- Full text
- Tijdschrift
- Nummer 125
- Artikel
- Ger.EU (4e k.) nr. T-57/16, 18 juli 2017 (Chanel SAS / Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO))
Volume 2018 : 125
Schuldoverdracht: Pleidooi voor een volwaardige wettelijke regeling
La médiation dans les entreprises en difficulté
Trib. arr. Luxembourg (Lux.) (10e ch.) n° 160927, 13 juin 2014
[La promesse de porte-fort]
Gent (7e bis k.) nr. 2013/AR/2189, 14 december 2015
Cour d'appel (civ., comm., pén.) (Lux.) (9e ch.) n° 42653, 27 avril 2017
[La cession de créance]
Cass. (1e k.) AR C.17.0120.N, 12 oktober 2017 (MExT Belgium nv / A.V.B. Electronics bvba)
Bruxelles n° 2012/AR/1378, 17 février 2017
Bruxelles (18e ch.) n° 2013/AR/286, 8 septembre 2017
Bruxelles (9e ch.) n° 2012/AR/1622, 8 septembre 2017
Bruxelles (9e ch.) n° 2012/AR/2308, 22 septembre 2017
Kh. Gent (afd. Kortrijk) (6e k.) nr. A/16/2976, 3 oktober 2017
Gent (7e k.) nr. 2015/AR/239, 23 oktober 2017
Voorz. Kh. Antwerpen (afd. Antwerpen) nr. C/16/00130, 4 november 2016
Bruxelles (9e ch.) n° 2014/AR/1356, 20 avril 2017
Voorz. Kh. Gent (afd. Gent) nr. C/17/00027, 15 november 2017
Bruxelles (9e ch.) n° 2017/AR/1299, 24 novembre 2017
Gent (7e k.) nr. 2013/AR/2072, 4 januari 2016
Bruxelles (9e ch.) n° 2012/AR/753, 2012/AR/1284, 30 juin 2017
Gent (7e k.) nr. 2014/AR/2936, 2 oktober 2017
Cass. (1e k.) AR C.16.0504.F, 15 juni 2017 (Société Immobilière C. et R. sa / Régie des Bâtiments)
Cass. (1re ch.) RG C.16.0504.F, 15 juin 2017 (Société Immobilière C. et R. sa / Régie des Bâtiments)
Brussel (Fr.) (2e k.) nr. 2011/AR/248, 23 december 2016
Bruxelles (Fr.) (2e ch.) n° 2011/AR/248, 23 décembre 2016
Gent (7e k.) nr. 2015/AR/1972, 25 september 2017
Gand (7e ch.) n° 2015/AR/1972, 25 septembre 2017
Gent (12e k.) nr. 2014/AR/2375, 25 oktober 2017
Gand (12e ch.) n° 2014/AR/2375, 25 octobre 2017
Kh. Gent (afd. Kortrijk) (8e k.) nr. A/16/02500, 9 oktober 2017
Comm. Gand (div. Courtrai) (8e ch.) n° A/16/02500, 9 octobre 2017
Gent (12e bis k.) nr. 2015/AR/164, 11 oktober 2017
Gand (12e bis ch.) n° 2015/AR/164, 11 octobre 2017
Gent (12e k.) nr. 2014/AR/1127, 25 oktober 2017
Gand (12e ch.) n° 2014/AR/1127, 25 octobre 2017
Kh. Gent (afd. Kortrijk) (8e k.) nr. A/16/03213, 30 oktober 2017
Comm. Gand (div. Courtrai) (8e ch.) n° A/16/03213, 30 octobre 2017
Kh. Gent (afd. Kortrijk) (8e k.) nr. A/16/03264, 30 oktober 2017
Comm. Gand (div. Courtrai) (8e ch.) n° A/16/03264, 30 octobre 2017
Bergen (21e k.) nr. 2016/RG/699, 15 november 2017
Mons (21e ch.) n° 2016/RG/699, 15 novembre 2017
Luik (burg.) (7e k.) nr. 2015/RG/1369, 2 juni 2016
Liège (civ.) (7e ch.) n° 2015/RG/1369, 2 juin 2016
Luik (burg.) (7e k.) nr. 2015/RG/1515, 8 november 2016
Liège (civ.) (7e ch.) n° 2015/RG/1515, 8 novembre 2016
Luik (burg.) (7e k. A) nr. 2016/RG/34, 3 mei 2017
Liège (civ.) (7e ch. A) n° 2016/RG/34, 3 mai 2017
Gent (7e k.) nr. 2015/AR/1220, 25 september 2017
Gand (7e ch.) n° 2015/AR/1220, 25 septembre 2017
Gent (7e bis k.) nr. 2015/AR/2949, 16 oktober 2017
Gand (7e bis ch.) n° 2015/AR/2949, 16 octobre 2017
Kh. Antwerpen (afd. Tongeren) (5e k.) 29 september 2017
Comm. Anvers (div. Tongres) (5e ch.) 29 septembre 2017
Gand (7e ch.) 18 septembre 2017
Gent (7e k.) 18 september 2017
Comm. Mons et Charleroi (sect. Mons) (2e ch.) n° 2014/RG/1092, 4 juin 2015
Kh. Bergen en Charleroi (afd. Bergen) (2e k.) nr. 2014/RG/1092, 4 juni 2015
Bergen nr. 2017/RG/89, 21 november 2017
Mons n° 2017/RG/89, 21 novembre 2017
Ger.EU (4e k.) nr. T-57/16, 18 juli 2017 (Chanel SAS / Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO))
Trib. UE (4e ch.) n° T-57/16, 18 juillet 2017 (Chanel SAS / Office de l’Union européenne pour la propriété intellectuelle (EUIPO))
Schuldoverdracht: Pleidooi voor een volwaardige wettelijke regeling
La médiation dans les entreprises en difficulté
Trib. arr. Luxembourg (Lux.) (10e ch.) n° 160927, 13 juin 2014
[La promesse de porte-fort]
Gent (7e bis k.) nr. 2013/AR/2189, 14 december 2015
Cour d'appel (civ., comm., pén.) (Lux.) (9e ch.) n° 42653, 27 avril 2017
[La cession de créance]
Cass. (1e k.) AR C.17.0120.N, 12 oktober 2017 (MExT Belgium nv / A.V.B. Electronics bvba)
Bruxelles n° 2012/AR/1378, 17 février 2017
Bruxelles (18e ch.) n° 2013/AR/286, 8 septembre 2017
Bruxelles (9e ch.) n° 2012/AR/1622, 8 septembre 2017
Bruxelles (9e ch.) n° 2012/AR/2308, 22 septembre 2017
Kh. Gent (afd. Kortrijk) (6e k.) nr. A/16/2976, 3 oktober 2017
Gent (7e k.) nr. 2015/AR/239, 23 oktober 2017
Voorz. Kh. Antwerpen (afd. Antwerpen) nr. C/16/00130, 4 november 2016
Bruxelles (9e ch.) n° 2014/AR/1356, 20 avril 2017
Voorz. Kh. Gent (afd. Gent) nr. C/17/00027, 15 november 2017
Bruxelles (9e ch.) n° 2017/AR/1299, 24 novembre 2017
Gent (7e k.) nr. 2013/AR/2072, 4 januari 2016
Bruxelles (9e ch.) n° 2012/AR/753, 2012/AR/1284, 30 juin 2017
Gent (7e k.) nr. 2014/AR/2936, 2 oktober 2017
Cass. (1e k.) AR C.16.0504.F, 15 juni 2017 (Société Immobilière C. et R. sa / Régie des Bâtiments)
Cass. (1re ch.) RG C.16.0504.F, 15 juin 2017 (Société Immobilière C. et R. sa / Régie des Bâtiments)
Brussel (Fr.) (2e k.) nr. 2011/AR/248, 23 december 2016
Bruxelles (Fr.) (2e ch.) n° 2011/AR/248, 23 décembre 2016
Gent (7e k.) nr. 2015/AR/1972, 25 september 2017
Gand (7e ch.) n° 2015/AR/1972, 25 septembre 2017
Gent (12e k.) nr. 2014/AR/2375, 25 oktober 2017
Gand (12e ch.) n° 2014/AR/2375, 25 octobre 2017
Kh. Gent (afd. Kortrijk) (8e k.) nr. A/16/02500, 9 oktober 2017
Comm. Gand (div. Courtrai) (8e ch.) n° A/16/02500, 9 octobre 2017
Gent (12e bis k.) nr. 2015/AR/164, 11 oktober 2017
Gand (12e bis ch.) n° 2015/AR/164, 11 octobre 2017
Gent (12e k.) nr. 2014/AR/1127, 25 oktober 2017
Gand (12e ch.) n° 2014/AR/1127, 25 octobre 2017
Kh. Gent (afd. Kortrijk) (8e k.) nr. A/16/03213, 30 oktober 2017
Comm. Gand (div. Courtrai) (8e ch.) n° A/16/03213, 30 octobre 2017
Kh. Gent (afd. Kortrijk) (8e k.) nr. A/16/03264, 30 oktober 2017
Comm. Gand (div. Courtrai) (8e ch.) n° A/16/03264, 30 octobre 2017
Bergen (21e k.) nr. 2016/RG/699, 15 november 2017
Mons (21e ch.) n° 2016/RG/699, 15 novembre 2017
Luik (burg.) (7e k.) nr. 2015/RG/1369, 2 juni 2016
Liège (civ.) (7e ch.) n° 2015/RG/1369, 2 juin 2016
Luik (burg.) (7e k.) nr. 2015/RG/1515, 8 november 2016
Liège (civ.) (7e ch.) n° 2015/RG/1515, 8 novembre 2016
Luik (burg.) (7e k. A) nr. 2016/RG/34, 3 mei 2017
Liège (civ.) (7e ch. A) n° 2016/RG/34, 3 mai 2017
Gent (7e k.) nr. 2015/AR/1220, 25 september 2017
Gand (7e ch.) n° 2015/AR/1220, 25 septembre 2017
Gent (7e bis k.) nr. 2015/AR/2949, 16 oktober 2017
Gand (7e bis ch.) n° 2015/AR/2949, 16 octobre 2017
Kh. Antwerpen (afd. Tongeren) (5e k.) 29 september 2017
Comm. Anvers (div. Tongres) (5e ch.) 29 septembre 2017
Gand (7e ch.) 18 septembre 2017
Gent (7e k.) 18 september 2017
Comm. Mons et Charleroi (sect. Mons) (2e ch.) n° 2014/RG/1092, 4 juin 2015
Kh. Bergen en Charleroi (afd. Bergen) (2e k.) nr. 2014/RG/1092, 4 juni 2015
Bergen nr. 2017/RG/89, 21 november 2017
Mons n° 2017/RG/89, 21 novembre 2017
Ger.EU (4e k.) nr. T-57/16, 18 juli 2017 (Chanel SAS / Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO))
Trib. UE (4e ch.) n° T-57/16, 18 juillet 2017 (Chanel SAS / Office de l’Union européenne pour la propriété intellectuelle (EUIPO))
Jaar
2018
Volume
2018
Nummer
125
Pagina
131
Taal
Nederlands
Rechtscollege
Ger. E.G. - Tribunal de première Instance CE, 18/07/2017
Referentie
“Ger.EU (4e k.) nr. T-57/16, 18 juli 2017 (Chanel SAS / Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO))”, HOR 2018, nr. 125, 131-132
Samenvatting
Samenvatting 1 Uit artikel 61, lid 6 Gemeenschapsmodellenverordening volgt dat het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (de EUIPO) gehouden is om de maatregelen te nemen die voortvloeien uit een arrest van het Gerecht. Uit deze laatste bepaling vloeit voort dat het niet aan het Gerecht is om bevelen te richten aan de EUIPO, waaraan het toekomt om de gevolgen te trekken uit het beschikkend gedeelte en de overwegingen van het Gerecht. Samenvatting 2 De beoordeling van het individueel karakter van een tekening of een model veronderstelt, in wezen, een beoordeling in vier stadia, erin bestaande het bepalen van, in de eerste plaats, de categorie van producten waarvoor de tekening of het model bestemd is erin te worden verwerkt of erop te worden toegepast, ten tweede, de geïnformeerde gebruiker van de vermelde producten volgens hun eindbestemming en, bij verwijzing naar deze geïnformeerde gebruiker, de mate aan kennis van het vormgevingserfgoed evenals de mate aan aandacht bij de vergelijking van de tekeningen en modellen, die zo mogelijk rechtstreeks moet zijn, ten derde, de mate van vrijheid van de ontwerper bij de ontwikkeling van het model, en ten vierde, het resultaat van de vergelijking van de betrokken tekeningen en modellen, rekening houdende met de betrokken bedrijfstak, de mate van vrijheid van de ontwerper en de globale indruk door de betwiste tekening of model gewekt bij de geïnformeerde gebruiker en door elke oudere tekening of model waaraan bekendheid werd gegeven bij het publiek. Een voorafgaand vereiste aan het onderzoek van het eigen karakter van een tekening of model evenals van zijn nieuwheid in de zin van artikel 5 Gemeenschapsmodellenverordening bestaat erin het bestaan en het oudere karakter van de verspreiding onder het publiek vast te stellen van elke tekening of model dat wordt ingeroepen ter ondersteuning van de nietigheid van de aangevochten tekening of van het aangevochten model. (Art. 6 en 25, lid 1, b) Gemeenschapsmodellenverordening). Samenvatting 3 Uit artikel 6, lid 1, onder b) Gemeenschapsmodellenverordening en uit een vaste rechtspraak vloeit voort dat het onderzoek naar het eigen karakter van een tekening of model afhangt van de globale indruk die deze wekt bij een geïnformeerde gebruiker. In het raam van een concrete waardering van de globale indruk van de betrokken tekeningen of modellen op de geïnformeerde gebruiker, die een zekere kennis heeft van het oudere vormgevingserfgoed, moet men rekening houden met de mate van vrijheid van de ontwerper bij de uitwerking van de betwiste tekening of model. Het onderdeel betreffende de vrijheid van de ontwerper kan op zichzelf niet bepalend zijn voor de beoordeling van het eigen karakter van een tekening of een model, maar het gaat om een element waarmee men rekening moet houden bij deze beoordeling. Het gaat om een factor die toelaat om de beoordeling van het eigen karakter van de betwiste tekening te nuanceren, eerder dan om een zelfstandige factor die de vereiste afstand tussen twee tekeningen of modellen bepaalt opdat een ervan van een eigen karakter zou blijk geven. Uit de rechtspraak vloeit voort dat de vergelijking van de globale indruk die wordt gewekt door een tekening of een model synthetisch moet zijn en zich niet mag beperken tot een analytische vergelijking van een opsomming van gelijkenissen en verschillen. Om het voortbrengsel vast te stellen waarvoor de betwiste tekening of het model bestemd zijn om erop te worden toegepast of erin verwerkt, moet men rekening houden met de aanduiding die daarop slaat in de aanvraag tot inschrijving van deze tekening of dit model, maar eventueel ook, met de tekening of het model zelf, in de mate waarin ze de aard van het product, zijn bestemming of zijn functie tot uitdrukking brengen. Rekening houdende met de gelijkenissen tussen de conflicterende tekeningen, kan de vrijheid van de ontwerper, bij toepassing van de rechtspraak, het ontbreken van een door de vermelde tekeningen gewekte verschillende globale indruk versterken, te meer daar de verschillen slechts tot uitdrukking komen ter gelegenheid van een rechtstreekse vergelijking die niet altijd onmiddellijk mogelijk is. Samenvatting 4 Bij de vaststelling van het voortbrengsel waarin een litigieus model zal worden verwerkt of waarop het zal worden toegepast, moet met de desbetreffende opgave in de aanvraag voor inschrijving van dit model rekening worden gehouden, maar in voorkomend geval ook met het model zelf, voor zover daaruit de aard van het voortbrengsel, de bestemming of de functie ervan naar voren komt. In casu geeft het betwiste model, dat is ingeschreven als versiering van klasse 32 in de zin van de Overeenkomst van Locarno van 8 oktober 1968 ‘tot instelling van een internationale classificatie voor tekeningen en modellen van nijverheid, en met de Bijlage, ondertekend te Locarno op 8 oktober 1968 en gewijzigd op 28 september 1979’, geen informatie over de bestemming of de functie ervan. Bovendien is het Chanel-monogram ingeschreven voor een zeer groot aantal waren, en het litigieuze model ingeschreven als versiering, zonder enige precisering over de voortbrengselen waarop dit zal worden toegepast. Daaruit volgt dat het in casu niet mogelijk was om de sector te bepalen van de voortbrengselen waarin het litigieuze model zou worden verwerkt of waarop het zou worden toegepast, en evenmin om deze sector te vergelijken met die van het Chanel-monogram. Bijgevolg heeft de kamer van beroep terecht beslist dat het voortbrengsel waarop het litigieuze model zou worden toegepast, een versiering was. De kamer van beroep was niet verplicht om het voortbrengsel waarop deze versiering zou worden toegepast, te identificeren. (Art. 36, lid 2 Gemeenschapsmodellenverordening). Samenvatting 5 Het litigieuze model, dat opvallende gelijkenissen vertoont met het Chanel-monogram, mist eigen karakter in de zin van artikel 6 Gemeenschapsmodellenverordening. Dit model kan tot op zekere hoogte worden opgevat als een op het idee van het Chanel-monogram geïnspireerd ontwerp, temeer daar er geen overwegingen van welke aard ook bestonden die van invloed waren op de keuze van het litigieuze model en de ontwerper ervan dit model niet voldoende heeft onderscheiden van het Chanel-monogram. Bijgevolg dient te worden vastgesteld dat de geïnformeerde gebruiker de conflicterende modellen in hun geheel zal waarnemen om te bepalen of deze een andere algemene indruk wekken. De twee modellen hebben weliswaar een verschillend middendeel, welke verschillen mogelijk minder worden opgemerkt door de geïnformeerde gebruiker daar het litigieuze model kan worden gebruikt in een richting die 90 graden is gedraaid en in verschillende groottes, maar vastgesteld zij dat de algemene indruk niet verschilt, aangezien de buitenste delen, die de omtrek van de conflicterende modellen en de door de conflicterende modellen gewekte algemene indruk in grote mate bepalen, sterk op elkaar lijken en nagenoeg identiek zijn. Gelet op de gelijkenissen van de conflicterende modellen kan de grote ontwerpvrijheid het ontbreken van een door deze modellen gewekte andere algemene indruk alleen maar versterken. Bovendien is het litigieuze model een versiering van klasse 32 in de zin van de Overeenkomst van Locarno van 8 oktober 1968 ‘tot instelling van een internationale classificatie voor tekeningen en modellen van nijverheid, en met de Bijlage, ondertekend te Locarno op 8 oktober 1968 en gewijzigd op 28 september 1979’, en kan een dergelijke versiering worden toegepast op een breed gamma van voortbrengselen, waardoor het bijna onmogelijk wordt om vooraf het gebruik ervan te bepalen. Bijgevolg versterkt deze omstandigheid de noodzaak om de door de conflicterende tekeningen gewekte algemene indrukken nauwgezet te onderzoeken.
Geachte bezoeker
Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.
Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!