commentaar bij RvVb 13 augustus 2019, nr. S/1819/1296, bvba Barinco en Coppens

*** *** ***

Sinds de inwerkingtreding van het Omgevingsvergunningsdecreet (OVD) kunnen overeenkomstig artikel 14/1, eerste lid van dat decreet de vergunningsprocedures geheel of gedeeltelijke digitaal verlopen, en dit conform de regels die de Vlaamse Regering vooropstelt. De Vlaamse overheid heeft daarvoor het omgevingsloket ter beschikking gesteld, dat toegang geeft tot het uitwisselingsplatform waarop stukken en gegevens over de aanvraagprocedures elektronisch worden uitgewisseld.

De elektronische gegevensuitwisseling via het omgevingsloket wordt beschouwd als een beveiligde zending, vergelijkbaar met een aangetekend schrijven. Zo kunnen vergunningsaanvragen en meldingen digitaal worden ingediend en ook bezwaren en beroepen via het omgevingsloket op ontvankelijke wijze worden opgeladen. Ook de behandeling van het dossier gebeurt nagenoeg volledig digitaal, waarbij het bevoegde bestuur de beslissing over de ontvankelijkheid en volledigheid van aanvragen of beroepen oplaadt via het omgevingsloket, de adviezen via het uitwisselingsplatform worden aangevraagd en uitgebracht, en ook de verdere communicatie geheel digitaal verloopt. Ten slotte wordt ook de beslissing digitaal ondertekend en opgeladen via het omgevingsloket en zo ter kennis gebracht aan de partijen.

Dat de digitalisering van de omgevingsvergunningsprocedures nog niet helemaal op punt staat, ondervinden echter vele betrokkenen dagelijks in de praktijk. Digitale (procedure)fouten via het omgevingsloket komen frequent voor tijdens het openbaar onderzoek en de beroepsprocedure. In het besproken arrest brengt de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb) in dat digitale kader voor het eerst nadere duidelijkheid omtrent de beroepstermijn voor belanghebbende derden. Die termijn kan niet altijd even eenvoudig worden achterhaald. Het arrest hanteert een welgekomen en pragmatische benadering van deze problematiek.