Volume 2018 : 1
Grondwettelijk Hof nr. 117/2017, 12 oktober 2017 (prejudiciële vraag)
Grondwettelijk Hof nr. 119/2017, 12 oktober 2017 (prejudiciële vraag)
Cass. (1e k.) AR C.16.0418.N, 21 april 2017 (J.C.D.V., A.H. / BNP Paribas Fortis nv)
Cass. (1e k.) AR C.16.0214.N, 12 mei 2017 (Ecobidon S.L. / Merco Machines nv)
Cass. (1re ch.) RG F.16.0092.F, 11 mai 2017 (État belge / J.-M.B., M.-O.D.)
Cass. (1e k.) AR C.16.0339.N, 9 juni 2017 (A.U.d.S.W. / Vlaams Gewest)
Rechtsplegingsvergoeding verschuldigd bij afstand van geding
Cass. (2e k.) AR P.16.1173.N, 5 december 2017 (D.D., N.D., A.D., e.a. / N.R.M.)
Antwerpen (4e k.) nr. 2014/AR/1901, 13 februari 2017
Antwerpen (8e bis k.) nr. 2016/AR/1427, 22 februari 2017
Gent (11e k.) nr. 2014/AR/1844, 21 april 2016
Gent (11e k.) nr. 2016/FA/0498, 12 oktober 2017
Gent (11e k.) nr. 2016/FK/0010, 26 oktober 2017
Kort Ged. Kh. Gent (afd. Brugge) nr. C/16/00045, 31 oktober 2016
Over aanhangigheid, onsplitsbaarheid en het eerlijk proces
Grondwettelijk Hof nr. 117/2017, 12 oktober 2017 (prejudiciële vraag)
Grondwettelijk Hof nr. 119/2017, 12 oktober 2017 (prejudiciële vraag)
Cass. (1e k.) AR C.16.0418.N, 21 april 2017 (J.C.D.V., A.H. / BNP Paribas Fortis nv)
Cass. (1e k.) AR C.16.0214.N, 12 mei 2017 (Ecobidon S.L. / Merco Machines nv)
Cass. (1re ch.) RG F.16.0092.F, 11 mai 2017 (État belge / J.-M.B., M.-O.D.)
Cass. (1e k.) AR C.16.0339.N, 9 juni 2017 (A.U.d.S.W. / Vlaams Gewest)
Rechtsplegingsvergoeding verschuldigd bij afstand van geding
Cass. (2e k.) AR P.16.1173.N, 5 december 2017 (D.D., N.D., A.D., e.a. / N.R.M.)
Antwerpen (4e k.) nr. 2014/AR/1901, 13 februari 2017
Antwerpen (8e bis k.) nr. 2016/AR/1427, 22 februari 2017
Gent (11e k.) nr. 2014/AR/1844, 21 april 2016
Gent (11e k.) nr. 2016/FA/0498, 12 oktober 2017
Gent (11e k.) nr. 2016/FK/0010, 26 oktober 2017
Kort Ged. Kh. Gent (afd. Brugge) nr. C/16/00045, 31 oktober 2016
Over aanhangigheid, onsplitsbaarheid en het eerlijk proces
Year
2018
Volume
2018
Number
1
Page
5
Language
Dutch
Court
Grondwettelijk Hof - Cour Constitutionnelle - Arbitragehof - Cour d'Arbitrage, 12/10/2017
Reference
“Grondwettelijk Hof nr. 119/2017, 12 oktober 2017 (prejudiciële vraag)”, TPB 2018, nr. 1, 5-12
Recapitulation
Samenvatting 1 De artikelen 39, 40 en 1056 van het Gerechtelijk Wetboek schenden niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. De partijen bij een bij dagvaarding ingestelde beroepsprocedure kunnen worden vergeleken met de partijen bij een bij verzoekschrift ingestelde beroepsprocedure, in het bijzonder wat betreft het al dan niet bestaan van een sanctie voor de akte van hoger beroep die op onregelmatige wijze is medegedeeld aan de in het buitenland gevestigde geïntimeerde partij met niet-inachtneming van de door die partij gekozen woonplaats in België, terwijl die woonplaatskeuze bij de betekening van het vonnis waartegen hoger beroep is ingesteld nochtans ter kennis is gebracht van de appellante. Het verschil in behandeling tussen de beide in de prejudiciële vraag beoogde categorieën van rechtzoekenden berust op een objectief criterium : de wijze waarop het hoger beroep wordt ingesteld, bij dagvaarding of bij verzoekschrift. De sanctie van specifieke nietigheid waarin is voorzien in artikel 40, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek is verantwoord door de wil om een onrechtmatig beroep op betekeningen in het buitenland of aan de procureur des Konings te vermijden. De beperking van de sanctie van specifieke nietigheid waarin is voorzien in artikel 40, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek tot de akte van hoger beroep die bij dagvaarding wordt ingesteld, is relevant ten opzichte van de door de wetgever nagestreefde doelstellingen. De geïntimeerde partij aan wie het verzoekschrift tot hoger beroep ter kennis is gebracht op haar werkelijke woonplaats in het buitenland of, zoals in het aan de verwijzende rechter voorgelegde geschil, op haar maatschappelijke zetel in het buitenland, heeft in beginsel kennis kunnen nemen van het verzoekschrift tot hoger beroep, zodat het door de wetgever nagestreefde doel is bereikt. Daarenboven zijn, behalve wanneer het hoger beroep gericht is tegen een vonnis bij verstek, de partijen bij het hoger beroep in beginsel reeds in de zaak betrokken, zijn hun identiteit, hun woonplaats en hun advocaten meestal gekend, zodat de gevaren voor vergissingen, op het ogenblik van de bekendmaking bij gerechtsbrief, zeer beperkt zijn. In geval van twijfel kan de rechter de uitspraak aanhouden en, met toepassing van artikel 1058 van het Gerechtelijk Wetboek, bevelen dat het oorspronkelijk bij verzoekschrift ingestelde hoger beroep bij deurwaardersakte wordt betekend. Die regulariserende akte verzekert de eerbiediging van de rechten van verdediging van de geïntimeerde partij door het mogelijk te maken dat de akte van hoger beroep een tweede maal bij dagvaarding aan haar wordt gericht. Ten slotte is, in geval van hoger beroep ingesteld bij dagvaarding, de sanctie van specifieke nietigheid waarin is voorzien in artikel 40, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek bedoeld om alleen van toepassing te zijn in uitzonderlijke gevallen, rekening houdend met de artikelen 860 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek en met de wil van de wetgever om de nietigheden wegens schending van vormvereisten tot een minimum te beperken. De in het geding zijnde maatregel brengt voor de partijen bij het hoger beroep geen onevenredige gevolgen met zich mee. Het tijdschrift «Tijdschrift@ipr.be» 2018, afl. 1, 21 vermeldt verkeerdelijk 119/17 als rolnummer van het arrest. Samenvatting 2 Het Hof, dat uitspraak doet in het prejudicieel contentieux, moet zich uitspreken over een algemene norm en niet over het bijzondere geval dat bij de verwijzende rechter aanhangig is. Het is niet bevoegd om het geschil ten gronde te beslechten, noch om zich uit te spreken over de toepassing van de algemene norm op de feiten van de zaak.
Dear visitor
This page is reserved for Jurisquare members.
If you already are a member, please click the 'Log in' button below. If you would like to become a member, please click the 'Subscribe' button below. You can have access to the largest legal library in Belgium from € 422,57(VAT excl.) onwards!