Raad Vergunningsbetwistingen (9e k.) nr. A-2122-0226, 18 november 2021

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 2
Artikel
Raad Vergunningsbetwistingen (9e k.) nr. A-2122-0226, 18 november 2021

Jaar 2022 Volume 2022 Nummer 2 Pagina 282 Taal Nederlands Rechtscollege Raad voor Vergunningsbetwistingen, 18/11/2021 Referentie “Raad Vergunningsbetwistingen (9e k.) nr. A-2122-0226, 18 november 2021”, TMILRE 2022, nr. 2, 282-283 Samenvatting Samenvatting 1 Om als betrokken publiek belang te hebben bij het beroep, moeten de verzoekende partijen aannemelijk maken dat ze gevolgen ondervinden of kunnen ondervinden van de bestreden vergunning, in overeenstemming met artikel 2 , 1° van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. De verzoekende partijen bewonen de woning op lot 2 van de op 12 mei 2014 vergunde verkaveling, grenzend aan het perceel van de aanvraag. Met hun beroep komen ze onder meer op voor de vrijwaring van het groene, natuurlijke karakter van hun woonomgeving. Dat volstaat om hun belang te aanvaarden. Dit belang is niet teloorgegaan omdat de bomen ondertussen al gerooid zijn. De vraag of de verwerende partij op aanvaardbare gronden beslist heeft om de kap van de bomen te vergunnen, maakt deel uit van het debat ten gronde. In zoverre de tussenkomende partijen aanvoeren dat de bomen vanwege hun toestand hoe dan ook gerooid moesten worden, lopen ze vooruit op de grond van de zaak. Art. 2 , Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning Samenvatting 2 De voorwaarde om de op het verkavelingsplan aangeduide hoogstammige bomen “maximaal te bewaren”, houdt geen absoluut verbod op de kap van de vier esdoorns en de Amerikaanse vogelkers in. De principiële verplichting om de bomen te behouden, duldt afwijkingen en moet worden afgewogen tegen de redenen die voor de kap ervan gegeven worden. De verzoekende partijen erkennen zelf dat de gezondheidstoestand van de bomen – “(nagenoeg) dood” – een wettig motief kan uitmaken die het rooien wettigt. Wel betwisten ze die toestand of achten ze die niet bewezen. De niet weerlegde slechte toestand van de esdoorns, die op advies van een boomspecialist best zouden gerooid worden, is in redelijkheid een aanvaardbaar motief voor de kap. Evenmin maken de verzoekende partijen aannemelijk dat het van onredelijkheid getuigt om het rooien van de Amerikaanse vogelkers, omdat het een (invasieve) exoot is, te vergunnen en, samen met de esdoorns, te vervangen door inheemse hoogstammige bomen.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren