Luik (burg.) (7e k.) nr. 2015/RG/1515, 8 november 2016

Zoek in bibliotheek

Zoek naar boeken en tijdschriften in de bibliotheek.

Zoek in full text

Zoek naar specifieke inhoud op basis van zoektermen en filters.

Full text
Tijdschrift
Nummer 125
Artikel
Luik (burg.) (7e k.) nr. 2015/RG/1515, 8 november 2016

Jaar 2018 Volume 2018 Nummer 125 Pagina 125 Taal Nederlands Rechtscollege Hof van Beroep - Cour d'Appel, 08/11/2016 Referentie “Luik (burg.) (7e k.) nr. 2015/RG/1515, 8 november 2016”, HOR 2018, nr. 125, 125-126 Samenvatting Samenvatting 1 De afsluiting van de vereffening van een vennootschap overeenkomstig de artikelen 194 en 195 van het Wetboek van Vennootschappen heeft wellicht tot gevolg aan het bestaan en de rechtspersoonlijkheid van deze vennootschap een einde te maken. De verdwijning van de vennootschap is weliswaar niet absoluut vermits de vennootschap na de sluiting van de vereffening blijft voortbestaan om zich te verweren op de vorderingen die de schuldeisers van de vennootschap tegen haar instellen binnen de termijn. Dit passieve voortbestaan, dat de bescherming van de schuldeisers van de vennootschap beoogt, geldt niet enkel ten aanzien van de vorderingen, ingesteld door een schuldeiser tegen de vennootschap binnen de termijn van vijf jaar na de bekendmaking van de sluiting van de vereffening, maar ook ten aanzien van de vorderingen die tegen haar reeds werden ingesteld op datum van de bekendmaking van de afsluiting van de vereffening. De afsluiting van de vereffening heeft niet tot gevolg dat hangende procedures tegen de vennootschap, vertegenwoordigd door haar vereffenaars niet meer kunnen worden voortgezet. Het tijdschrift «DAOR» 2018, afl. 125-126, 125 vermeldt verkeerdelijk (7e k.). Samenvatting 2 De afsluiting van de vereffening verhindert de vennootschap niet om, in het raam van haar passieve voortbestaan, zich te verdedigen tegen vorderingen die tegen haar worden ingesteld, daarin inbegrepen de vorderingen die hangende zijn op de dag van de afsluiting. Ook al is de mate aan rechtspersoonlijkheid die de vennootschap na de afsluiting van haar vereffening behoudt uitermate beperkt en laat deze haar niet toe om nieuwe rechtsvorderingen in te stellen, dan geldt dit nochtans slechts indien het niet gaat om een vordering tot schadeloosstelling wegens tergend en roekeloos geding. Het tijdschrift «DAOR» 2018, afl. 125-126, 125 vermeldt verkeerdelijk (7e k.).

Geachte bezoeker

Deze pagina is gereserveerd voor de Jurisquare leden.

Bent u reeds lid van Jurisquare, gelieve u aan te melden via de knop 'Inloggen' hieronder. Bent u nog geen lid, klik dan op de knop 'Abonneren'. Vanaf € 422,57 (BTW excl.) per jaar bent u reeds lid van Jurisquare en heeft u toegang tot de grootste digitale bibliotheek van België!

Inloggen Registreren