2013, 7 augustus 2013
RvS (7e k.) nr. 219.632, 7 juni 2012
RvS (7e k.) nr. 221.377, 13 november 2012
RvS (10e k.) nr. 221.662, 7 december 2012
RvS (10e k.) nr. 221.777, 17 december 2012
RvS (7e k.) nr. 222.217, 24 januari 2013
RvS (7e k.) nr. 222.762, 7 maart 2013
RvS (10e k.) nr. 222.712, 4 maart 2013
Milieuhandhavingscollege nr. MHHC-13/64-VK, 16 juli 2013
Corr. Gent 21 mei 2013
Jaar
2013
Volume
2013
Nummer
5
Pagina
527
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Raad van State - Conseil d’Etat, 28/03/2013
Referentie
“RvS (7e k.) nr. 223.044, 28 maart 2013”, TMILRE 2013, nr. 5, 527-530
Samenvatting
Samenvatting 1 Elke beslissing over een milieuvergunningsaanvraag wordt voorafgegaan door een openbaar onderzoek (art. 11, § 1 milieuvergunningsdecreet). Het openbaar onderzoek bestaat onder meer uit het ter inzage leggen van de vergunningsaanvraag en bijlagen bij de diensten van het betrokken gemeentebestuur. Het voorwerp van de aanvraag mag in beginsel niet gewijzigd worden in de loop van de vergunningsprocedure. Het verlenen van een milieuvergunning op basis van een aanvraag die na de indiening ervan essentiële wijzigingen heeft ondergaan, zou immers meebrengen dat het openbaar onderzoek en desgevallend de adviesverlening door de gespecialiseerde instanties worden uitgehold. In casu kan de Raad van State zelf niet uitsluiten dat de verplaatsing van een windturbine, ook al gaat het slechts om enkele meters, gebeurlijk nadelige gevolgen heeft voor bepaalde derden-belanghebbenden. Dergelijke wijziging is dermate essentieel voor de beoordeling van de hinder dat ze niet na het sluiten van het openbaar onderzoek kan worden doorgevoerd. Samenvatting 2 In het bestreden besluit wordt geen wettig motief opgegeven waarom in de gegeven concurrentiële positie de voorkeur moet worden gegeven aan het project van vierde tussenkomende partij. De omstandigheid dat deze laatste al een stedenbouwkundige vergunning verkreeg, vormt alleszins geen aanvaardbare reden om verzoekende partij de milieuvergunning te weigeren, temeer omdat verzoekende partij tegen de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning beroep indiende bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen en verwerende partij tot op heden nalaat om als beroepsinstantie uitspraak te doen over de samenhangende milieuvergunning van vierde tussenkomende partij. (Art. 5 en 17 milieuvergunningsdecreet; art. 30, § 1 Vlarem I; art. 2 en 3 wet motivering bestuurshandelingen).
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!