Rb. Zeeland-West-Brabant (NL) nr. C/02/372261/HA ZA 20-280, 22 september 2021

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 2
Artikel
Rb. Zeeland-West-Brabant (NL) nr. C/02/372261/HA ZA 20-280, 22 september 2021

Jaar 2022 Volume 2022 Nummer 2 Pagina 263 Taal Nederlands Rechtscollege 22/09/2021 Referentie “Rb. Zeeland-West-Brabant (NL) nr. C/02/372261/HA ZA 20-280, 22 september 2021”, TMILRE 2022, nr. 2, 263-268 Samenvatting Samenvatting 1 Vanuit het oogpunt van maatschappelijke zorgvuldigheid, gelet op de kennis die bestond of had moeten bestaan over de aanwezigheid en schadelijkheid van gevaarlijke stoffen in de verflagen, had van de opdrachtgever in redelijkheid mogen worden verwacht dat hij zich ervan zou vergewissen dat informatie over de in de verflagen aanwezige gevaarlijke stoffen (chroom-6) en de noodzaak van adequate bescherming bij de uitvoering van het werk werd meegedeeld. Het nalaten van de opdrachtgever deze redelijkerwijs te vergen maatregel om schade te voorkomen te treffen, is onrechtmatig jegens de aangestelden wier gezondheid rechtstreeks in het geding was en door het nalaten van de opdrachtgever in gevaar is gekomen. Samenvatting 2 Naar Nederlands recht komt een ander nadeel dan vermogensschade slechts voor vergoeding in aanmerking voor zover de wet dat bepaalt, zo indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Van een 'aantasting in zijn persoon op andere wijze' is niet alleen sprake wanneer de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen, maar ook wanneer de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Het EVRM geeft aan burgers geen rechtstreekse aanspraak op betaling van schadevergoeding en de toewijzing van immateriële schadevergoeding op basis van artikel 41 EVRM is een bevoegdheid die aan het EHRM is voorbehouden. Samenvatting 3 Het nalaten van de opdrachtgever, ondanks de wetenschap die bij hem bestond over de aanwezigheid van schadelijke stoffen in de verflagen, zich ervan te vergewissen dat informatie over deze aanwezigheid en de noodzaak van beschermende maatregelen werd meegedeeld, vormt een inbreuk op het recht op leven en de lichamelijke integriteit van de aangestelden. Aangezien blootstelling aan chroom-6 tot gezondheidsschade kan leiden die van dien aard kan zijn dat er sprake is van een levensbedreigende of ernstig invaliderende ziekte en waarbij de gevolgen voor de gezondheid zich ook pas na lange tijd kunnen voordoen, liggen de nadelige gevolgen, zoals bijvoorbeeld angst voor gezondheidsschade, zo voor de hand dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Samenvatting 4 Aangezien de kans op gezondheidseffecten afhankelijk is van factoren als aard, duur, intensiteit en frequentie van de blootstelling, zijn deze factoren eveneens van belang bij het vaststellen van de ernst van de gevolgen van de persoonsaantasting en daarmee van de omvang van de naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding. Het hoogst persoonlijk karakter van de vordering tot vergoeding van die schade verzet zich tegen een min of meer forfaitair vastgestelde vaststelling van de schade; zonder inzicht in de persoonlijke omstandigheden kan evenmin worden geoordeeld over de mate van aannemelijkheid dat de schade ten minste een bepaald bedrag beloopt.

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren