- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 5
- Artikel
- Corr. Dendermonde (17e k.) 4 juni 2002
Volume 2004 : 5
De integrale milieuvoorwaarden: milieunormering nieuwe stijl?
Analyse van de positie en de aansprakelijkheid van de bioveiligheidscoördinator versus de milieucoordinator
Besl. Hof Mensenrechten (1e afd.) nr. 44734/98, 8 juli 2004 (Karin Libert / België)
Arbitragehof nr. 75/2004, 5 mei 2004 (prejudiciële vraag)
[Artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek en de mogelijkheden van (de)cumulatie van strafrechtelijke verantwoordelijkheid]
Arbitragehof nr. 136/2004, 22 juli 2004 (prejudiciële vraag)
Cass. (2e k.) AR P.04.0358.N, 15 juni 2004 (H.R. e.a. / V.C.)
Cass. (2e k.) AR P.03.0422.N, 7 oktober 2003 (V.A. / B.A., Gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur)
R.v.St. (10e k.) nr. 130.211, 9 april 2004
Antwerpen (9e k.) 8 januari 2004
Voorz. Rb. Brussel 3 november 2003
Rb. Gent (14e k.) 9 december 2003
Rb. Kortrijk (7e k.) 19 januari 2004
Corr. Gent 11 mei 2004
R.v.St. (7e k.) nr. 126.552, 18 december 2003
R.v.St. nr. 129.842, 30 maart 2004
R.v.St. (7e k.) nr. 129.840, 30 maart 2004
R.v.St. (7e k.) nr. 129.843, 30 maart 2004
Gent (10e k.) 31 oktober 2003
Brussel (15e k.) 18 november 2003
Gent (10e k.) 19 december 2003
Gent (10e k.) 9 januari 2004
Corr. Dendermonde (17e k.) 4 juni 2002
Corr. Gent (21e k.) 17 juni 2003
Corr. Gent (19e k.) 23 juni 2003
Corr. Gent (19e k.) 3 november 2003
Rb. Gent (16e k.) 17 november 2003
Corr. Antwerpen (1e k. C) 22 december 2003
De integrale milieuvoorwaarden: milieunormering nieuwe stijl?
Analyse van de positie en de aansprakelijkheid van de bioveiligheidscoördinator versus de milieucoordinator
Besl. Hof Mensenrechten (1e afd.) nr. 44734/98, 8 juli 2004 (Karin Libert / België)
Arbitragehof nr. 75/2004, 5 mei 2004 (prejudiciële vraag)
[Artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek en de mogelijkheden van (de)cumulatie van strafrechtelijke verantwoordelijkheid]
Arbitragehof nr. 136/2004, 22 juli 2004 (prejudiciële vraag)
Cass. (2e k.) AR P.04.0358.N, 15 juni 2004 (H.R. e.a. / V.C.)
Cass. (2e k.) AR P.03.0422.N, 7 oktober 2003 (V.A. / B.A., Gewestelijk stedenbouwkundig inspecteur)
R.v.St. (10e k.) nr. 130.211, 9 april 2004
Antwerpen (9e k.) 8 januari 2004
Voorz. Rb. Brussel 3 november 2003
Rb. Gent (14e k.) 9 december 2003
Rb. Kortrijk (7e k.) 19 januari 2004
Corr. Gent 11 mei 2004
R.v.St. (7e k.) nr. 126.552, 18 december 2003
R.v.St. nr. 129.842, 30 maart 2004
R.v.St. (7e k.) nr. 129.840, 30 maart 2004
R.v.St. (7e k.) nr. 129.843, 30 maart 2004
Gent (10e k.) 31 oktober 2003
Brussel (15e k.) 18 november 2003
Gent (10e k.) 19 december 2003
Gent (10e k.) 9 januari 2004
Corr. Dendermonde (17e k.) 4 juni 2002
Corr. Gent (21e k.) 17 juni 2003
Corr. Gent (19e k.) 23 juni 2003
Corr. Gent (19e k.) 3 november 2003
Rb. Gent (16e k.) 17 november 2003
Corr. Antwerpen (1e k. C) 22 december 2003
Jaar
2004
Volume
2004
Nummer
5
Pagina
585
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Dendermonde, Correctionele Rechtbank - Tribunal Correctionnel, 04/06/2002
Referentie
“Corr. Dendermonde (17e k.) 4 juni 2002”, TMILRE 2004, nr. 5, 585-588
Samenvatting
Samenvatting 1 Een belangrijk uitgangspunt bij de toerekening van strafrechtelijke aansprakelijkheid naar natuurlijke personen toe blijft vanzelfsprekend dat deze toerekening slechts mogelijk is indien de natuurlijke persoon die strafrechtelijk aansprakelijk wordt gehouden, enige vorm van schuld treft. De feitenrechter oordeelt derhalve op onaantastbare wijze over de vraag aan welke persoon of personen in concreto het misdrijf moet worden toegerekend. In casu zijn eerste, tweede en derde beklaagde werknemers en vierde beklaagde orgaan van de vennootschap. De verantwoordelijkheid van beklaagden, ligt uiteraard op een verschillend niveau, zodat dient te worden nagegaan of zij, wat betreft hun respectievelijke verantwoordelijkheden, een fout hebben begaan. Eerste beklaagde (productiechef) heeft in de periode voor de overname duidelijk onvoldoende op de milieuproblematiek gewezen, en anderzijds na de overname (minstens impliciet) ingestemd met de economische argumenten om bepaalde hoogdringende investeringen uit te stellen. Het schuldcriterium is in zijnen hoofde dan ook voldoende aanwezig. Voor zover tweede beklaagde (algemeen directeur in een eerste periode) niet over de bevoegdheid zou hebben beschikt om zelf tot bepaalde milieu-investeringen over te gaan, dan had hij wel de verplichting om de raad van bestuur in te lichten nopens de problemen hieromtrent, en had hij uitdrukkelijk zijn veto moeten stellen tegen verdere productie in strijd met de bepalingen van de milieuvergunning. Derde beklaagde (algemeen directeur in een tweede periode) werd vanaf zijn indiensttreding op de hoogte gebracht van de milieuinbreuken. Hij nam het initiatief om de nodige investeringen te doen maar de investeringen werden niet onmiddellijk uitgevoerd om economische redenen. Derde beklaagde is volledig verantwoordelijk voor de inbreuken tijdens zijn beleid. Vierde beklaagde (afgevaardigd bestuurder) mengde zich niet in het dagdagelijkse bestuur van de onderneming, en delegeerde de algemene leiding van dit bedrijf naar de algemeen directeur. Aangaande de aansprakelijkheid van 'organen' van een vennootschap wordt algemeen aangenomen dat hun verantwoordelijkheid ligt in het algemeen zorg dragen voor de naleving van de beginselen van milieurecht, bijvoorbeeld het aanvragen van de nodige vergunningen, het nagaan of afvalstoffen op legale wijze worden verwijderd,... Men kan deze bevoegdheid delegeren, maar dan moet deze delegatie duidelijk en expliciet zijn. In casu blijkt uit geen enkel stuk dat vierde beklaagde de specifieke verantwoordelijkheden betreffende de milieuproblematiek heeft overgedragen.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!