- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 1
- Artikel
- RvS (10e k.) nr. 222.610, 25 februari 2013
Volume 2014 : 1
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur en behoorlijk burgerschap bij het formele onderzoek van de voorstellen bij overheidsopdrachten
Actieve rechtsvorming door het Grondwettelijk Hof. Waar ligt de grens?
RvS (10e k.) nr. 223.408, 7 mei 2013
RvS (9e k.) nr. 223.742, 5 juni 2013
RvS (7e k.) nr. 223.483, 16 mei 2013
RvS (7e k.) nr. 223.641, 30 mei 2013
RvS (9e k.) nr. 221.458, 22 november 2012
RvS (7e k.) nr. 221.286, 8 november 2012
RvS (7e k.) nr. 221.376, 13 november 2012
RvS (7e k.) nr. 223.860, 13 juni 2013
RvS (9e k.) nr. 222.266, 28 januari 2013
RvS (9e k.) nr. 224.064, 25 juni 2013
RvS (9e k.) nr. 223.931, 17 juni 2013
RvS (9e k.) nr. 223.490, 16 mei 2013
RvS (10e k.) nr. 222.610, 25 februari 2013
RvS (9e k.) nr. 224.014, 21 juni 2013
RvS (9e k.) nr. 224.038, 25 juni 2013
RvS (10e k.) nr. 224.119, 26 juni 2013
RvS (9e k.) nr. 224.066, 25 juni 2013
RvS (9e k.) nr. 222.262, 28 januari 2013
[Adviezen] Afdeling Wetgeving van de Raad van State
Algemene beginselen van behoorlijk bestuur en behoorlijk burgerschap bij het formele onderzoek van de voorstellen bij overheidsopdrachten
Actieve rechtsvorming door het Grondwettelijk Hof. Waar ligt de grens?
RvS (10e k.) nr. 223.408, 7 mei 2013
RvS (9e k.) nr. 223.742, 5 juni 2013
RvS (7e k.) nr. 223.483, 16 mei 2013
RvS (7e k.) nr. 223.641, 30 mei 2013
RvS (9e k.) nr. 221.458, 22 november 2012
RvS (7e k.) nr. 221.286, 8 november 2012
RvS (7e k.) nr. 221.376, 13 november 2012
RvS (7e k.) nr. 223.860, 13 juni 2013
RvS (9e k.) nr. 222.266, 28 januari 2013
RvS (9e k.) nr. 224.064, 25 juni 2013
RvS (9e k.) nr. 223.931, 17 juni 2013
RvS (9e k.) nr. 223.490, 16 mei 2013
RvS (10e k.) nr. 222.610, 25 februari 2013
RvS (9e k.) nr. 224.014, 21 juni 2013
RvS (9e k.) nr. 224.038, 25 juni 2013
RvS (10e k.) nr. 224.119, 26 juni 2013
RvS (9e k.) nr. 224.066, 25 juni 2013
RvS (9e k.) nr. 222.262, 28 januari 2013
[Adviezen] Afdeling Wetgeving van de Raad van State
Jaar
2014
Volume
2014
Nummer
1
Pagina
40
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Raad van State - Conseil d’Etat, 25/02/2013
Referentie
“RvS (10e k.) nr. 222.610, 25 februari 2013”, TBP 2014, nr. 1, 40
Samenvatting
Samenvatting 1 Het derdenverzet is een uitzonderlijk rechtsmiddel ten behoeve van een benadeelde derde die geen kennis had van de zaak en van het bestaan ervan slechts kennis kreeg wanneer een tussenkomst niet meer mogelijk was. Het derdenverzet staat derhalve niet open voor de benadeelde derde die niet vrijwillig is tussengekomen in de zaak hoewel hij er kennis van had en het verzoek tot tussenkomst nog had kunnen toegelaten worden. Het antwoord op de vraag of een derde kennis kon hebben van de zaak hangt af van de omstandigheden van de zaak en is dus een feitenkwestie die tot de soevereine appreciatie van de Raad van State hoort. Het derdenverzet wordt zodoende niet afhankelijk gemaakt van voorwaarden die een effectieve toegang tot de rechter niet garanderen of die de verzoekende partij zou aftrekken van de rechter die de wet hem toekent. Artikel 48, tweede lid van het procedurereglement R.v.St. vereist niet dat bewezen wordt dat de benadeelde derde een voldoende, afdoende en/of rechtszekere kennis heeft. Het volstaat dat wordt aangetoond dat de benadeelde derde feitelijke kennis had of kon hebben van het bestaan van een zaak. Deze feitelijke kennis of mogelijkheid tot kennisname verplicht de benadeelde derde om met de hem ter beschikking staande middelen kennis te nemen van de concrete gegevens van deze voor de Raad van State hangende zaak en om te beslissen al dan niet daarin vrijwillig tussen te komen. Er is geen sprake van een volgens de verzoekende partij “terloopse melding” welke er haar niet had moeten toe aanzetten zich nader te informeren omtrent “de precieze inhoud en draagwijdte” van dat beroep bij de Raad van State. Door de bedoelde mededeling had de verzoekende partij kennis van de zaak in de zin van artikel 48, tweede lid van het procedurereglement R.v.St., te weten het door de tussenkomende partijen bij de Raad van State ingestelde annulatieberoep tegen de ministeriële “impliciet afwijzende beslissing tot het uitvoeren van de voor de ordening van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan vereiste werken”. Hoewel de verzoekende partij kennis heeft gekregen van deze zaak heeft zij verzuimd om vrijwillig tussen te komen op een ogenblik dat haar verzoek tot tussenkomst nog toelaatbaar had kunnen worden verklaard.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!